Project
EU Honingprogramma 2020-2022
Het EU-honingprogramma voor de periode 2020-2022 bouwt voort op resultaten uit het Honingprogramma 2017-2019 (BO-43-011.03-002), met onderzoek naar duurzaamheid en weerbaarheid van honingbijen, als belangrijke onderzoekslijnen. Het Honingprogramma sluit aan op het Actieprogramma Bijengezondheid (2013) en de Nationale Bijenstrategie (2018).
Het EU-honingprogramma voor de periode 2020-2022 bouwt voort op resultaten uit het Honingprogramma 2017-2019 (BO-43-011.03-002), met onderzoek naar duurzaamheid en weerbaarheid van honingbijen, als belangrijke onderzoekslijnen. Het Honingprogramma sluit aan op het Actieprogramma Bijengezondheid (2013) en de Nationale Bijenstrategie (2018).
Het nieuwe Honingprogramma is gericht op:
- Onderzoek naar meer robuuste weerbare honingbijen, waarbij bijenvolken van verschillende Nederlandse initiatieven centraal staan. Dit zijn initiatieven die elk op hun eigen wijze toewerken naar robuuste en weerbare bijenvolken die overleven en ingezet kunnen worden in de bijenhouderij zonder varroabestrijding nodig te hebben. Bij de informatie uit het project Samen imkeren is onderzoek en mogelijkheden voor uitrol naar de praktijk een belangrijk onderdeel.
- In het programma is het onderdeel monitoring wintersterfte van honingbijen opgenomen. In de voorgaande periode lag dat in het nationale bijensurveillanceprogramma (2014-2018). Het betreft het voortzetten van de jaarlijkse monitoring voor een betrouwbaar beeld van de wintersterfte van bijenvolken en een éénduidige communicatie over het wintersterftecijfer.
- Onderzoek naar voorkomen en herkennen van (nieuwe) bedreigingen voor honingbijen. Dit omvat geïntegreerde plaagbestrijding van Varroa. Verder is opgenomen het verhoging van het kennisniveau over bijvoorbeeld de Kleine bijenkast kever, de Aziatische hoornaar en/of Amerikaans vuilbroed. Dit betreft bijvoorbeeld kennis over herkenning van de plaag, hoe te handelen en communicatie hierover naar de sector. Ook hoort hierbij diagnose van bijenziekten door het ondersteunen van werkgroepen in de regio en praktijkscholingsdagen.
- Kennisverspreiding ten behoeve van de verbetering van de imkerpraktijk, waarbij er een sterke interactie is met de bijenhoudersverenigingen en de acties die zij organiseren. Dit bestaat uit het organiseren van een symposium, kennisvragen uit de sector en communicatie. Tevens is er aandacht voor internationale wetenschappelijke samenwerking.
Dit programma is afgestemd met de bijenhouderijsector. Bijen@wur neemt het initiatief in het betrekken van externe partijen en coördineert het programma.
De Europese Commissie en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dragen hier ieder voor 50% aan bij.
Publicaties
-
Samen imkeren
-
Q&A - symposium bijengezondheid 17 juni 2021
-
Wintersterfte van bijenvolken 2020-2021 : resultaten van een enquête naar wintersterfte onder bijenvolken in Nederland in de winter van 2020-2021
Wageningen: Wageningen Plant Research -
3. Zakbroedvirus en Aparavirussen (ABPV, KBV en IAPV) : Honingbijvirussen en virale ziekten
Bijenhouden (2021), Volume: 15, Issue: 3 - ISSN 1877-9786 - p. 16-18. -
2. Chronisch-bijenverlammingsvirus en zwarte-koninginnencelvirus : Honingbijvirussen en virale ziekten
Bijenhouden (2021), Volume: 15, Issue: 2 - ISSN 1877-9786 - p. 18-20. -
1. Verkreukeldevleugelvirus als belangrijkste honingbijvirus : Honingbijvirussen en virale ziekten
Bijenhouden (2021), Volume: 15, Issue: 1 - ISSN 1877-9786 - p. 20-22. -
Wintersterfte van bijenvolken 2021-2022 : Resultaten van een enquête naar wintersterfte onder bijenvolken in Nederland in de winter van 2021 – 2022
Wageningen: Wageningen Plant Research -
Raken bijen de weg kwijt door 5G?
Bijenhouden (2022), Volume: 16, Issue: 4 - ISSN 1877-9786 - p. 6-8. -
Samen imkeren 2.0
Wageningen: Wageningen Plant Research -
Honey bee colony loss rates in 37 countries using the COLOSS survey for winter 2019–2020 : the combined effects of operation size, migration and queen replacement
Journal of Apicultural Research (2023), Volume: 62, Issue: 2 - ISSN 0021-8839 - p. 204-210.