Project

Een totaalsysteem voor plaagbestrijding met generalistische predatoren

In de glastuinbouw gaat de omschakeling naar biologische bestrijding van een bepaalde plaag zoals trips of spint, vaak gepaard met het optreden van secundaire plagen zoals bladluis, rupsen, mineervlieg, weekhuidmijt, en schadelijke wantsen. Het selectief chemisch bestrijden van deze andere plagen is meestal onmogelijk door de nevenwerking van chemische middelen op natuurlijke vijanden. Iedere plaag afzonderlijk bestrijden met specifieke natuurlijke vijanden is of niet mogelijk, of onvoldoende effectief en te kostbaar.

Biologische bestrijdingssystemen

Het optreden van deze nieuwe plagen is een enorme belemmering voor de verdere ontwikkeling en toepassing van biologische bestrijding in het algemeen en kan zelfs reden zijn om weer terug te vallen op een totale chemische bestrijding van alle plagen. Er is dus grote behoefte aan robuuste en betaalbare biologische bestrijdingssystemen die meerdere plagen tegelijk aanpakken.

Roofwantsen

Generalistische roofwantsen van de families Anthocoridae (Orius soorten) en Miridae (e.g. Macrolophus) bieden door hun brede prooidieet zeer veel potentie voor bestrijding van zowel primaire als secundaire plagen. Bovendien kunnen ze preventief worden ingezet door het aanbieden van alternatief voedsel zoals stuifmeel, voermijten en/of Artemia. Verschillende studies hebben aangetoond dat het continu aanwezig zijn van predatoren ( standing army) voordat plagen optreden de meest effectieve manier van plaagbestrijding is. Recent zijn met deze benadering zeer goede resultaten behaald bij de bestrijding van trips in chrysant met Orius roofwantsen en in gerbera met miride roofwantsen voor de bestrijding van trips en wittevlieg. Zowel in chrysant als gerbera zou een bestrijdingssysteem dat grotendeels leunt op een permanente vestiging van generalistische roofwantsen een grote verandering betekenen en bepalend zijn voor alle verdere maatregelen. Bij deze omschakeling is het nog onduidelijk hoe zon bestrijdingssysteem het beste kan worden ingericht.

 

Met dit project willen we onderzoeken

1) in hoeverre een breed plaagcomplex bestreden kan worden met generalisten;

2) of aanvullende bestrijding met specialisten nodig en effectief is;

3) met welke combinaties van generalisten complementaire bestrijding kan worden behaald;

4) wat een goede bijvoerstrategie is voor generalisten; en

5) hoe inzet van generalisten gecombineerd kan worden met toepassing van fungiciden tegen schimmelziektes.

Dit onderzoek levert nieuwe wetenschappelijke inzichten op voor de ecosysteembenadering bij plaagbestrijding en is maatschappelijk van belang doordat de ontwikkelde kennis kan bijdragen aan het reduceren het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt onder glas.

Publicaties