
Project
Genetische processen in de Ecologische Hoofdstructuur
Soorten reageren op klimaatverandering door lokale adaptatie aan de veranderende omstandigheden en/of door verschuiving van hun areaal gerelateerd aan de toenemende omgevingstemperatuur.
We willen de interactie beter begrijpen om na te kunnen gaan of mitigerende maatregelen nodig zijn om soorten duurzaam te kunnen behouden. In dit project worden de genetische processen bestudeerd die plaatsvinden in gefragmenteerde populaties onder verschillende scenario’s van klimaatsverandering. De effecten van een areaalverschuiving op genetische diversiteit en mate van adaptatie zullen worden geanalyseerd voor het huidige ontwerp van de EHS, en er wordt geadviseerd over aanpassingen.
Resultaten 2011
In 2011 zijn twee wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en is één lezing gegeven.
Resultaten 2012
in 2012 is het proefschrift succesvol verdedigd en twee wetenschappelijke artikelen gepubliceerd.
De simulaties hebben resultaten opgeleverd die veel breder bruikbaar zijn dan alleen voor de structuur van de EHS. De verdeling van genetische variatie in een metapopulatie die gaat schuiven laat zien dat de meeste variatie achterblijft, ook als er geen geografische barrières zijn. Dit heeft consequenties voor het in-situ behoud van genetische bronnen van veel bomen en struiken, en ook de genetische bronnen van onze cultuurgewassen, als het klimaat verandert. Deze genetische bronnen zijn essentieel voor het ontwikkelen van nieuwe rassen voor een duurzame landbouw, die ook nog eens een groeiende bevolking moet voeden.
Vervolg
Het ingediende "vervolg projectvoorstel" heet "Survival of the first, not the fittest: interactions of range shift and evolution under global climate change elucidated with eco-evolutionary models." Het is geschreven door Marleen Cobben en Prof. Dr. Marcel Visser van NIOO. Dit voorstel is goedgekeurd bij NWO.