Project

Handelingsperspectieven in een natuurinclusieve samenleving

De transitie naar een natuurinclusieve landbouw vraagt ook om een modelmatige onderbouwen waarbij gedrag van ondernemers op korte en lange termijn een belangrijke rol speelt. Het gaat om het modelleren van ondernemers die in staat zijn om een verdienmodel rondom natuurinclusieve landbouw te realiseren.

In deze studie worden de voorwaarden onderzocht waaronder natuurinclusieve landbouw op de middellange termijn kan uitgroeien van een niche naar de meest gangbare wijze van productie en hoe gedrag daarbij een rol speelt. Hierbij wordt in het bijzonder gekeken naar de relatie tussen verschillende vormen van biodiversiteit en gedrag van ondernemers.

Plastic afval in zee

Dagelijks komen er grote hoeveelheden plastic afval in zee terecht. Wereldwijd, maar ook binnen Nederland vormt de visserij een belangrijke bron van plastic (macro) afval op zee; een ongewenste situatie die steeds meer aandacht krijgt vanuit de behoefte aan een verduurzaming van voedselproductie en circulariteit. In Nederland is een belangrijk voorbeeld van een dergelijke aanpak de Green Deal Visserij voor een Schone Zee, waarin alle stakeholders die betrokken zijn bij afval in de visserij en de verwerking daarvan allerlei maatregelen hebben afgesproken om dit probleem op te lossen. Andere initiatieven die veel steun hebben binnen de visserij, zijn Fishing for Litter, VisPluisVrij en recentelijk de opruimactie met schepen boven de Waddeneilanden om het plastic afval uit zee te vissen dat afkomstig was van het containerschip MSC Zoe. Deze laten zien dat de sector op dit onderwerp zijn beste beentje voor wil zetten.

Individueel gedrag centraal

In dit project staat het individuele gedrag van ondernemers centraal (boeren en vissers anderen) waarbij de analyse zich richt op gedrag dat biodiversiteit op landschaps- en zeeniveau bevordert. Het gaat in dit onderzoek over de vraag hoe (relatief kleinschalige) maatregelen kunnen bijdragen aan natuurontwikkeling en biodiversiteitsherstel: wat kan ieder(e) individu of organisatie doen om de biodiversiteit in zijn werkomgeving te vergroten? Vanuit wetenschappelijk oogpunt kijken we hoe individuen kunnen worden beïnvloed om hun gedrag te veranderen, en op welke schaal en in welke hoeveelheden maatregelen voor biodiversiteit zullen worden genomen om een robuuste en veerkrachtige biodiversiteit te creëren. Het project bestaat uit twee onderdelen: modelleren van gedragsveranderingen in de landbouw om natuurinclusiever te werken en biodiviversiteit te bevorderen en een gedragsverandering in de visserij om plastic terug te dringen (preventie).

Aanpak

Er wordt gewerkt aan het versterken van gedrag in microeconomische modellen om biodiversiteit te bevorderen en transities te ondersteunen. De casus richt zicht natuurinclusieve landbouw in Nederland. Daarnaast is begrip van hoe ondernemers beslissingen nemen, inclusief strategieën waarin op toekomstige zaken wordt geanticipeerd, adaptief gedrag en sociale interacties, van cruciaal belang voor de ontwikkeling economische modellen en het gebruik binnen verdienmodellen. Ook wordt gekeken naar de wijze waarop gedrag en verschillende vormen van biodiversiteit samenhangen. Hiervoor is het van belang om verschillende vormen van biodiversiteit in beeld te brengen en de relatie met gedrag van ondernemers vast te stellen. De werkwijze wordt samen door WEcR en WEnR uitgewerkt.

In dit project wordt daarnaast gewerkt aan met een aanpak die wordt toegepast en getest, waarbij sociale, economische en ecologische kennis en onderzoeksmethoden verbonden worden in de visserij. Het is de ambitie om op basis van dit project enerzijds een praktisch toepasbare werkwijze te ontwikkelen die in een handleiding beschreven wordt en als product door WUR wereldwijd kan worden toegepast, te beginnen in Nederland. Hiervoor is eerst een goed inzicht nodig in de veroorzakers en de oorzaken en vervolgens inzicht in manieren om dit op te lossen (veranderingen in gedrag of processen). Deze wezenlijke informatie ontbreekt echter nog vaak. Binnen dit project wordt daarom een nieuwe werkwijze ontwikkeld om enerzijds in interactie met (visserij) stakeholders op een veel gedetailleerder niveau dan voorheen de aard, omvang, bronnen, oorzaken, effecten en oplossingen van strandafval integraal in kaart te brengen. En anderzijds om op basis van die informatie de betrokkenen te ondersteunen in het nemen van maatregelen of het veranderen van ongewenst gedrag. Het zwaartepunt van de werkzaamheden in 2019 zullen liggen op het eerste deel, de focus in 2020 en verder op het tweede deel (deel 1 is voorwaardelijk voor deel 2).

De ambitie is om de in dit project ontwikkelde werkwijze direct toe te passen in lopende en toekomstige projecten en daarmee een consistent, wetenschappelijk fundament te plaatsen onder deze projecten.

Publicaties