Project

Preventie verspreiding rotbacterien tijdens de oogst

Pectinolytische bacteriën van de geslachten Dickeya- en Pectobacterium (soft rot Pectobacteriaceae, SRPs), veroorzaken in Nederland grote schade in land- en tuinbouwgewassen (20-30 MEuro/jaar in pootaardappelteelt). Er is geen resistentie (immuniteit) tegen SRPs bekend in commerciële rassen en er zijn geen bestrijdingsmiddelen beschikbaar.

Beheersing is daarom geheel afhankelijk van hygiëne en teeltmaatregelen. Verspreiding van de ziekteverwekker binnen een pootgoedpartij en ook tussen partijen lijkt vooral tijdens de machinale oogst plaats te vinden.

In dit project worden kwantitatieve gegevens verzameld over de mate waarin de bacterie zich tijdens de oogst verspreidt en ook hoe verspreiding voorkomen kan worden. Er wordt onderzocht in welke mate het afharden en verwonden van de knol een rol spelen bij het ontstaan van infecties. Verder wordt onderzocht hoe lang de bacteriën (planktonisch en in biofilms) op oogstmachines kunnen overleven. Tenslotte wordt het effect van wassen en het gebruik van biocide middelen onderzocht op reiniging en desinfectie van machines.

Resultaten worden door telers gebruikt bij een risico-inschatting. Zij kunnen de informatie gebruiken om kosten/baten analyses te maken m.b.t. het verwijderen van rotte knollen tijdens de oogst en het reinigen en desinfecteren van machines tussen de oogst van verschillende partijen. Door pootaardappelen te telen zonder verliezen door belangrijke ziekten als bacterierot worden nutriënten en water beter benut. De teelt van schoon uitgangsmateriaal draagt bij aan de doelstellingen van de LNV missie, nl. om te komen tot robuuste teelten met een gezonde robuuste bodem en nagenoeg geen emissies naar grond- en oppervlaktewater.

Publicaties