Project

Sustainable Palm Oil Colombia

Colombia is de belangrijkste palm olie producent buiten Azie en een steeds belangrijkere leverancier van palmolie voor Europa. In 2019 is Wageningen UR in opdracht van LNV begonnen aan een 2-jarige studie samen met CENIPALMA het Colombiaanse oliepalm onderzoeksinstituut. Doel is de mogelijkheden te begrijpen om palmolie circulair en zo efficiënt mogelijk te produceren.

Efficiëntie

Het onderzoek richt zich op efficiënt land, nutriënten en biomassagebruik. Met behulp van Wageningse modellen en data van Cenipalma (het Colombiaanse oliepalmonderzoeksinstituut en partners in het project) wordt onderzocht wat het opbrengst-gat is tussen huidige productie en potentiele productie en wat de mogelijkheden zijn om deze te dichten.

Met behulp van modellen wordt ook onderzocht of palmolie in combinatie met ander gewassen kan worden geteeld. Dit gebeurt al vaak in de eerste 4 jaar van de plantage als ruimte nog niet is dichtgegroeid, maar kan ook gedurende de hele 25 jarige teeltperiode bijvoorbeeld door cacao en oliepalm samen te telen. Dit levert vaak meer opbrengst per hectare en efficiënter gebuikt van de grond en inputs op.

Integratie oliepalm een veehouderij

Omdat men in Colombia claimt dat oliepalm niet ontbost maar op grasland geteeld wordt, is ook van belang na te gaan waar dan het vee blijft. Opties om oliepalm en veehouderij te integreren zijn nooit systematisch onderzocht terwijl er wel allerlei opinies over zijn.

Risico's spreiden

Geintegreerde systemen (oliepalm met andere gewassen of met vee) kunnen ook risicos voor boeren spreiden omdat er meer bronnen van inkomen zijn. Nu een ziekte (Bud rot) de oliepalm sterk bedreigt, zien ook grotere bedrijven het gevaar van monocultuur voor hun inkomsten. Naast dit zgn. upstream onderzoek wordt ook downstream onderzoek gedaan naar circulair verwerken van de oliepalm vruchten. In de bij de plantage gelegen fabriek wordt olie gewonnen uit de vruchten waarbij een even grote hoeveelheid residu vrijkomt. De fabriek verbrandt een deel van de biomassa voor stoom- en elektriciteitsproductie. Onderzocht wordt hoe de fabriek op vergiste POME (Palm Oil Mill Effluent) draaien en een groot deel van de droge biomassa zo vrij kan maken voor andere biobased toepassingen. Op deze wijze kan een groter deel van de nutriënten worden teruggebracht naar het veld en kunnen fossiele grondstoffen of houtteelt worden vermeden. In het onderzoek worden ook methoden ontwikkeld om circulariteit te kwantificeren.

Resultaten

De resultaten van het onderzoek kunnen worden toegepast om bijvoorbeeld duurzaamheid certificeringsmethoden zoals RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) te verbeteren.

Publicaties