Project

Virale zoönosen en vectorgebonden ziekten

Dit project vormt een onderdeel van het taakgerichte deel van het WOT01-programma en omvat alle taken op het gebied van virale zoönotische en (vector-gebonden) dierziekten die meldingsplichtig zijn, zoals Blauwtong, Afrikaanse Paardenpest, Epizootische Hemoragische Ziekte, Runderpest, Pest-bij-kleine-herkauwers, Nodulaire Dermatose, Schapen-en-Geiten Pokken, Hondsdolheid, West-Nijl Koorts, Oosterse-, Westerse en Venezolaanse Paarden Encephalitiden, Japanse Encephalitis en Rift valley Koorts. In zeer beperkte mate wordt aandacht besteed aan niet-meldingsplichtige dierziekten ten behoeve van onderscheidende diagnostiek of ad-hoc verzoeken. Voorbeelden zijn Porcine Teschner (PT), Schmallenberg (SB) en Equine Encephalosis (EE).

Basiskennis en -technieken

De basiskennis wordt op niveau gebracht en onderhouden via een uitgebreid netwerk met experts op het gebied van deze exotische dierziekten. Exotische virusstammen zijn verzameld en de beperkte viruscollectie wordt continu uitgebreid met aangevraagde, recente virus-isolaten. Basistechnieken zoals virusisolatie, het kweken van virus en virusneutralisatietesten worden uitgevoerd. Moderne high-throughput diagnostiek zoals PCR- en ELISA-testen wordt indien nodig ontwikkeld en vervolgens operationeel en up-to-date gehouden ten behoeve van de uitvoering van de eerste lijndiagnostiek.

Uitvoering

De uitvoering hiervan betekent het testen van zeer beperkt aantallen in het kader van verdenkingen, grote aantallen tijdens uitbraken, monitoring, surveillance en advies. Het uitdragen van kennis aan dierenartsen middels opfriscursussen draagt ook bij aan de voorbereiding op mogelijke introducties van deze exotische dierziekten. Relevante sero- of genotyperingstesten worden ontwikkeld en op dezelfde wijze onderhouden ten behoeve van adequate bestrijding (serotype of neutralisatiegroep) en/of tracering (moleculaire epidemiologie).

Op regelmatige basis worden bijeenkomsten georganiseerd om NWWA dierenartsen en practici in het veld bij te praten en op te frissen ten behoeve het herkennen van deze exotische dierziekten op basis van klinische diagnose en het afnemen van gewenste monsters voor de eerste lijndiagnostiek.

Publicaties