Nieuws

Communities of Practice stimulans voor meervoudig ruimtegebruik op zee

article_published_on_label
18 februari 2021

De Noordzee wordt steeds drukker. Om alle gebruikers en natuur een plaats te geven moet de ruimte steeds efficiënter worden gebruikt. Hierdoor ontstaan spanningen tussen belanghebbenden. Er zijn echter ook proefprojecten die natuur, windenergie en visserij combineren op een plek. Onderzoekers van Wageningen Research hebben de rol van Communities of Practice als instrument voor dit soort innovaties geëvalueerd. Uit hun publicatie in het wetenschappelijk tijdschrift Marine Policy blijkt dat deze werkvorm een constructieve bijdrage levert aan het praktisch organiseren van medegebruik op de Noordzee.

Door de ontwikkeling van windenergie op zee is de roep om ruimtelijke ordening op zee in een stroomversnelling geraakt. Om klimaatdoelstellingen te halen wordt wereldwijd steeds vaker naar de zee gekeken als bron voor duurzame energie. In het Nederlandse deel van de Noordzee is de komende jaren een grote uitbreiding van het aantal offshore windparken gepland. Tot 2030 is een uitbreiding gepland van de huidige circa 1.5 GW naar 11.5 GW. In de periode tot 2050 komt daar minimaal 27 GW bij. Hierbij wordt een balans gezocht tussen energieproductie, het beschermen of versterken van de natuur en de Noordzee als bron van voedsel. Grootschalige aanleg van offshore windparken gaat mogelijk gepaard met effecten op het ecosysteem, en kan leiden tot conflicten met andere gebruikers zoals de visserij. De Nederlandse vissers trokken vorig jaar bijvoorbeeld nog hun steun terug voor het Noordzeeakkoord, dat afspraken over ruimteverdeling vastlegt.

Samenwerken noodzakelijk om belemmeringen te overwinnen

Beleidsmakers en onderzoekers zijn geneigd het oplossen van ruimtelijke conflicten als een ontwerpvraag aan te vliegen, die met ruimtelijke ordening kan worden aangepakt. Men wil meervoudig ruimtegebruik ontwikkelen, waarbij windparken bijvoorbeeld gecombineerd worden met natuurontwikkeling en/of met voedselproductie. In de praktijk belemmeren beleid, regelgeving, technische en sociaaleconomische factoren vaak het meervoudige gebruik. Om dit soort belemmeringen te overwinnen is samenwerking tussen alle belanghebbenden noodzakelijk. Maar samenwerken is lastig omdat onderhandelingsprocessen rond het toekennen van ruimte onderdeel zijn van een politiek proces. Niet  alle partijen hebben even makkelijk toegang tot dit proces, en ook overheersen hierin vaak grote economische belangen. De door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in 2018 gestarte Community of Practice (COP) Noordzee had dan ook als doel drempels voor samenwerken aan proefprojecten weg te nemen.

Stimulans voor ontwikkeling meervoudig ruimtegebruik

De COP Noordzee wil de ontwikkeling van meervoudig ruimtegebruik op de Noordzee stimuleren door geïnteresseerden vanuit verschillende achtergronden in proefprojecten samen te brengen. Zodat deelnemers ervaringen delen en van elkaar leren. Onderzoekers van Wageningen Research evalueerden eind 2019 de COP. De COP had op dat moment acht bijeenkomsten gehad met steeds 50-70 deelnemers. De onderwerpen waren divers: van de aanleg van oesterbanken en zeewierboerderijen binnen windparken tot verbeteringen in de vergunningafgifte voor experimenten. Hoewel COP deelnemers geïnformeerd worden over beleidsontwikkelingen, is de COP geen onderhandelingstafel. Onderhandelingen over het verdelen van de ruimte op de Noordzee zijn elders ondergebracht, zoals in het Noordzeeoverleg. Hierdoor kunnen deelnemers in een open en informele sfeer met elkaar in gesprek.

De onderzoekers concluderen dat een Community of Practice belangrijk kan zijn in het beleid voor ruimtelijke ordening van de Noordzee. Door beleid en praktijk los te koppelen en een positieve leeromgeving te creëren, stimuleert deze werkvorm de samenwerking tussen belanghebbenden in een informele setting. Zo draagt zij bij aan een transitie naar meervoudig gebruik van de zee. Het Community of Practice concept is wereldwijd toepasbaar als stimulator voor meervoudig ruimtegebruik. De onderzoekers ontwikkelden hiervoor richtlijnen, vertelt Nathalie Steins van Wageningen Marine Research: "Een valkuil voor een vanuit de overheid georganiseerde COP is dat de nadruk te veel op informatievoorziening komt te liggen, en te weinig op het van elkaar leren. Dat laatste blijft een uitdaging, ook omdat deelnemers vaak eerst een vertrouwensrelatie moeten opbouwen. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig samen stil te staan bij elkaars rol en de voortgang, en successen te vieren."

De publicatie is hier te downloaden.