Nieuws

Toename meldingen dode vissen en watervogels

article_published_on_label
11 augustus 2020

De laatste week neemt het aantal meldingen bij the Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van dode eenden en andere watervogels toe. Met dit warme weer is de kans dat botulisme een rol speelt aannemelijk. Uitbraken van botulisme komen namelijk meestal voor als de temperatuur een aantal dagen boven de 25℃ ligt.

Vogels met botulisme raken verlamd en zullen over het algemeen sterven doordat ze niet meer kunnen eten en drinken, of ze stikken door verlamming van de ademhalingsspieren. In warme zomers kan botulisme leiden tot massale sterfte van watervogels. Daarnaast kan bij vissen ook de verminderde waterkwaliteit (minder zuurstof) een rol spelen bij massale sterfte.

Wat is Botulisme voor ziekte?

Botulisme is een verlammingsziekte die wordt veroorzaakt door een sterk gif (toxine) dat onder bepaalde omstandigheden door de bacterie Clostridium botulinum wordt gevormd. De bacterie komt algemeen in Nederland voor in (water)bodems. Vissen en (water)vogels krijgen de bacterie en de sporen binnen via het voedsel. De bacterie zal bij menig watervogel zonder problemen te veroorzaken in de darm aanwezig zijn.

Wat te doen bij het vinden van dode watervogels of vissen?

Het is belangrijk dat dode watervogels en vissen worden opgeruimd om te voorkomen dat ieder kadaver een nieuwe besmettingsbron wordt voor andere vogels. Voor het al dan niet opruimen van dode dieren is de beheerder en/of rechthebbende van het water het aanspreekpunt (gemeente of waterschap). Het beleid qua opruimen, de aanwezigheid van een kadaverton op de gemeentewerf, het al dan niet inschakelen van de dierenambulance verschilt sterk per gemeente.

Het waterschap kan ook zorgen voor (betere) doorstroming van het water om daarmee het zuurstofgehalte te verhogen, de temperatuur te verlagen en de (lokale) concentraties aan toxinen en sporen te verminderen.

Informeer ook altijd het waterschap van verhoogde sterfte bij vogels in water of bij vissen, hiermee behouden zij het overzicht.

Leefomstandigheden voor de bacterie

Als de leefomstandigheden voor deze bacterie minder gunstig zijn, dan vormt hij sporen die lang in de (water)bodem kunnen overleven. Als vervolgens de leefomstandigheden weer geschikt zijn, en dat is in een eiwitrijke, zuurstofarme omgeving en een temperatuur boven de 20℃, dan gaan de sporen zich vermenigvuldigen en komen sterk giftige toxinen vrij. Als een dier deze toxinen binnenkrijgt, ontwikkelt zich botulisme, ontstaan verlammingsverschijnselen en gaat het dier dood.

Kadavers als bron van botulisme

Een kadaver is eiwitrijk en een zuurstofarme omgeving. Vandaar dat een dode watervogel of vis, die om wat voor reden dan ook is doodgegaan, en die bacteriesporen in zijn darm heeft, in combinatie met een omgevingstemperatuurboven de 20℃, de ideale omgeving is voor de vermenigvuldiging van de Clostridium sporen en daarmee de toxinen.

Zo’n kadaver kan zeer grote hoeveelheden toxinen bevatten en daarmee een bron van besmetting vormen voor andere watervogels. Wanneer zo’n kadaver uiteenvalt kan de directe omgeving besmet raken met sporen en toxinen, maar ook via insectenlarven (zoals maden van vliegen) kunnen andere vogels toxinen binnenkrijgen.

Insectenlarven die zich voeden met een besmet kadaver, nemen namelijk de toxinen op in hun lichaam waarbij er hoge concentraties  bereikt worden. Zelf hebben de larven daar geen last van, maar ze worden wel ‘toxinen-bommetjes’ voor andere vogels genoemd. Door het eten van besmette insectenlarven raken andere watervogels besmet met de gifstoffen, raken verlamd en gaan dood. Omdat ze zelf vervolgens ook weer een nieuwe bron van besmetting zijn, kunnen in korte tijd de aantallen slachtoffers enorm toenemen.

Zeven types botulisme

Er bestaan zeven verschillende toxines die worden aangeduid met de letters A tot en met G. De types C en D, of hun tussenvormen, worden het meest gevonden. Dit zijn de types waar (water)vogels gevoelig voor zijn. Vissen en visetende vogels zijn gevoelig voor type E, soms type C. De mens is gevoelig voor type A,B, E en F. Honden zijn minder gevoelig, maar kunnen de ziekte zeer af en toe oplopen.