Nieuws

Meten van veranderingen in biodiversiteit van een beschermd stuk Waddenzee vraagt lange adem

article_published_on_label
21 maart 2019

Wageningen Marine Research deed in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzoek naar een geulsysteem in de Waddenzee, ten zuiden van Rottumerplaat en Rottumeroog. Sinds 2005 vindt hier geen enkele bodemberoerende activiteit meer plaats. Pas na zeven jaar zijn de eerste subtiele verschillen zichtbaar: meer soorten onderwaterdieren en bij sommige soorten meer oudere individuen.

Na zeven tot elf jaar vooral in Boschwad positieve afwijking bodemdierengemeenschappen

Uit de analyses blijkt dat er - sinds eind 2005 - elk jaar garnalenvisserij heeft plaatsgevonden in de geulen die buiten het gesloten gebied liggen. Vanaf diezelfde tijd heeft er geen visserij meer plaatsgevonden in het gesloten gebied. Deze kennis was belangrijk om vast te stellen dat het gebied ook daadwerkelijk gesloten is geweest en dat bodemberoerende activiteiten wel aan de orde waren in de niet gesloten gebieden. We hebben gevonden dat in de eerste zes jaar nauwelijks verschillen optraden in de bodemdiergemeenschap. Maar zeven tot elf jaar na instelling van het gesloten gebied zijn subtiele verschillen in de gemeenschappen van de geulen waargenomen. In beide geulen die liggen in het gesloten gebied (Boschwad en Schild) nam de soortenrijkdom toe. Vooral in Boschwad, die in de luwte van Rottumerplaat ligt, ontwikkelde de afgelopen jaren de samenstelling van de bodemdiergemeenschap in positieve zin in vergelijking met de andere open geulen. De gemeenschap in deze geul onderscheidt zich door een hogere aanwezigheid van schelpdieren - vooral kokkels maar ook nonnetjes - en een hogere diversiteit en samenstelling van ringwormsoorten. De schelpdieren waren bovendien relatief groot (nonnetjes) en oud (kokkels).

Wat brengt de toekomst?

Momenteel zijn de verschillen in bodemdiergemeenschappen tussen het gesloten gebied en het referentiegebied nog klein en subtiel. Het kan zijn dat de verschillen tussen de geulen komende jaren groter worden, en de soortenrijkdom in Boschwad en Schild nog verder toeneemt. Tot nu toe worden in beide geulen bijvoorbeeld nog geen mosselbanken waargenomen. Het is bekend dat kokkelschelpen goed substraat vormen voor mosselzaad. Aanwezige kokkels in Boschwad kunnen daardoor de vorming van mosselbanken bevorderen. Omdat jaren met goede (mossel)zaadval maar eens in de drie tot vijf jaar voorkomen, kan dit nog geruime tijd duren. Ook is het mogelijk dat de verschillen niet groter worden of verdwijnen door periodes van hitte, kou of stormen.

Lees meer in dit dossier