Procedures voor het aanvragen van zaden

Het CGN levert zaden van land- en tuinbouwgewassen voor gebruik in de veredeling, het onderzoek of het onderwijs. Alle informatie die rond een aanvraag uitgewisseld wordt, wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Soms moeten er fytosanitaire documenten aangevraagd worden. Daarom kunnen er enkele weken zitten tussen de aanvraag en de ontvangst van de zaden.

Wie kan zaden aanvragen?

Diversiteit in ons materiaal is er om gebruikt te worden. Het CGN levert materiaal aan professionele gebruikers, waaronder gebruikers uit de publieke en private sector, veredelingsbedrijven, onderzoekers en organisaties van boeren en telers. Hoewel we in principe het materiaal aan iedereen beschikbaar willen stellen, is het daarvoor te kostbaar en leveren we alleen aan professionele gebruikers. Grote aanvragen dienen goed onderbouwd te worden.

Slechts bij hoge uitzondering en met een goede reden worden zaden aan particulieren verstrekt.

Overeenkomst voor overdracht van materiaal (Material Transfer Agreement, MTA)

Voor u een genetische bron kunt ontvangen, moet er een Overeenkomst voor overdracht van materiaal (Material Transfer Agreement, MTA) ondertekend worden door een tekenbevoegde persoon binnen uw organisatie. In de meeste gevallen wordt de Standard Material Transfer Agreement (SMTA) van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw (ITPGRFA) gebruikt. Meer informatie over de SMTA is te vinden op de site van het  ABS Focal Point.

Het afsluiten van een MTA is onderdeel van de online aanvraagprocedure. Bij een aanvraag zijn zowel contactgegevens van de aanvrager als de tekenbevoegde vereist (waaronder het verzendadres). De tekenbevoegde ontvangt een email met daarin een link waarmee de overeenkomst elektronisch getekend kan worden. Als de MTA online getekend is, ontvangen zowel de aanvrager als de tekenbevoegde een kopie van de aanvraag als PDF-bestand. De ondertekende MTA en een lijst van het aangevraagde materiaal zijn hierin opgenomen. Nadat het CGN de compleet ingevulde en ondertekende MTA ontvangen heeft, ontvangt u het aangevraagde materiaal zo snel mogelijk. Dit kan enkele weken duren.

Bij uitzondering is het mogelijk om een “papieren procedure” te volgen. In dit geval ontvangt u per post een papieren MTA en ondertekent u deze. Zodra de ondertekende MTA bij het CGN terug is, wordt het materiaal verstuurd.

Hoe meer we weten over onze collectie, des te gerichter kunnen toekomstige gebruikers materiaal selecteren. Daarom willen we graag resultaten afkomstig van experimenten met ons materiaal opnemen in ons informatiesysteem. De kans bestaat dat we hierover contact met uw organisatie opnemen. Er kan een embargoperiode voor het beschikbaar maken van de gegevens afgesproken worden. Tevens worden we graag geattendeerd op publicaties over gebruik en eigenschappen van het verstrekte materiaal.

Wanneer het materiaal wordt doorgegeven aan andere gebruikers, moet men de tekst van de MTA (meestal de SMTA) raadplegen op eventuele beperkingen wat betreft het doorgeven en gebruik van het materiaal. Wanneer u genetisch materiaal van het CGN ontvangt onder de SMTA, dient u zich aan het principe van vrije beschikbaarheid te houden. Bescherming van intellectuele eigendomsrechten wordt niet beperkt door de SMTA wanneer het materiaal voortkomt uit veredeling, zelfs al is (een deel van) het bronmateriaal verkregen van het CGN. Meer informatie over intellectuele eigendomsrechten is te vinden op het ABS Focal Point.

Plantenpaspoort en importvereisten

Bij zaadtransacties moet aan allerlei fytosanitaire eisen van het ontvangende land voldaan worden. De EU-regelgeving voor alle EU-landen is bekend bij het CGN. Binnen de EU, en dus ook in Nederland, is voor een aantal gewassen alleen een plantenpaspoort vereist. Bij de zaden van deze gewassen zal door het CGN een plantenpaspoort bijgesloten worden, welke zichtbaar is aan de buitenkant van het poststuk. Meer informatie over het plantenpaspoort is te vinden op de website van de NVWA.

De meeste niet-EU-landen maken gebruik van een systeem van invoervergunningen. De vereisten verschillen per gewas en per land. Een invoervergunning is te verkrijgen via de National Plant Protection Organization (waarschijnlijk in dienst van het Ministerie van Landbouw in uw land). Indien een invoervergunning verplicht is, is het belangrijk dat u de vergunning zo spoedig mogelijk naar ons stuurt.

Het fytosanitair certificaat wordt (in Nederland) door het CGN aangevraagd bij de National Plant Protection Organization van Nederland (NPPO-NL). Het certificaat is een bevestiging dat voldaan wordt aan de specifieke eisen van het importerende land, zoals gedefinieerd staat in de invoervergunning. Voor een snellere verwerking van zaadaanvragen vragen wij u om vooraf per email een kopie van de invoervergunning te sturen aan het CGN. Hierdoor kan het CGN het fytosanitair certificaat sneller aanvragen.

In sommige landen is het mogelijk om een kleine hoeveelheid zaden voor wetenschappelijke doeleinden te importeren zonder een invoervergunning. Vraag hiernaar bij uw National Plant Protection Organization. Indien een invoervergunning niet vereist is, laat dit dan weten aan het CGN zodat een fytosanitair certificaat kan worden aangevraagd zonder te wachten op een invoervergunning.

De levering van de zaden is afhankelijk van de MTA-procedure die, indien noodzakelijk, wordt gevolgd door het aanvragen van een fytosanitair certificaat of (binnen de EU) plantenpaspoort bij  NPPO-NL. Zodra alle documenten beschikbaar zijn, verstuurt het CGN de zaden naar de gebruiker. De totale tijdsduur tussen de aanvraag en levering kan enkele weken duren.

Kosten

Normaliter zijn er geen (administratie)kosten verbonden aan een zaadaanvraag. Wanneer gevraagd wordt om gedetailleerde informatie of aanvullende documenten is het mogelijk dat het CGN de kosten hiervoor in rekening brengt.