Nieuws

Visies op het circulaire huishouden van de toekomst

article_published_on_label
9 december 2021

Hoe ziet een circulair huishouden er in de toekomst uit? En hoe verandert circulariteit onze leefomgeving? Daarover ging het in het webinar van ‘Het circulaire huishouden’, een opmaat naar de grote conferentie Circular@wur die is verschoven naar komend voorjaar, waarbij de première van twee korte documentaires over dit onderwerp centraal stond.

“Dit gaat over mijn toekomst”, zegt Fatou Faye, scholier uit 4vwo en te zien in de documentaires, tijdens het openingsgesprek van het webinar. Zij is bang dat toekomstige generaties geen prettig leven kunnen leiden als we onze levenswijze niet veranderen. Mede scholier Jonna Coevert, valt haar bij: “‘Circulair zou het nieuwe normaal moeten zijn. Nu is een vegetarische burger nog twee keer zo duur als een hamburger van rundvlees.”

Imago zit duurzame keuzes soms nog in de weg, vinden zij. “'Veggie people' hebben een bepaalde reputatie bij jongeren”, weet Fatou. En Jonna denkt dat het nog weleens lastig kan zijn voor haar en haar vriendinnen om duurzame kleding te kopen: “Ik hoop dat Wageningen University & Research (WUR) duurzame materialen kan ontwikkelen waarmee producenten trendy en betaalbare kleding kunnen maken.”

Arthur Mol, rector-magnificus, is blij met de betrokkenheid van Fatou en Jonna. “Jullie zijn de toekomst en kunnen van ons verwachten dat wij aan betaalbare duurzame oplossingen werken. Zodat jullie kunnen kiezen voor de duurzame optie omdat prijs en kwaliteit gelijkwaardig zijn.”

Circulaire economie: de gevolgen in huis

Tijdens het webinar was er de première van twee korte documentaires waarin wetenschappers van WUR hun visies op de toekomst deelden. De eerste over de circulaire economie en de gevolgen ‘in huis’. Met Imke de Boer, hoogleraar Dieren & Duurzame voedselsystemen en haar voorspelling dat de wereld in de toekomst alleen nog voedsel voor de mens produceert, en waarbij dieren alleen nog gras eten en reststromen als bietenblad en sojaschroot.

“We gaan toe naar een meer plantaardig dieet met groente, fruit, meer peulvruchten en volkoren producten en een klein beetje vlees, melk en eieren.” Die omslag is nodig om voedsel te kunnen blijven produceren binnen de grenzen van onze planeet, stelt zij. Maar dan moet de dierlijke productie alleen al in Nederland met 50% omlaag. “En dat kan”, verwacht ze, maar dan moeten we in de toekomst anders eten nu in de westerse wereld het geval is.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Michiel Scheffer zet zich als programmamanager Sustainable textiles in voor radicale veranderingen in de textielsector. In de toekomst is onze kleding volledig vrij van fossiele materialen, voorspelt hij. “We hebben nog 99% te gaan en daar hebben we zo’n 30 jaar de tijd voor. ”Dat het kan, toont het verleden aan: “In 1900 droegen mensen katoen, linnen en hennep.”

Als we minder vlees gaan eten is er volgens Scheffer meer dan voldoende land beschikbaar voor de productie van plantaardige vezels. Nieuwe gewassen als miscanthus zijn zeer interessant als bron van textielvels. “En we kunnen veel meer gebruikmaken van vezelrijke reststromen, bijvoorbeeld van de productie van vegetarisch vlees”, aldus Scheffer, die recycling ook als belangrijke opgave ziet.  “We recyclen nu 1% van de 20 kilo vezels die een mens per jaar verbruikt.”

Goede scheiding aan de bron

Christian Bolck, programmamanager Materials, hoopt dat alle producten die het huishouden van de toekomst gebruikt zijn gemaakt van producten die al eerder zijn gebruikt. De moeilijkheid is nog: hoe scheid je de materialen na gebruik zodat ze optimaal te hergebruiken zijn? Dat vraagt allereerst een goede scheiding aan de bron door ieder huishouden, stelt hij.

“Maar vervolgens heb je altijd nog technologie nodig om de scheiding verder door te voeren.” Naast goed recyclen is het volgens Bolck ook belangrijk om goed na te denken waar we in de toekomst nieuwe grondstoffen vandaan halen. “Stelen van de maïsplant kun je bijvoorbeeld prima gebruiken om textiel van te maken.”

Maar vindt al die nieuwe duurzame technologie hun weg naar ons dagelijks leven? Dat is volgens Gert Spaargaren, emeritus-hoogleraar Duurzame leefstijlen en consumptiepatronen, geen vanzelfsprekendheid. “Er zijn goede argumenten om Nederland van het aardgas af te krijgen. Maar cold turkey een hele wijk aardgasvrij maken gaat niet werken”, stelt hij. Net zomin als dat bewoners zitten te wachten op ondergrondse CO2-opslag in de directe omgeving.

Hoe dan wel verder? “We moeten de kloof tussen wat technologisch kan en wat burgers willen dichten door experts een stapje naar de burgers te laten maken en andersom. Duurzame verandering, besluit hij, heeft vooral een sociale dimensie.”

De circulaire leefomgeving

Hoe ziet onze leefomgeving er in de toekomst uit? Daarover ging de tweede documentaire. Lawrence Jones-Walters, programmadirecteur Nature-inclusive transitions, ziet een wereld in 2050 voor zich waar de natuur ons gaat helpen om de effecten van klimaatverandering te verzachten. Hij voorspelt dat natuur en mens steeds meer dezelfde ruimte gaan gebruiken: “We can benefit nature, but also utilise nature for our benefit.”

Jeroen Sluijsmans, projectleider Onderzoeksprogramma zonneparken, stipte de kansen aan voor meervoudig landgebruik in combinatie met zonne-energie. Zeker in gebieden die door klimaatverandering met meer droogte te maken krijgen, kunnen zonneparken en landbouw bijvoorbeeld goed samengaan, stelt hij: “Onder zonnepanelen kan een microklimaat ontstaan waar tot wel 30% minder water verdampt. Gewassen die je daar teelt, lopen dan minder schade op.”

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Eveline van Leeuwen, hoogleraar Urban Economics, gaf een inkijkje in de toekomst van de stad. Die wordt een stuk gezonder en groener dan nu, voorspelt ze. Meer groen betekent dat de stad bijvoorbeeld beter gewapend is tegen perioden van hitte en extreme regenval. Een duurzame stad vraagt volgens haar ook dat mensen producten anders gaan gebruiken: “Het vraagt om ander gedrag: minder producten, geen wegwerpproducten meer, vaker spullen delen en recyclen.” En dat vraagt dan weer om een infrastructuur die dat mogelijk maakt.

De sociale kant van circulariteit

In Den Haag moet het binnenstedelijk industriegebied De Binckhorst transformeren tot een duurzaam stadsdeel waar volop wordt gewoond en gewerkt. “De Binckhorst heeft een geschiedenis van veel kleine bedrijven die gericht waren op het hergebruik van materialen maar ook tot het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt”, aldus Marleen Buizer, universitair docent Maatschappijwetenschappen.

Die sociale kant van circulariteit moet behouden blijven, vindt zij, ook als er straks minimaal 5.000 woningen verrijzen. Voor de ontwikkeling van het gebied moet nabijheid het leidende principe zijn. Dat de compost die wordt ingezameld in de eigen stadsboerderij wordt verwerkt bijvoorbeeld. En dat je voor nieuwe meubels niet naar IKEA hoeft te rijden, maar bij een wijkwinkel terechtkunt die spullen maakt uit hergebruikt hout.

Het webinar gaf de deelnemers alle ruimte om vragen stellen en de dialoog aan te gaan met WUR professoren Martha Bakker en Hans van Meijl en Imke de Boer en Katrien Termeer.

Hiervan werd veel gebruik gemaakt en in deze discussie werd vooral duidelijk dat er veel afhankelijkheden zitten tussen al deze visies, die in ieder geval samenkomen in het gebruik van ons land en in de sociale dimensie Zeker is dat het circulaire huishouden een onderwerp is dat verdere verdieping verdient. Dat gebeurt tijdens het congres Circular@WUR dat nu gepland is in april 2022.