Project

Kenmerken zeldzame rassen in agro-ecologische landbouwsystemen

In de landbouw neemt de aandacht voor biodiversiteit toe. Op verzoek van De Stichting Zeldzame Huisdierrassen is gekeken naar kenmerken van Nederlandse zeldzame veerassen die van meerwaarde kunnen zijn in agro-ecologische landbouw. Kenmerken als robuustheid, een betere vruchtbaarheid, en toekunnen met een energiearmer dieet worden genoemd door houders en deels bevestigd door experts, een verdere wetenschappelijke onderbouwing is nodig.

Het doel van dit onderzoek was op zoek te gaan naar de kenmerken van landbouwhuisdieren, oftewel productiedieren als runderen, schapen of geiten, in de agro ecologische systemen om uiteindelijk de verwachtte meerwaarde van de zeldzame rassen in duurzame voedselsystemen te kunnen onderbouwen met wetenschappelijke resultaten. Door de “high input – high output” systemen en daarvoor gefokte rassen is de verscheidenheid aan rassen verloren gegaan en wordt de landbouw wereldwijd gedomineerd door een of enkele specifieke productierassen (bijvoorbeeld het Holstein ras bij melkvee). Verondersteld wordt dat de van oorsprong Nederlandse landbouwhuisdierrassen, eeuwenlang gefokt en aangepast aan lokale omstandigheden een rol kunnen spelen in agro-ecologische systemen. Wetenschappelijke onderbouwing over de meerwaarde van deze rassen en hun mogelijke rol ontbreekt, alsmede hierop gebaseerde verdienmodellen.

Onderzoeksvragen

De onderzoeksvragen waren: in welke systemen worden de oorspronkelijke Nederlandse landbouwhuisdierrassen (runderen, schapen, geiten, varkens, paarden en pluimvee) nu gebruikt en welke kenmerken zijn daarvoor van belang?

  • Welke van oorsprong Nederlandse rassen zijn er en hoe zeldzaam zijn ze.
  • Wat zien de veehouders en diereigenaren van deze rassen als kenmerken van hun dieren die een meerwaarde geven voor hun bedrijfssysteem?
  • In hoeverre komt dit overeen met een agro-ecologische bedrijfsvoering?
    • Wat zijn de economische aspecten die het houden van zeldzame rassen bij een bepaalde bedrijfsvoering tegen houden of juist bevorderen?
  • Is er voldoende informatie beschikbaar over deze kenmerken?
    • Wat laat de beschikbare data zien? Is er bewijs dat de zeldzame rassen inderdaad meer geschikt zijn voor een biodiversiteits-vriendelijke landbouw?
    • Kunnen deze kenmerken door fokkerij verder versterkt worden?

Resultaten

Dit onderzoek is met behulp van studenten uitgevoerd en heeft geleid tot rapport 370: “Een zeldzaam mooie toekomst?”. Er zijn interviews afgenomen bij houders van zeldzame Nederlandse rassen van deze soorten en met experts op het gebied van genetica, voeding, houderij en beleid. Alle dierhouders noemden onderscheidende kenmerken van deze rassen ten opzichte van de meest gebruikte hoog productieve rassen in Nederland (en wereldwijd). Kenmerken die deze rassen passend maken in een natuurvriendelijke landbouw, zoals robuustheid, een betere gezondheid en toekunnen met variatie in kwaliteit en een schraal dieet worden met name voor runderrassen en sommige schapen- en geitenrassen genoemd. Paarden, die in Nederland minder in de voedselproductie worden gebruikt, onderscheiden zich vooral door een rustiger karakter. Deze verschillen werden door de experts bevestigd. Er liggen voor deze diersoorten dus zeker mogelijkheden voor het gebruik in agro-ecologische landbouw. Meer onderbouwing en onderzoek, ook naar pluimvee- en varkensrassen is echter gewenst.

Concluderend kan gezegd worden dat er zeker mogelijkheden zijn voor het gebruik van de Nederlandse zeldzame rassen in de agro-ecologische landbouw. Met name voor runderen worden deze kenmerken als robuustheid en een betere vruchtbaarheid in de praktijk benut, maar ook voor de andere diersoorten liggen er mogelijkheden. De genoemde kenmerken van de Nederlandse zeldzame rassen worden deels bevestigd door de experts, maar een verdere wetenschappelijke onderbouwing is nodig en gewenst.

Het vervolg

Gerelateerd aan dit onderzoek gaat het WUR onderzoeksproject “Fokdoelen en runderrassen voor natuurinclusieve kringlooplandbouw” van start. Hierbij ligt de focus naast runderen op het (wetenschappelijk) onderbouwen van dier en raskenmerken (ook wel het fokdoel) die passen binnen natuur-inclusieve bedrijfssystemen. Wij denken dat meer aandacht voor natuurinclusieve kringlooplandbouw ook nieuwe kansen kan bieden voor onze Nederlandse dubbeldoelrassen. De komende vier jaar (2021-2024) worden biodiversiteitskenmerken, bedrijfskenmerken, dierprestaties en verdienmodellen voor de veehouder in kaart gebracht.