Wereldlezing ‘Transitie naar een duurzame mode-industrie, hoe dan?’

Tijdens de wereldlezing op 14 november 2019 stond de vraag ‘transitie naar een duurzame mode-industrie, hoe dan?’ centraal. Drie sprekers gingen vanuit hun eigen expertise in op deze vraag. Kim Poldner, Assistant Professor in Entrepreneurship & Organization bij WUR en stichter van het Circular Fashion Lab, pleitte in haar pitch voor kleding lenen, ruilen of tweedehands kopen, omdat er eigenlijk al te veel kleding op de wereld is. Het meeste hiervan wordt niet gerecycled en weggeven aan arme landen wordt door de ontvangers steeds minder gewaardeerd. Als we dan toch blijven kopen, dan moet deze kleding eigenlijk van sterk materiaal gemaakt worden dat lang meegaat, en dat daarna 100% gerecycled kan worden, zoals hennep.

Pauline Harmsen, senior onderzoeker bij WUR, ging in op de (grond)stoffen die we gebruiken voor het maken van textiel. Een duurzame mode-industrie zou volgens haar rekening moeten houden met het gebruik van minder schadelijke stoffen in de productie, een langer gebruik van kleding en het verbeteren van de recycling van kleding. Nu zijn veel kledingstukken gemaakt van een mix van vezels, waardoor de individuele stoffen moeilijk te recyclen zijn. Voor een circulaire mode-industrie is het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en het optimaliseren van het recyclen van vezels van groot belang. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van monovezels of door het vinden van een manier om gemengde vezels intact te laten.

Ariane Biemond, Senior Corporate Responsibility Coordinator bij PVH, portfoliomanager van merken als Tommy Hilfiger en Calvin Klein, vertelde over strategieën voor circulair ontwerp bij grote merken. Tommy Hilfiger is veel bezig met circulair en inclusief design. Dit houdt onder andere in dat circulaire principes in het design geïntegreerd moeten worden. Tommy Hilfiger wil daarom hun designers trainen in circular design en het gebruik van 3D ontwerp stimuleren, zodat de circulariteit direct getest kan worden. Het merk heeft verschillende strategieën om circulariteit te realiseren, waaronder het verbeteren van de repareerbaarheid van kleding en de mogelijkheid om kleding volledig uit elkaar te kunnen halen, zodat de stoffen beter gerecycled kunnen worden.

Ook tijdens de discussie kwamen er veel ideeën naar boven om een duurzame mode-industrie te realiseren, bijvoorbeeld het bemiddelen van kledingruil door grote merken en het aanpakken van modetrends door het produceren van tijdloze kleding of het helpen realiseren van een individuele stijl per persoon. Bijna iedereen in de zaal was het in ieder geval eens over hun wens voor 2030: dan is de mode-industrie hopelijk geheel circulair.

Kim Poldner is Assistant Professor of Entrepreneurship & Organization and founder of the Circular Fashion Lab. Kim obtained her PhD at the University of St. Gallen, Switzerland: for her PhD project she longitudinally studied 58 sustainable entrepreneurs in the fashion industry. Her research interests evolve at the crossroads of entrepreneurship, aesthetics and sustainability and she has written award winning case studies on sustainable fashion pioneers such as Veja and Osklen.

Kim teaches the course Circular Entrepreneurship: Co-creating the circular economy and supervises MSc thesis projects on this topic.

The Circular Fashion Lab brings designers and companies together with researchers and students to answer pressing questions in fashion supply chains. Kim is specifically interested in developing the business case for circular fashion.

Before she embarked on an academic career, Kim was founder of the first eco fashion store in The Netherlands in 2005 and founder of online platform Eco Fashion World. Her green wardrobe, including her up cycled wedding dress, was exhibited during the exhibition Wear I Am in 2017.