Inauguratie

Gezonde leefwijze is ook een zaak van voedingsindustrie en arts

Van de niet-aangeboren hart- en vaatziekten in Nederland is tachtig procent terug te dringen met een gezonde leefstijl, waarbij de meeste winst is te behalen voor mensen met een laag inkomen. Om de gezonde en duurzame leefwijze te laten inburgeren is een rol weggelegd voor de voedingsindustrie, maar ook voor ziekenhuisartsen. Aldus prof. Marianne Geleijnse, persoonlijk hoogleraar Voeding en hart- en vaatziekten, in haar inaugurele rede op 13 oktober aan Wageningen University & Research.

Organisator Wageningen University, Humane Voeding & Gezondheid
Datum

do 13 oktober 2016 16:00 tot 18:00

Locatie

De westerse leefstijl met weinig beweging en een ongezond eetpatroon met veel zout, is de belangrijkste veroorzaker van hart- en vaatziekten Slechts tien procent van de risico’s voor deze aandoeningen zijn te verklaren vanuit het DNA. “Dat zien we ook in opkomende economieën in Azië en Afrika, die de westerse manier van leven omarmen. De opkomst van hart– en vaatziekten en andere leefstijlaandoeningen is er navenant”, zegt prof. Geleijnse in haar rede ‘Goede voeding voor het hart – zorg dat het klopt’.

Gezonde levensjaren

Het aantal gezonde levensjaren bij Nederlandse bevolkingsgroepen met een laag inkomen is achttien jaar minder dan bij groepen met een hoog inkomen. De lage inkomensgroepen leven ook zo’n zeven jaar korter dan hun rijkere landgenoten. “De ‘goede voedingsboodschap’ gaat aan die groep voorbij”, licht prof. Geleijnse toe. “Zij worden in beslag genomen door psychische, lichamelijke of financiële problemen. En de communicatie over voeding, zoals met gezondheidsapps, is vooral gericht op kennis die vooral hoger opgeleiden aanspreekt.”

De gezonde keuze zou de makkelijke keuze moeten worden, bepleit prof. Geleijnse. De openbare ruimte zou daarbij meer uitnodigend kunnen zijn om te bewegen, met gezond voedsel vaker in het blikveld. Daarnaast is er een rol voor de levensmiddelenindustrie. Minder zout en suiker in producten en meer goede vetten. “Daarmee worden alle Nederlanders bereikt.”

Arts en voeding

Minder dan de helft van de hartpatiënten komt na ziekenhuisopname in een revalidatieprogramma met aandacht voor leefstijl. “Artsen vertrouwen meer op effectiviteit van medicijnen en er is twijfel of de patiënt een leefstijlverandering volhoudt. De communicatie daarover gebeurt niet optimaal”, concludeert prof. Geleijnse. “Een gemiste kans, omdat de patiënt de dokter als een betrouwbare bron ziet. Het ziekenhuis is bij uitstek de plek om een gezonde en ontspannen leefstijl te promoten.”

Voedingsindustrie

Om een verschuiving naar een gezonder voedingspatroon te bewerkstelligen is het Voedingscentrum niet voldoende, zegt de Wageningse hoogleraar. Om het voedselaanbod, de productportfolio van fabrikanten, te wijzigen is een kruisbestuiving met kennisinstellingen nodig. De voedingsindustrie profiteert van de academische kennis. “ Het onderzoeksgeld moet niet alleen door de belastingbetaler of de collectebusloper worden opgehoest. Ik vind het redelijk als ook de voedingsmiddelenindustrie meebetaalt”, argumenteert prof. Geleijnse.

Duurzame voeding

De voedselkeuze door consumenten raakt het milieu en andere zaken die met duurzaamheid te maken hebben. Prof. Geleijnse concentreert zich binnen Humane voeding ook op dit thema. “Als het gaat om voeding kunnen gezond en duurzaam heel goed samengaan. De visconsumptie is echter een aandachtspunt vanwege het probleem van overbevissing.”