‘Cacaoteelt is een traditie, er zijn bovendien amper alternatieven’

In het Westen eten we steeds meer chocolade, met een stevige impuls tijdens de corona-jaren. Maar in Afrika worden de producenten van de grondstof cacao daar niet beter van. De circa drie miljoen meest kleine boeren kampen al decennia met grote problemen.

Vooral in de West-Afrikaanse landen Ghana en Ivoorkust, waar zeventig procent van de cacao vandaan komt, leeft driekwart van de cacaoboeren onder de armoedegrens. ‘Hun povere inkomsten gaan op aan primaire behoeften als voedsel, medicijnen en schoolgeld. Er blijft weinig over om te investeren in de broodnodige verbetering van de teelt’, constateert senior onderzoeker Yuca Waarts van Wageningen Economic Research.

 ir. Yuca Waarts, senior onderzoeker duurzame ketenontwikkeling bij Wageningen University & Research
ir. Yuca Waarts, senior onderzoeker duurzame ketenontwikkeling bij Wageningen University & Research

Oude bomen en uitgeputte bodem

De cacaoboeren telen daardoor langer door met oude cacaobomen, die ze eigenlijk na twintig jaar zouden moeten vervangen. De bodem raakt bovendien uitgeput doordat ze geen geld hebben voor mest, en composteren is ingewikkeld. Vaak nemen ze nieuw areaal in productie door een stuk regenwoud te kappen. Op deze manier is in ‘s werelds grootste cacaoproducerende land Ivoorkust vanaf 1970 tachtig procent van de tropische bossen gekapt voor de cacaoteelt, schat het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Daar komt bij dat temperatuurstijging en een veranderend neerslagpatroon als gevolg van klimaatverandering negatief kunnen uitpakken voor de cacaoteelt. Vooral langere perioden van droogte zijn desastreus voor de cacaobomen, die het best gedijen in het vochtige klimaat van het tropisch regenwoud.

Twee derde gecertificeerd

Om verbetering te brengen in de situatie van de kleine cacaoboer zijn onder meer keurmerken in het leven geroepen. De consument lijkt ook bereid voor verantwoorde chocolade te betalen. Een populair merk is bijvoorbeeld Tony’s Chocolonely. Dit werd in 2012 door het journalistieke televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde ontwikkeld met het ideaal om de positie van cacaoboeren te verbeteren. De karakteristieke repen doen het niet alleen goed in supermarkten maar ook als hip cadeautje in de markt van relatiegeschenken. Het merk omvatte in het boekjaar 2019-2020 16 procent van de Nederlandse markt.

Prijs voor cacao stijgt niet mee met groeiende vraag

De verwachting is dat economisch sterk opgekomen landen als China en India de wereldvraag naar cacao gaan opstuwen van vier naar vijf miljoen ton per jaar. Dat zou volgens de wetten van de economie tot een prijsverhoging moeten leiden, maar dat valt flink tegen, constateert Yuca

Waarts. ‘Sterker, er lijkt eerder sprake van een overaanbod van cacao, doordat meer kleine boeren cacao gaan produceren. We spreken al decennia over vermindering van armoede voor cacao boeren en er is enorm veel geïnvesteerd in de sector’, maar ze ziet het niet terug in klinkende cijfers.

Alleen grotere boeren profiteren

Hoe kunnen we begrijpen dat een wereldwijd gewild product als cacao zowel agronomisch als economisch op een laag pitje blijft draaien? ‘De cacaoprijs fluctueert voortdurend, vertoont een dalende trend en is niet lonend. Toch zetten boeren er, als ze kunnen, zelfs met een dalende prijs een paar bomen bij. Het merendeel van de boeren heeft te weinig land of kan te weinig investeren om een goed inkomen te verdienen. Maar cacaoteelt is een traditie die in elk geval wat zekerheid biedt. Er zijn bovendien amper alternatieven’, verklaart Waarts.

In november becijferde zij in het rapport 'Balancing the Living Income Challenge' dat zelfs als we twee keer zoveel zouden betalen voor chocolade weliswaar het inkomen van alle kleine boeren in Ghana en Ivoorkust stijgt, wat heel belangrijk is omdat ze erg arm zijn, maar dat veel boeren er nog steeds geen fatsoenlijk inkomen aan overhouden. Dat komt doordat ongeveer zeventig procent van de boeren slechts dertig procent van de hoeveelheid cacao produceert. ‘Het verhoogt het inkomen voor de armste boeren slechts een klein beetje. De prijsverhoging komt vooral terecht bij de grotere boeren, die grotere volumes telen. En de hogere prijzen kunnen ook tot overproductie leiden.’

Diversificatie

Zij ziet daarom vooral meer heil in diversificatie van de cacao-teelt. ‘Naast cacaobonen kunnen boeren ook een inkomen halen uit cashewnoten, koffie en palmoliebomen. Maar door de armste boeren moet ook buiten de landbouw inkomen verdiend worden omdat ze te weinig kunnen verdienen met de boerderij. En basis-uitkeringen van de overheid en corporaties en vergoedingen voor natuurbeheer en de opslag van CO2 door bomen (‘carbon credits’) kunnen ook helpen om een leefbaar inkomen te bewerkstelligen.’