Impact story

Levende waterwerken bouwen met de natuur

In Nederland maar ook in Bangladesh en Midden-Java bouwen wetenschappers van Wageningen University & Research mee aan natuurlijke manieren om met water om te gaan. Waterwerken zien niet langer grijs van beton maar groen van de mangrovebomen.

De strijd tegen het water wordt, als het aan Wageningen University & Research (WUR) ligt, veeleer een samenwerking. Wetenschappers van de WUR zorgen ervoor dat waterbouwprojecten veel groener worden, vaak samen met Deltares. Een waterkering of dijk kan meestal in samenwerking met de natuur veel meer doen dan bewoners beschermen tegen overstroming. Met de juiste benadering worden natuurlijke processen intact gelaten of vormen ze zelfs de oplossing. Building with Nature, ook wel eco-engineering genoemd, roept zo oesterriffen in het leven, gebruikt de stroming om slib aan te voeren en haalt mangrovebomen terug om water tegen te houden.

Oesterriffen die erosie tegengaan

Op eigen bodem is WUR-onderzoeker Brenda Walles bijvoorbeeld bezig met oesterriffen in de Oosterschelde. De stormvloedkering daar heeft gezorgd voor een constante erosie van de slikken en platen, waardoor een belangrijk habitat verloren dreigt te gaan.

Door lege oesterschelpen te plaatsen, op hun plek gehouden door een ijzeren constructie, werd er daar een vestigingsbodem gecreëerd voor oesterlarven. Het levende oesterrif dat zo ontstaat, groeit natuurlijkerwijs en houdt de slikken en platen in stand door de golven van de Oosterschelde te breken. Die zwakkere golfslag verplaatst veel minder zand, waardoor het unieke habitat van de zeearm bewaard blijft. Hier worden de krachten van de natuur gebruikt om de natuur in stand te houden.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Mangrovebomen tegen overstroming

De oesters helpen in Bangladesh ook om overstromingen tegen te gaan. Het verdwijnen van mangrovebos heeft dat gebied kwetsbaar gemaakt voor noodweer en de stijging van de zeespiegel als gevolg van klimaatverandering. WUR heeft net als in de Oosterschelde oesterriffen aangelegd, die slib aan de kust vasthouden. In dat slib kunnen de mangroves terug groeien, die op hun beurt beschermen tegen een stortvloed.

In samenwerking met de NGO Solidaridad en de universiteit van Khulna is onderzocht hoe bovendien mangrovebladeren kunnen dienen als voedsel voor garnalen, een voedsel- en inkomstenbron voor de lokale bevolking en vissers. Omdat de ingreep op deze manier ook op korte termijn voordelen oplevert, creëert het extra draagvlak onder de Bengalezen.

In Midden-Java wordt het werk van de oesters gedaan door houten dammen, maar het principe is hetzelfde. Op sommige plekken was de kust van dat eiland tot wel drie kilometer geslonken na het verdwijnen van de mangroves. Langs meer dan 20 km van de kust zijn nu dammen aangelegd en ook al nieuwe mangroves geplant. Samen met de bomen groeit de kust langzaam terug.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

De stroming het werk laten doen

Terug in Nederland wordt er, samen met de natuur, gewerkt aan de kwelders in de Waddenzee en bij Harlingen. Om de havens daar toegankelijk te houden, worden die gebaggerd met een sleephopperzuiger, die het slib voor de haven in zee verspreid. Met subsidie van het Waddenfonds konden wetenschappers van WUR daar een zogenaamde slibmotor uitproberen. Dat is een strategie waarbij er van zeestromingen gebruik gemaakt wordt om het gebaggerde slib naar verder gelegen kwelders te transporteren.

En dat werkte! Het baggeren draagt zo bij aan de groei van de kwelder, die niet meer onder de stijgende zeespiegel dreigt te verdwijnen. Op een grotere kwelder is meer ruimte voor biodiversiteit; brede kwelders zijn bijvoorbeeld een goede broedplaats voor vogels. Niet alleen blijven de havens toegankelijk maar ook de natuur profiteert. Met wat hulp van de wetenschap helpt de natuur zichzelf.