
Schapen-en-geitenpokken
Schapen-en-geitenpokken (SGP) of Capripox is een virusziekte veroorzaakt door een pokkenvirus (Capripoxvirus).
Naast schapen en geiten kunnen ook runderen besmet worden met SGP. Bij runderen die besmet zijn met SGP verloopt de ziekte volledig subklinisch, dus zonder duidelijk waargenomen klinische verschijnselen.
Het virus dat SGP veroorzaakt, is wel verwant aan het virus dat bij mensen pokken veroorzaakt, maar is niet besmettelijk voor mensen. Het virus dat SGP veroorzaakt is een dsDNA-Virus van het geslacht Capripoxvirus uit de familie van de Poxviridae. Er is maar een serotype van het schapen-en-geitenpokkenvirus bekend.
Verspreiding
Besmetting
Klinische verschijnselen
De mate waarin dieren ziek worden of doodgaan als gevolg van SGP is sterk afhankelijk van de variant van het virus, de leeftijd van de dieren en van de mate waarin de dieren specifieke weerstand hebben opgebouwd tegen het virus. Bij volwassen dieren kan tot 80% van een koppel ziek worden en tot 50% doodgaan. Bij jonge dieren kan 100% van de dieren ziek worden en tot 95% van de dieren doodgaan. In regio’s waar SGP regelmatig voorkomt is de mortaliteit meestal rond de 5 à 10% van een koppel dieren. In gebieden waar de ziekte niet voorkomt en dieren dus geen weerstand hebben opgebouwd, worden in principe alle dieren ziek en is het ook mogelijk dat ze aan de ziekte sterven. Zowel bij jonge als oude dieren kunnen secundaire infecties zorgen voor een verhoogde sterfte.
In sommige gevallen, met name daar waar de dieren weinig weerstand hebben, kunnen de verschijnselen zeer ernstig zijn. Dieren worden ziek, krijgen koorts en eten slecht. Daarnaast kunnen zij 'echte' pokken krijgen. Deze beginnen met rode plekken, met name op plaatsen waar geen wol of haar zit. Deze rode plekken ontwikkelen zich tot blazen, puisten en tenslotte tot dikke korsten. De dieren hebben hierbij ook vaak oog- en uierontsteking. Tenslotte kunnen ook de longen aangetast raken, waardoor veel van de dieren sterven.
Verschijnselen:
- verhoogde temperatuur
- verminderde voeropname
- ontstoken ogen
- ontstoken uier
- pokken
- aantastingen van de longen.
Diagnostiek
- Identificatie agens:
- Viruscultuur
- Immunologisch inoculatie
- Nucleid acid herkenning
- Serologische test:
- Virusneutralisatie
- Agar gel immunodiffusie
- Indirecte fluorisatie-antilichaam-test
- Western blot analyseo
- ELISA