Statement

Bouwen aan een wereldwijde, door wetenschap gedreven consensus over landbouw-, voedsel- en voedingssystemen

Nu de wereld zich voorbereidt op de Food Systems Summit van de VN, is er een groeiend besef dat deze top geen einde betekent maar het begin is van een nieuw systeem om landbouw, voedsel en voeding te reguleren, waarbij spelers uit de hele voedselketen betrokken worden.

Er is niet één voedselsysteem; er zijn tienduizenden voedselsystemen. De productie en consumptie van voedsel zijn over het algemeen locatiespecifiek en gebaseerd op cultuur en traditie. En toch bestaat geen enkel voedselsysteem in isolatie. Boeren en bedrijven reageren op de consumentenvraag van over de hele wereld, en consumenten reageren op het lokale aanbod. Wanneer er in een regio land wordt ontgonnen of wanneer water wordt gecontroleerd in een stroomgebied, kan dit een regionale of zelfs wereldwijde impact hebben. Uitstoot van broeikasgassen door bosbouw, productie van gewassen en dierlijke productie, maar ook de verwerking, het transport en de distributie van voedsel (inclusief voedselafval) dragen allemaal in belangrijke mate bij aan klimaatverandering. Voedsel moet veilig, voedzaam, gezond, betaalbaar (verkrijgbaar) en duurzaam geproduceerd zijn. Voedsel is van centraal belang voor de gezondheid en de veerkracht van samenlevingen bij het omgaan met een plotselinge ramp zoals een pandemie.

Vertrouwen herstellen

Veel mensen erkennen het belang van landbouw, voedsel en voeding, maar er is geen algemene consensus over de weg vooruit. In veel geïndustrialiseerde westerse landen is voedsel een bron van onenigheid geworden. Er zijn zoveel twistpunten: dierenwelzijn, klimaatverandering en het gebruik van chemicaliën en genetische technieken zijn allemaal voorbeelden. Deze debatten worden verder gecompliceerd door miscommunicatie of misinformatie, maar ook door meningsverschillen. Dit leidt steeds meer tot verwarring en zelfs tot twijfel over wetenschappelijk bewijs omtrent klimaatverandering. De wetenschap lijkt te worden gebruikt als een soort supermarkt met geïnterpreteerde ideeën en feiten; niets meer dan een uiting van deelbelangen en waarden. Dit resulteert in een gebrek aan vertrouwen en onenigheid over de beste weg vooruit.

Wetenschapsdiplomatie

Wetenschap is een leerproces en is steeds meer betrokken bij de burgermaatschappij. Wetenschap is echt internationaal en kan beleidsmakers en landen helpen een nieuwe weg vooruit te banen en daarbij van anderen te leren. Met andere woorden: wetenschapsdiplomatie. Het is tijd om de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen, zodat we over geschillen wat betreft factoren, belangen en waarden heen kunnen stappen. Er zijn rondetafelgesprekken en dialogen nodig om wetenschappers, overheden, de burgermaatschappij (inclusief ngo's en consumentenorganisaties) en particuliere ondernemingen, inclusief boeren, te verbinden. Er moet vooral vertrouwen en engagement worden gecreëerd om de vraagstukken omtrent voedsel aan te pakken.

Contactpunt tussen beleid en wetenschap

Omdat voedsel en landbouw zo divers zijn, is het lastiger om de aandacht naar op wetenschap gebaseerde lessen te doen gaan. Gevestigde klimaatorganisaties, zoals het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), kunnen ook inspiratie bieden. Deze organisaties maken wetenschappelijke toetsing mogelijk, bouwen aan consensus over nationaal en internationaal beleid en geven vorm aan de wetenschappelijke agenda. In dezelfde trant is er behoefte aan een gecoördineerd en inclusief contactpunt, waar wetenschappelijke inzichten kunnen worden geverifieerd en gedeeld voordat ze in beleid, wetten en vertrouwen worden omgezet, zodat alle belanghebbenden bereid zullen zijn om in actie te komen. Een belangrijke en duurzame uitkomst van de Food Systems Summit zou zijn om een contactpunt op te zetten waar nationale en internationale programma's kunnen worden ontwikkeld en uiteindelijk te zorgen voor veilig, voedzaam, duurzaam en betaalbaar voedsel voor iedereen.

Prof.dr.ir. Louise O. Fresco is de voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen University & Research en vicevoorzitter van de wetenschappelijke groep van de UNFSS