De samenleving heeft een gemeenschappelijk doel nodig

Na een ochtend met parallelsessies rond de vier pijlers biosfeer, samenleving, economie en partnerships stond de middag van dag drie in het teken van de routes op weg naar een biobased circulaire samenleving. Bij afwezigheid van Imke de Boer gaf Martin van Ittersum, hoogleraar Plantaardige productiesystemen, zijn visie met de biosfeer als perspectief.

De transitie naar een biobased en circulaire samenleving moet volgens Van Ittersum volgens vijf principes vorm krijgen: “Allereerst moeten we de gezondheid van ecosystemen beschermen. Dat betekent: weg van monoculturen en kiezen voor biodiversiteit op alle niveaus. Het betekent ook diversifiëren en conserveren, dus niet langer ontbossen. Het tweede principe is dat we overconsumptie moeten voorkomen, waardoor er minder voedselverspilling en -verliezen optreden.

Ten derde moeten biomassa we biomassa en productiesystemen zo efficiënt mogelijk gebruiken: voor menselijke consumptie. Ten vierde moeten coproducten recyclen en terugbrengen in het systeem. Sommige biomassastromen zijn dan goed te gebruiken voor veevoer, kunstmest en andere materialen. Tegelijkertijd houden we koolstof in de grond en recyclen we fosfaat uit dierlijk afval en menselijke uitwerpselen. En tot slot maken we gebruik van hernieuwbare energie en minimaliseren we het energiegebruik.”

Bredere waaier aan indicatoren nodig

Van Ittersum ziet twee vragen die nog moeten worden beantwoord. Eén: hoe brengen we dit tot stand in tijd en schaal? En twee: hoe kunnen data ons verder helpen? “Bestaande indicatoren, zoals de Use Cycle Count en de Finn Cycling Index, worden al gebruikt, maar we hebben een bredere waaier aan indicatoren nodig om de voortgang te meten.”