Lok- en geurstoffen helpen plagen te onderdrukken
Met lok- en geurstoffen insecten lokken en ze dan gericht doden. Daarmee zoekt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) naar mogelijkheden om plagen te lijf te gaan, met zo min mogelijk schade voor het milieu.
De onderzoekers van PPO zoeken dan ook milieuvriendelijke remedies voor beide plagen. In beide gevallen werken de onderzoekers met lokstoffen. Wel verschilt de aanpak.
Larve taxuskever knaagt aan de wortels
Bij de taxuskever doet de larve het meeste kwaad. Deze leeft onder de grond en knaagt aan de wortels totdat die wortels dood gaan. Dan sterft uiteraard ook de plant.
Aaltjes, minuscule wormpjes, werken goed tegen de larven: de telers gieten de aaltjes bij de bomen, de aaltjes kruipen in de grond, dringen de larven in en maken ze zo dood. Nadeel is dat deze methode vrij duur is. Bovendien blijven er altijd larven over, die uitgroeien tot volwassen kevers en weer grote aantallen eitjes leggen.
Kevers komen op geurstoffen af
Daarom is er ook iets nodig tegen de kevers zelf. Er bestaan wel middelen die de kevers doden, maar die zijn niet toegestaan in het veld. Daarom hebben de onderzoekers samen met collega’s van Plant Research International geurstoffen ontwikkeld waar de kevers op af komen. Die stoppen ze samen met het keverdodend middel in een val. Zo bestrijden ze toch de kevers, zonder dat het middel in het milieu terecht komt. Deze vallen testen de onderzoekers bij kwekers in het veld. Er wordt ook onderzoek gedaan met een biologische variant, een schimmel die dodelijk is voor de taxuskever.
Bladgalmug lokken met feromoon
Voor de appelbladgalmug hebben de onderzoekers een feromoon gevonden dat de mannelijke beesten aantrekt. Zodra die hun eerste vlucht maken, komen ze in de vallen die in het veld staan. De teler weet dat hij moet gaan spuiten zodra het aantal een bepaalde drempel overschrijdt. Dit betekent dat de teler alleen hoeft te spuiten als dat nodig is en hij voorkomt dat de populatie zich opbouwt.
Lastig voor de teler is nog wel dat hij regelmatig moet kijken en ook moet weten wanneer hij moet gaan spuiten. De onderzoekers geven de kennis hierover door aan adviseurs, die de telers bezoeken.