Prestigieuze prijs voor bodemonderzoek

Gerlinde De Deyn is een ware ground-breaker. De Persoonlijk Hoogleraar bodembiologie van WUR nam tijdens de uitreiking in New York in juni 2019 de GroundBreaker Award van het platform FoodShot Global in ontvangst. Zij ontving een geldbedrag van USD 250.000 voor haar onderzoek over de wisselwerking tussen plantdiversiteit en bodemprocessen waarin bodembiologie een cruciale rol spelen. Het was een mooie erkenning van Gerlinde De Deyn als onderzoeker, “maar vooral ook een broodnodige erkenning van de bodem zelf,” voegt ze toe. “De voorzitter van FoodShot Global, Victor Friedrich, zei: ‘de bodem is niet erg sexy.’ Dat klopt. We kijken tegenwoordig veel naar de verbetering van ons voedselsysteem, maar aandacht voor de bodem is er tot nu toe nauwelijks geweest.”

Bodem erkenning

De GroundBreaker Award was onderdeel van de challenge Innovation Soil 3.0 – waarbij met bodem 1.0 en 2.0 respectievelijk het premoderne agrarische systeem en het kunstmestrijke systeem worden bedoeld. Bij bodem 3.0 gaat het volgens FoodShot’s executive director Sara Eckhouse om een symbiotische relatie tussen landbouw en bodem, waarbij begrip nodig is van hoe planten en de bodem op elkaar inwerken. En dat is precies waar het onderzoek van De Deyn op focust. De Deyn: “Een grote uitdaging bij bodemonderzoek is het bestuderen van (biologische) bodemprocessen zonder plant en bodem te verstoren, omdat de meeste technieken gebaseerd zijn op lab-analyses van materiaal uit het veld. Door het ontwikkelen van passende remote sensing technologie (samen met WUR-collega Lammert Kooistra) kunnen we inzicht krijgen in bodemprocessen zonder fysieke verstoring. Dit geeft niet enkel een meer realistisch beeld van wat er echt in het veld gebeurt; het geeft uiteindelijk ook tijdswinst.”

Het onderzoek naar de interactie tussen plantcombinaties en de bodembiologie heeft geleid tot veel praktische toepassingen voor boeren, wat voor FoodShot Global de doorslag gaf om De Deyn deze prijs toe te kennen. Sara Eckhouse: “Deze toepassingen geven boeren de mogelijkheid om de bodemfunctie te herbouwen door de plantdiversiteit en het microbioom te benutten. Zo kunnen zij voedzame producten verbouwen zonder negatieve effecten op het milieu. Dit is exact het type baanbrekende wetenschap dat we nodig hebben om een gezonder, duurzamer en eerlijker voedselsysteem waar te maken.”

FoodShot Global wil een jaarlijkse challenge instellen voor diverse onderwerpen omtrent voedsel, en de challenge met betrekking tot bodeminnovatie was de eerste. De Deyn vindt het goed dat zij hun reeks met dit onderwerp beginnen, “want in de bodem ligt de basis voor een duurzame en gezonde voedselproductie.”

Sorghum: van armoe-gewas naar hongerstiller

Gerlinde de Deyn 1.1 - copyright Sijmen Schoustra.png.jpg

Photo: Sijmen Schoustra

Het GroundBreaker prijzengeld gaat naar een nieuw project waar moeilijk fondsen voor te werven zijn: “Met de prijs heb ik een PhD-student aangenomen voor mijn project ‘Spicing up the soil’. Hierin onderzoeken we onder andere de wisselwerking tussen het microbioom van de bodem en de plantwortels die gebruikt worden voor de gefermenteerde drank munkoyo in Afrika, in de eerste plaats in Zambia.”

Munkoyo is populair in Afrikaanse landen die boordevol voedingsstoffen zit. Aan granen worden wortels van bepaalde in het wild groeiende planten toegevoegd die het fermentatieproces in gang zetten. Het wordt nu meestal gemaakt van het in Afrika populaire mais, maar het is ook mogelijk met sorghum, dat veel droogteresistenter is en dus veel geschikter voor het Afrikaanse klimaat. “Sorghum wordt in Afrika echter gezien als een ‘poor man’s crop’. Door sorghum te verwerken en de voedingswaarde via fermentatie te verhogen, kan de boer(in) hier meer geld mee verdienen. Dat verandert de blik op sorghum als armoe-gewas.” Ook voor de positie van vrouwen is dit gunstig, want zowel (kleinschalige) landbouw als het verwerken van voedsel is in Zambia typisch een vrouwenbaan.

Munkoyo van sorghum is dus een veelbelovende drank om voedselarmoede tegen te gaan, zeker in tijden van klimaatverandering. “Maar we weten er nog weinig vanaf. Als we weten welke wortels er precies verzameld worden en welke micro-organismen daarin voor fermentatie zorgen, kunnen we deze teelt bij boeren promoten.” Dan moeten er echter wel genoeg planten in het wild te vinden zijn. “Anders moeten we het misschien zelfs gaan kweken.”