Artikel
Recreatieve kwaliteit: waar willen we wandelen en fietsen?
Deze tool laat zien hoe aantrekkelijk een gebied is voor wandelaars en fietsers. De analyse maakt inzichtelijk welke mogelijkheden er zijn om meer toeristen te trekken en de leefomgeving aantrekkelijker te maken voor burgers. De tool kan gebruikt worden bij het ontwikkelen van planvarianten.
Uit landelijk onderzoek onder recreatieve wandelaars en fietsers in 1997 is inzicht verkregen in de belangrijkste kwaliteitsindicatoren van het landelijk gebied. Deze indicatoren zijn verdeeld in gebruikswaarden en belevingswaarden. De gebruikswaarden worden bepaald door de aanwezigheid van diverse voorzieningen. De belevingswaarden worden bepaald door de aanwezigheid van zintuiglijke kenmerken van het gebied. De diverse waarden van de indicatoren zijn gekoppeld aan landsdekkende geografische data met een resolutie van 500 bij 500 meter.
Wat willen wandelaars en fietsers?
De volgende indicatoren, gerangschikt van meest tot minst belangrijk, zijn gebruikt voor de kwaliteitsbeoordeling voor wandelen: mate van toegankelijkheid van natuurgebieden, grondgebruik, mate van stilte, hoeveelheid wandelmogelijkheden, reliëf, oevers van water en bereikbaarheid.
De indicatoren voor fietsen zijn (in afnemende mate van belangrijkheid): mate van stilte, grondgebruik, mate van toegankelijkheid van natuurgebieden, hoeveelheid fietsmogelijkheden, druk bezochte fietsgebieden, oevers van water, bezienswaardigheden en reliëf. Het is van belang om rekening te houden met toe- of afname van deze recreatieve kwaliteitsbeoordeling bij de ontwikkeling en beoordeling van planalternatieven. De resultaten worden gevisualiseerd in een eenvoudige kaart.
Praktijk: Recreatieve kwaliteit nieuwe hoogwatergeul
In de studie naar planalternatieven voor een hoogwatergeul langs de Waal bij Varik-Heesselt is deze tool gebruikt om de huidige kwaliteit van het plangebied en de kwaliteit bij drie planalternatieven voor de hoogwatergeul weer te geven voor wandelen en voor fietsen. De planalternatieven zijn gebaseerd op een “ruim” gebied rond de geul, een “smal” gebied en een “functioneel”. De conclusie uit de studie is dat de recreatieve kwaliteit in alle planalternatieven zal toenemen, maar dit zal slechts tot een lichte toename van het recreatieve gebruik leiden. Het “ruime” planalternatief lijkt de meeste kansen te bieden voor recreatie.