"Richt climate-smart agriculture op problemen van morgen"
Binnenkort vindt de klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats in New York. Op 23 september wordt gesproken over klimaatverandering en welke acties en ambities nodig zijn. In de klimaatdiscussies heeft voedselzekerheid een steeds prominentere plaats gekregen. Wordt deze trend op de komende klimaattop doorgezet en blijven landbouw en de mondiale voedselvoorziening belangrijke onderwerpen tijdens de conferentie?
“De belangstelling voor voedsel als serieus mondiaal thema is inderdaad aanzienlijk,” beaamt LEI-senior onderzoeker Floor Brouwer. “Je ziet dat ook duidelijk terug in het jongste Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)-werk waarin voedselzekerheid een centraal onderwerp is.” Dit momentum is volgens Brouwer zowel belangrijk voor nu als voor de komende jaren: “Politici zullen over een aantal jaar weer een ander onderwerp topprioriteit willen geven, maar de serieuze aandacht van VN, FAO en nationale staten geeft ons als onderzoekers voor veel langere tijd grond onder de voeten.”
Een ‘buzzword’ de laatste jaren is climate-smart agriculture (klimaatbestendige landbouw). Wat betekent dit precies?
“Climate-smart agriculture (CSA) markeert in wezen drie hoekpunten. De trits waar het om gaat bestaat uit duurzame agrarische ontwikkeling die voedselzekerheid biedt in de context van klimaatverandering. En omdat deze drie nadrukkelijk als geïntegreerde eenheid gelden, is CSA inherent toekomstgericht en geeft het ook een morele lading aan landbouwproductie. Met dat laatste bedoel ik dat het produceren van eten in het licht is te zien van de mondiale voedselzekerheid. Iedereen die ermee te maken heeft, draagt in principe medeverantwoordelijkheid die voedselzekerheid te helpen waarborgen. In de westerse wereld hebben we hierin een belangrijke rol, alleen al omdat we goede biofysische omstandigheden kennen om landbouw te bedrijven, en beschikken over hoogwaardige kennis en infrastructuur.”
Agrarisch ondernemen gaat over het veiligstellen van de toekomst?
“Voor een deel zeker. Een van de redenen waarom CSA in de belangstelling staat is precies omdat de agrosector niet als veroorzaker van klimaatproblemen geldt maar juist als deel van de oplossing. Los van de winst die er wordt geboekt om klimaatneutraler te produceren, zijn boeren bij uitstek toekomstgericht . Ook heb ik de indruk dat ze meer en meer erkend worden als producent van voedsel in plaats van weggezet als milieuvervuiler of energieverbruiker.”
Wat kan of moet het LEI met CSA?
“CSA is veel meer dan een technisch vraagstuk; CSA staat te boek als een geïntegreerde benadering. Dat betekent dus ook dat economische en maatschappelijke aspecten en vragen er volwaardig onderdeel van zijn. En het sociale en economische zijn LEI-domeinen. Onze deskundigheid heeft dan bijvoorbeeld betrekking op de vraag welke optimale productieomstandigheden op welke manier zijn te realiseren die renderen. Of onze inzichten in agrarische ketens worden ingezet bij de verdere (concept)ontwikkeling van CSA. CSA gaat niet alleen over het indammen van klimaatverandering door minder uitstoot van broeikasgassen, ook gaat het om aanpassingen waardoor we beter bestand te zijn tegen klimaatschokken, zoals droogte of juist overvloedige regen. Dit vraagt om adaptatie en anticiperen. Het LEI bezit expertise om te helpen bij de analyse van de toekomstbestendigheid. Het gaat dan bijvoorbeeld om financiële compensatie bij een verdroging om zo een gezonde bedrijfsvoering te stimuleren en hoe reëel het is dat dergelijk risico door weersomstandigheden in de toekomst verzekerd is.”
Welk signaal hoop je dat de komende UN Climate summit zal afgeven?
“Ik hoop dat politici met deze eendaagse conferentie duidelijk maken aan de buitenwereld dat ze belang hechten aan de klimaatproblemen van morgen en niet alleen aan de actuele problemen van vandaag. En dat ze de oplossing van de problemen van straks niet zoeken in de omstandigheden van nu, maar dat oplossingen gezocht moeten worden in de omstandigheden van overmorgen. Om die laatste te leren kennen, is onderzoek weer een factor van belang. Het is mijn wens dat we als LEI hier een gewaardeerde bijdrage kunnen leveren.”