Stikstof- en fosfaatgebruik op derogatiebedrijven

Bemesting van gewassen met nutriënten is van groot belang voor een goede opbrengst en een gezond gewas. Echter, teveel bemesting kan nadelige gevolgen voor het milieu hebben, daarom is landelijke en ook Europese regelgeving ingevoerd om het gebruik aan nutriënten te beperken. In dit artikel gaan we in op de ontwikkeling van het gemiddeld stikstof- en fosfaatgebruik van Nederlandse derogatiebedrijven. Begin deze zomer is het rapport 'Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2016' naar de Tweede Kamer verzonden. In dit rapport beschrijven RIVM en Wageningen Economic Research de trends in waterkwaliteit en de landbouwpraktijk op de bijna 300 bedrijven die in de periode 2006 tot en met 2016 deelnamen aan het Derogatiemeetnet.

Stikstofgebruik

Door de jaren heen is het stikstofgebruik van de derogatiebedrijven iets gestegen, maar de laatste jaren ligt dit op een stabieler niveau (zie figuur 1). Zo was in 2006 de totale bemesting van werkzame stikstof uit dierlijke mest, overige organische mest en kunstmest nog 222 kg/ha, in 2016 lag de bemesting op 247 kg/ha. Voor een groot deel komt dit door een verhoging van de wettelijk voorgeschreven werkingscoëfficiënten. Op het gemiddelde bedrijf steeg de werkingscoëfficiënt van 39% in 2006 naar 49% in 2016. Ondanks de stijging blijft het totale stikstofgebruik in alle jaren onder de gemiddelde stikstofgebruiksnorm van het bedrijf. Vanaf 2006 zien we de gebruiksnorm dalen tot 2013. Daarna is de gebruiksnorm iets gestegen. Dit komt enerzijds doordat de stikstofgebruiksnormen van grasland op klei vanaf 2013 zijn verhoogd. De bemesting met kunstmest is hierdoor iets gestegen. Ook heeft de gestegen graslandeis om derogatie te verkrijgen vanaf 2014 (80% grasland in plaats van 70%) invloed op de stikstofgebruiksnorm gehad.

Figuur 1: Gemiddeld stikstofgebruik en gemiddelde stikstofgebruiksnorm (in kg werkzame N/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.
Figuur 1: Gemiddeld stikstofgebruik en gemiddelde stikstofgebruiksnorm (in kg werkzame N/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.

In figuur 2 is het gemiddelde werkzame stikstofgebruik uitgesplitst naar gras- en bouwland. In de gehele periode ligt zowel het stikstofgebruik op grasland als op bouwland onder de afzonderlijke stikstofgebruiksnormen. Wel is te zien dat de stikstofgebruiksruimte van bouwland steeds meer wordt opgevuld. Van grasland wordt juist de laatste jaren het verschil met de stikstofgebruiksruimte iets groter.

Figuur 2: Gemiddeld stikstofgebruik en gemiddelde stikstofgebruiksnorm op gras- en bouwland (in kg werkzame N/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.
Figuur 2: Gemiddeld stikstofgebruik en gemiddelde stikstofgebruiksnorm op gras- en bouwland (in kg werkzame N/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.
Figuur 3: Gemiddeld fosfaatgebruik en gemiddelde fosfaatgebruiksnorm (in kg P2O5/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.
Figuur 3: Gemiddeld fosfaatgebruik en gemiddelde fosfaatgebruiksnorm (in kg P2O5/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.

Fosfaatgebruik

Het fosfaatgebruik van de derogatiebedrijven is in de periode 2006-2016 afgenomen, zie figuur 3. Dit komt door de aangescherpte fosfaatgebruiksnormen. Over de gehele periode blijft het gebruik onder de fosfaatgebruiksnorm. Wel ligt de bemesting van fosfaat de laatste jaren dichter tegen de gebruiksnorm aan. Fosfaatbemesting komt vooral uit dierlijke mest en in veel mindere mate van overige organische mest of kunstmest. Vanaf 2014 is het niet meer toegestaan om binnen de derogatie fosfaatkunstmest te gebruiken. Dat er in 2014 toch nog een klein beetje kunstmest werd gebruikt komt omdat het verbod laat in het seizoen bekend is geworden, waardoor derogatiebedrijven al fosfaatkunstmest hadden gebruikt of gekocht. Fosfaatkunstmest die voor 1 mei 2014 was aangeschaft mocht nog worden benut.

Figuur 4: Gemiddeld fosfaatgebruik en gemiddelde fosfaatgebruiksnorm op gras- en bouwland (in kg P2O5/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.
Figuur 4: Gemiddeld fosfaatgebruik en gemiddelde fosfaatgebruiksnorm op gras- en bouwland (in kg P2O5/ha) op bedrijven in het Derogatiemeetnet in de jaren 2006 tot en met 2016.

Het fosfaatgebruik per hectare voor gras- en bouwland is weergegeven in figuur 4. Ook hier is de afname van de fosfaatgebruiksnorm over de jaren goed te zien. In de periode 2006-2016 is voor de derogatiebedrijven de gebruiksnorm voor grasland met ongeveer 20% afgenomen en voor bouwland met ongeveer 38%.

Vanaf 2011 overstijgt het fosfaatgebruik de fosfaatgebruiksnorm op bouwland. Derogatiebedrijven besluiten dus om het bouwland, veelal snijmais, boven de gebruiksnorm te bemesten. Dit gaat ten koste van de beschikbare bemestingsruimte van grasland want gemiddeld op bedrijfsniveau blijven ze onder de gebruiksnorm (zie ook figuur 3). De reden hiervoor is onbekend.  Mogelijk vinden de derogatiebedrijven de fosfaatgebruiksnorm voor bouwland te laag voor het telen van een gezond gewas.


Pieter Willem Blokland, Wageningen Economic Research.