Studie naar chemische gevaren in de zuivelketen
In opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit voerde Wageningen RIKILT een studie uit naar mogelijke chemische gevaren in de zuivelketen. Welke gevaren zijn er, waar in de keten komen ze voor en wat is ertegen te doen? Dit zijn de belangrijkste resultaten.
Aflatoxine in veevoer
Via het voer kan melk besmet raken met mycotoxinen. Dit zijn gifstoffen die van nature door schimmels worden aangemaakt. De belangrijkste hiervan is aflatoxine M1, waar de EU een maximumlimiet voor heeft vastgesteld. Aflatoxine kan schadelijk zijn voor de gezondheid als mensen eraan blootgesteld worden, maar uit de studie blijkt dat de aflatoxine-concentraties in Europese melk in het algemeen laag zijn.
Besmetting wordt vooral veroorzaakt door import van veevoedergrondstoffen van buiten Europa, maar er zijn ook incidenten geweest met producten uit Italië en de Balkan. Naar aanleiding daarvan wordt er nu beter samengewerkt tussen de diervoedersector en de melksector. Ook werkt Wageningen RIKILT aan modellen die de vorming van mycotoxinen kunnen voorspellen.
Gevaren via de omgeving en door verwerking van melk
Het milieu kan vervuild zijn door contaminanten zoals dioxines, PCB’s en vlamvertragers. Via het voer of het gras kunnen deze stoffen in de koe en vervolgens in de melk terechtkomen. Volgens berekeningen van de European Food Safety Authority worden er geen toxicologische grenswaarden overschreden voor deze contaminanten, al kunnen er wel gezondheidsrisico’s zijn voor jonge kinderen die veel worden blootgesteld aan vlamvertragers.
Ook tijdens de verwerking kunnen chemische gevaren ontstaan, zoals de vorming van carboxymethyllysine (CML) bij langdurige verhitting. Er is echter nog meer onderzoek nodig om de risico’s hiervan vast te stellen.
Belangrijkste schakels in de keten
Ten slotte concludeert de studie dat de boerderij en de veevoederfabrikanten de belangrijkste schakels zijn voor de aanpak van chemische gevaren. Zij kunnen deze gevaren voorkomen door kwaliteitssystemen (zoals GLOBAL GAP en HACCP) toe te passen en door een goed beeld te hebben van waar hun grondstoffen vandaan komen en hoe ze vervoerd worden.