Teelt de grond uit vermindert uitspoeling
Niet meer in de grond, maar bóven de grond telen. Dat is de kern van revolutionaire nieuwe teeltsystemen voor een aantal groentegewassen. Onderzoekers van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving ontwikkelen die, samen met Proeftuin Zwaagdijk, telers en adviseurs.
Telen boven de grond, in de buitenlucht, lijkt een uitkomst te zijn voor een aantal groentegewassen. Van de nu onderzochte gewassen, zoals prei, kool, bladgewassen en aardbei, gaan de opbrengst en kwaliteit omhoog en de verliezen aan nutriënten fors omlaag.
Vele voordelen
Daarmee hebben de onderzoekers een manier gevonden om een probleem aan te pakken, dat al langer bestaat. Groentegewassen telen in de vollegrond gaat, zeker op zandgrond, vaak gepaard met te grote verliezen van nutriënten naar het oppervlaktewater. De normen van Europese regelgeving worden dan ook incidenteel fors overschreden. Eerder onderzoek liet zien dat het niet mogelijk is de gebruikelijke teeltsystemen zo aan te passen dat die normen wel altijd gehaald werden. Dat betekent dat de overheid in de toekomst mogelijk beperkingen aan de teelt gaat stellen.
Voldoen aan afzeteisen
Teelt boven de grond vermindert niet alleen de uitspoeling van nutriënten. Het helpt telers ook om te voldoen aan de strenge eisen van afnemers: de producten moeten gedurende het hele seizoen uniform zijn en van hoge kwaliteit. Hieraan is binnen de gebruikelijke teeltsystemen moeilijk te voldoen.
Teelt boven de grond voorkomt bovendien bodemgebonden ziektes en verbetert de arbeidsomstandigheden.
Boven de grond telen
Met de nieuwe systemen staan de gewassen boven de grond in een recirculerend systeem. Hoe precies hangt van het gewas af. Zo komt prei in een buisje op grote platen in een drijvend systeem, terwijl aardbei het beste in goten geteeld kan worden.
Inmiddels is aangetoond dat de gewassen boven de grond goed te telen zijn. Nu gaat het er nog om de teeltsystemen praktijkrijp te maken. Hierbij nemen de onderzoekers drie aspecten onder de loep:- De teelttechniek. Vragen daarbij: hoe lang is het water in het teeltsysteem te gebruiken voordat de kwaliteit te slecht wordt? En als de teler water moet lozen, hoe kan hij dat dan het beste doen zonder het milieu te belasten.
- De rentabiliteit van het systeem. Belangrijke vragen daarbij zijn: hoe hoog kan de opbrengst zijn en hoeveel arbeid kan er worden bespaard met deze systemen?
- De toepassing door de praktijk. Denk aan vragen als: hoe zit het met de vermarkting van de producten, passen de systemen in de wet- en regelgeving en hoe kijken burgers tegen de nieuwe teeltsystemen aan?