Teeltonderzoek maakt haver geschikt voor de markt
Haver zit vol gezonde stoffen. Bovendien ontbreken gluten, wat sommige mensen ziek maakt. Maar wil de teelt rendabel worden, dan moet wel de opbrengst omhoog. Daaraan werkt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving.
Haver is een fantastisch gewas. Het bevat geen gluten, waardoor het geschikt voor consumptie is door mensen met coeliakie. Zij kunnen niet tegen gluten, dat bijvoorbeeld in gewoon brood zit. Bovendien verlagen stoffen in haver het cholesterolgehalte in het bloed, waardoor het risico op hartziekten vermindert. Dit concludeert de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA).
Teelt
Nadeel van haver is dat er teeltrisico’s bestaan. Er is de laatste jaren niet veel aan het gewas veredeld. Veel van de rassen zijn vrij lang en daardoor gevoelig voor legering: de planten vallen makkelijk om, waardoor de opbrengst omlaag gaat.
Maar haver kent ook diverse teeltvoordelen. Het gewas doet het namelijk goed op schrale grond en gewasbescherming is bijna niet nodig. Ook wortelen de planten diep en uitgebreid, wat de structuur van de grond verbetert.
Andere haverrassen
Onderzoekers van PPO proberen nu de perspectieven van de haverteelt te verbeteren. Dat doen ze onder andere door rassen uit het buitenland te testen. Ze brengen in kaart wat de opbrengst en de gevoeligheid voor legering is. Daarnaast kijken ze naar de gevoeligheid voor schimmels die de voedselveiligheid in gevaar brengen. Ook maken ze voordelen van de teelt inzichtelijk, zodat telers makkelijker voor- en nadelen kunnen afwegen.
De onderzoekers verbeteren niet alleen de teelt, maar richten zich samen met Plant Research International, ook onderdeel van Wageningen UR, ook op de rest van de keten. Ze zoeken bijvoorbeeld uit hoe een keten ingericht kan worden speciaal gericht op glutenvrije haver. Zo’n glutenvrije keten betekent dat alle schakels in de keten gegarandeerd glutenvrij moeten zijn: van oogst tot transport, opslag en verwerking.