Uitgekiende aanpak helpt Ethiopische groentetelers aan hoger inkomen
Kleine boeren in Ethiopië een beter inkomen bezorgen met een duurzame aanpak. Dat wil Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) bereiken door eerst de knelpunten in de hele groenteketen te inventariseren, gevolgd door een innovatief programma van intensieve voorlichting en ondersteuning.
Groente is belangrijk voor de bevolking in Ethiopië. Door groente te eten krijgt ze de benodigde vitaminen, anti-oxidanten en mineralen binnen. Maar ook voor de boeren zijn groenten ideaal: de productietijd is kort, zodat ze er in relatief korte tijd een inkomen uit kunnen halen.
Gewasopbrengst nog te laag
De groenteteelt is alleen nog niet erg efficiënt. De gewasopbrengst is vaak laag, waardoor de boeren weinig verdienen. Onderzoekers van PPO gaan daar verandering in brengen in het programma Smallveg, samen met Plant Research International en LEI van Wageningen UR en lokale partners. Hun doel is de boeren te helpen de kostprijs per kilogram omlaag te brengen. Niet alleen de boeren profiteren daarvan, maar ook consumenten, omdat het voedsel beter betaalbaar wordt.
Het onderzoek richt zich dan ook op de hele groenteketen, van zaad tot handelsketen, winkel en consument. Bij de groentetelers gaat het om kleine boeren, met een grondoppervlak van ¼ hectare tot 1 hectare, die al wel hun groente verkopen. Het initiatief voor dit project komt van de Nederlandse ambassade in Ethiopië, de financiering is afkomstig uit het beleid voor ontwikkelingssamenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Succesvolle methode
De onderzoekers volgen een methode die in andere landen succesvol is gebleken. Eerst brengen ze in kaart hoe de huidige situatie is. Daarbij zoeken ze antwoord op vragen als:
- hoe hoog is de productiviteit?
- hoeveel kennis hebben de boeren over de teelt van groente?
- hoe ziet de markt eruit?
- hoe verloopt het transport naar de winkels?
De volgende stap is om de knelpunten te benoemen, samen met lokale betrokkenen: de boeren, de handel, beleidsmakers, voorlichters en onderzoekers.
Samen met tuinbouwbedrijfsleven
Daarna volgt voor de meest urgente knelpunten intensieve voorlichting, maar er kunnen ook andere actiepunten volgen. Wat precies hangt af van de uitkomsten van de inventarisatie. Daarbij willen de onderzoekers nadrukkelijk het tuinbouwbedrijfsleven betrekken, zoals toeleveringsbedrijven, laboratoria, zaadbedrijven of mechanisatiebedrijven. Ook zoeken ze naar partners die al wel actief zijn in Ethiopië maar die zich nog niet richten op de kleine boeren.
Belangrijk in deze aanpak zijn de lokale voorbeeldbedrijven. Daar richten de onderzoekers demovelden in, waar de telers de instructies van de onderzoekers zo goed mogelijk volgen. Hier wordt ook gemonitord om te zien of de producties inderdaad omhoog gaan.
Netwerk van voorlichters opstarten
De onderzoekers richten zich niet alleen op de telers maar juist ook op de voorlichters. Met hen starten ze een netwerk op, zodat de voorlichters elkaar kunnen ondersteunen. Verder ontwikkelen ze internettoepassingen om informatie uit te wisselen en gegevens op te slaan en te delen.
Na een eerste start in het gebied van twee plattelandsstadjes Ziway en Meki, komen ook andere groenteteeltregio’s in Ethiopië aan de beurt.