
Impact story
Unieke ‘klimaatreis’ door de Hoorn van Afrika
Hoe kunnen kwetsbare gemeenschappen in de Hoorn van Afrika klimaatverandering het hoofd bieden? Hoe kunnen ze hun landschappen weerbaarder maken en in de tussentijd van elkaar leren en als een netwerk functioneren? Bij het project 'Landscape Learning Journey' reizen facilitators uit zes landen in de Hoorn van Afrika af naar elkaars landschappen. Het project richt zich op collectief leren voor het vinden van praktische oplossingen voor klimaatverandering en vraagstukken omtrent landschapsbeheer.
De Landscape Learning Journey is een samenwerkingsverband tussen het Horn of Africa Regional Environmental Center & Network (HoA-REC&N) en het Wageningen Centre for Development Innovation (WCDI) van Wageningen University & Research. Ilse Hennemann, adviseur milieubeheer & klimaatverandering bij WCDI en haar collega Cora van Oosten waren tijdens de dagen verantwoordelijk voor het proces van capaciteitsopbouw. Hennemann: 'De kracht van WCDI is het in de praktijk brengen van kennis. Bij dit project wilden we een echt learning journey (leertraject) bieden waarbij het afreizen naar elkaars landschappen en het verwerven van essentiële kennis, vaardigheden en instelling meteen door de facilitators in de praktijk werd gebracht. Het is heel indrukwekkend om te zien hoe klimaatverandering van invloed is op tal van landschapsfuncties en de mensen en inwoners ervan. Na analyse hebben we gezamenlijk een PvA voor het landschap ontwikkeld waarin werd ingespeeld op de klimatologische en niet-klimatologische oorzaken van de verandering.
Inzicht in multistakeholderprocessen
Voordat het leertraject van start ging, heeft HoA-REC&N zes landschappen in kaart gebracht in Djibouti, Soedan, Zuid-Soedan, Somaliland, Ethiopië en Kenia die zeer gevoelig zijn voor de effecten van klimaatverandering. Bij het leertraject lag het accent op het innemen van een landschappelijk perspectief waarbij tegelijkertijd klimaatuitdagingen het hoofd wordt geboden. Dit betekent verder kijken dan sectoren of waardeketens en rekening houden met zowel natuurlijke als maatschappelijke systemen.
De facilitator Fatouma Abdillahi uit Djibouti was een van de deelnemers aan het leertraject. "Het heeft mijn ogen echt geopend en mij een bredere kijk gegeven op een landschap en de rol die gemeenschappen spelen. Ik begrijp nu wie de stakeholders zijn, wat hun belangen zijn en hoe ik als facilitator beter met hen kan samenwerken. Via de WCDI-scholing heb ik geleerd activiteiten te prioriteren en berichten helder te communiceren. Dit kwam niet alleen door de uitwisseling van ervaringen, maar ook door deelname aan het proces en het leren van onze landschappen."
Leerevenementen
De 'Landscape Learning Journey' was zo opgezet dat er elke zes maanden een 'leerevenement' werd georganiseerd rondom een specifiek thema dat plaatsvond in een van de zes landschappen. De thema's liepen uiteen van beoordelingen van de kwetsbaarheid tot strategieën voor stakeholderbetrokkenheid en de ontwikkeling van businesscases voor landschappen. Ter bevordering van de consistentie en om te kunnen voortborduren op wat eerder was geleerd, nam dezelfde groep facilitators die bestond uit het personeel van plaatselijke organisaties en universiteiten aan deze leerevenementen deel. Via deze aanpak kan ook verder worden gekeken dan naar alleen regionale verschillen. Hennemann: "Je kijkt naar zeer uiteenlopende regio's: verschillende religies, etniciteiten, nationaliteiten en talen. Ondanks de verschillen tussen deze landschappen, kwamen we er tijdens de leerevenementen achter dat tal van uitdagingen eigenlijk zeer op elkaar leken."
Kader landschapsbeheer
WDCI werkte met deelnemers aan de ontwikkeling van een kader voor de totstandbrenging van landschapspecifieke benaderingen die analyse omzetten in actie. Het kader hielp bij het ordenen van gedachten en het vaststellen van speerpunten voor interventie, aldus Hennemann.
De facilitator Parashina Lampat uit Kenia is enthousiast over deze aanpak: "Het kader voor landschapsbeheer staat centraal en bij elke sessie houden we ons met een ander aspect ervan bezig, zonder dat we hierbij onze doelstellingen uit het oog verliezen of afdwalen naar andere thema's. Het kader bood ons structuur."
Het kader bood eveneens de basis voor een samenhangend verhaal over het landschap. Hennemann: "Door de bouwstenen van het kader te analyseren, kun je ook komen tot een beschrijving van het landschap: wat maakt het landschap uniek, voor welke uitdagingen staat het, wie zijn de stakeholders en hoe geven ze het landschap mede vorm? Welke institutionele verandering is nodig om klimaatverandering aan te pakken? We hebben ook gekeken naar de economische kansen die uit de landschapsfuncties kunnen worden afgeleid. Door deze aspecten in kaart te brengen en expliciet te maken, kunnen we een beschrijving van het landschap maken die helpt om de routekaart naar verandering op te stellen. Dit is ook van toepassing op participatief verhalen vertellen. Hoe vertel je een verhaal over de belangrijkste wijzigingen in het landschap?"
Belangrijkste verhalen over verandering
Veel van de PvA's die tijdens de leertrajecten op het niveau van het landschap zijn ontwikkeld, werden uitgevoerd. Dit leverde enkele indrukwekkende resultaten op: ontwikkeling van beheerplannen voor participatief landgebruik, bouw van wateropslagsystemen, invoering van betere kooktoestellen, jeugdwerkgelegenheid bij onderhoud zonnepanelen en organisatie van een bewustmakingscampagne. Er is een academisch onderwijsprogramma ontwikkeld. Verder is er in het nationale en regionale beleid meer oog voor het landschap.
In samenwerking met een filmproducent is er een
participatieve evaluatiemethode genaamd ‘The Most Significant Change (MSC)'
gebruikt om de voortgang vast te stellen en de effecten van de interventies te
laten zien. Alle facilitators hebben scholing gekregen in deze methode en
uiteindelijk werden de MSC-verhalen door de facilitators zelf gefilmd en
omgezet in negen korte MSC-video's.
'We hebben wat we hebben opgestoken gedeeld met onze landschapspartners, maar ook met onze overheden en zelfs met IGAD, onze intergouvernementele organisatie, die onze inzichten kan gebruiken voor een meer grensoverschrijdende samenwerking", aldus Fatoumi Abdillahi uit Djibouti.
Scholing van trainers
Het is momenteel nog onduidelijk of er een vervolg komt op het project. Een mogelijkheid voor de bestaande facilitators is om landschapstraining aan begunstigden te geven ('scholing van trainers'). Hennemann geeft aan dat het kader nu ook in andere landen wordt gebruikt (zoals de Filipijnen), waar ze het kader precies hebben aangepast aan en vertaald naar de plaatselijke omstandigheden.