Waar liggen potenties voor laag-dynamische riviernatuur?

Deze tool laat zien waar kansen liggen voor de ontwikkeling van laag-dynamische natuur in het rivierengebied zowel binnen- als buitendijks. De analyse kan worden toegepast bij het ontwikkelen van varianten in de verkenningsfase en in de planfase.

Wielen en oude rivierlopen

Laag-dynamische milieus liggen in het winterbed en in potentiële uitbreidingen van de overstromingsvlakte van de grote rivieren. Ze overstromen bij hoge rivierwaterstanden. Laag-dynamische milieus vormen een habitat voor een kenmerkende levensgemeenschap van ongewervelde dieren, vissen, reptielen, amfibieën en waterplanten, die in deze combinatie niet in andere habitats in het rivierengebied voorkomen. Buitendijks gaat het om geïsoleerde gebieden waar het rivierwater een beperkte invloed heeft, binnendijks bijvoorbeeld om afgesneden oude rivierlopen, regionale beeksystemen of centrale kommen in laagveengebied.

Waar liggen kansen voor laag-dynamische riviernatuur?

In het project ‘Laag-dynamische systemen in het rivierengebied’ zijn de omstandigheden geïdentificeerd die bepalen waar potenties liggen voor laag-dynamische natuur in het rivierengebied.

De potentiële habitats voor laag-dynamische milieus kunnen worden geïdentificeerd met een stapeling van de volgende kaarten:

  1. Bodem- en ondergrondkaarten: bodemkaart, bodemfysische eenheden kaart, geomorfologische kaart.
  2. Oppervlaktewater- en grondwatersysteem: kwel/wegzijging, topografische kaart, overstromingskaart RWS, uiterwaardenkaart, stroombaan in het buitendijkse gebied.
  3. Landgebruik, (vegetatie)structuurkenmerken: Ecotopenkaart  Rijkswateren.

Praktijk: Analyse Grote rivieren

De tool is toegepast voor het identificeren van potenties van laag-dynamische natuur in grote buitendijks geïsoleerde wateren in het rivierengebied. De volgende stappen zijn daarin genomen:

  1. De begrenzing van het buitendijks gebied is ontleend aan het uiterwaardenbestand.
  2. Hieruit zijn de stroomgeulen van de grote rivieren verwijderd, deze zijn hoog-dynamisch.
  3. Binnen het resterende gebied zijn met behulp van het Ecotopenbestand gebieden geselecteerd die vallen binnen de zonering aquatisch en oevers.
  4. De resterende gebieden zijn als potentieel geschikt aangemerkt.