Interview

Water en Bodem sturend in de praktijk: Project Leuvenumse Beek

Hoe breng je de aanpak ‘water en bodem sturend’ in de praktijk? Op de Veluwe werken Natuurmonumenten en waterschap Vallei en Veluwe aan het herstel van de Leuvenumse beek. En daar gebeuren verrassende dingen. Ralf Verdonschot, senior onderzoeker zoetwaterecologie bij Wageningen University & Research, vertelt welke transformatie er plaatsvindt in het gebied.

Al snel zagen we enorme effecten. Verbazingwekkend – we gingen ervan uit dat dit soort herstelprocessen tijd nodig hebben. Maar in de beek zag je al na een jaar duidelijk verschil.
Ralf Verdonschot

“Op de Veluwe, ten oosten van Harderwijk, stroomt de Leuvenumse beek. Die beek lag erg diep ingesleten in de grond, met een steile oever en daarnaast een droog bos. De Leuvenumse beek was zo diep geworden doordat alle takken en omgevallen bomen er jarenlang zijn uitgehaald – om de waterafvoer te garanderen. Bij hoge afvoeren spoelde daardoor steeds zand weg, met als gevolg dat water uit de beek het bos niet meer kon bereiken. Een erg onnatuurlijke situatie. In een natuurlijk beekdal lopen water en land juist geleidelijk in elkaar over.

Zulke geleidelijke gebiedsovergangen zijn belangrijk om het ecosysteem goed te laten functioneren. Daarom wilden we de beekbodem weer omhoog brengen. Door de beek op te hogen, kan ze weer overstromen. Dat is in dit geval positief! Want door die overstromingen krijgt het omliggende bos meer water. Belangrijk, zeker nu we in Nederland steeds drogere zomers hebben.”

Nieuwe zaailingen

“In 2014 zijn Natuurmonumenten en waterschap Vallei en Veluwe – de uitvoerders van het project – begonnen met de ingreep in het landschap. Men stortte zand op de beekbodem en voegde houtpakketten toe, zodat het zand niet meteen wegspoelde. Hierdoor konden nieuwe waterloopjes ontstaan. Onze rol bij Wageningen University & Research is om te onderzoeken wat er vervolgens gebeurt in de beek. Lukt het om op deze manier de beek op te hogen? En wat doet dat met het leven in en rondom de beek?

Al snel zagen we enorme effecten. Verbazingwekkend – we gingen ervan uit dat dit soort herstelprocessen tijd nodig hebben. Maar in de beek zag je al na een jaar duidelijk verschil. Denk aan de terugkeer van bepaalde waterinsecten die kenmerkend zijn voor natuurlijke beken. Op het land rondom de beek zagen we moerasplanten terugkeren.

Na verloop van tijd ging het oude loofbos dat rondom de beek stond dood. Tegelijkertijd zagen we nieuwe zaailingen opkomen van boomsoorten die juist bij dit soort overstromingsvlaktes horen. Fladderiepen bijvoorbeeld. Daarvan stonden er nog maar een paar in het hele bos, en ze plantten zich al jaren niet meer voort doordat de omstandigheden slecht waren. Kortom: door de ophoging verdwijnen de bomen die niet thuishoren in het beekdal. Terwijl de soorten die er natuurlijk gezien goed passen, weer een kans krijgen.”

Geleidelijk tempo

“Het ophogen van de beek gebeurde in een geleidelijk tempo, want het is nogal rigoureus om zomaar duizenden kuubs zand in een beek te storten. Door het project uit te smeren over een aantal jaar, kreeg het leven in en rondom het water de kans om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Gemiddeld is de beek nu zo’n 30 tot 60 centimeter opgehoogd. En het droge kale bos eromheen is weer helemaal groen geworden! Het staat er nu vol met planten en ziet er volstrekt anders uit dan tien jaar geleden – als een prachtig groen lint door het bos.

Ook de bodem heeft zich hersteld. Op de Veluwe zijn er al jaren problemen met de mineraalhuishouding: de bodem is verzuurd en bevat weinig voedingsstoffen. Juist op de plekken waar de Leuvenumse beek overstroomt, is de bodem neutraler geworden. Planten kunnen er daardoor beter groeien en dat levert meer voedsel op. Zowel voor bloembezoekende insecten als voor grote zoogdieren zoals herten.

Nóg een positief effect: het grondwater in het gebied wordt beter aangevuld. ’s Winters staat nu soms wel 40 hectare bos onder water. Dat water infiltreert in de bodem, en zo wordt de watervoorraad van de Veluwe aangevuld. Op sommige plaatsen staat het grondwater nu wel 30 centimeter hoger. Belangrijk, want zo raakt de voorraad minder snel uitgeput in droge tijden.”

Bouwen met de natuur

“Het project in de Leuvenumse beek toont aan hoe je een robuust systeem kunt creëren, door de natuurlijke processen in een gebied terug te brengen. Het ophogen van beekbodems wordt dankzij dit succes steeds populairder: op verschillende plekken in Nederland, van Drenthe tot Brabant, zie je vergelijkbare projecten.

De volgende vraag is nu hoe we iets vergelijkbaars kunnen doen in een meer landelijke omgeving. Daarbij spelen andere factoren een rol dan in natuurgebieden. Toch is de aanpak in de kern hetzelfde: bouwen in samenwerking met de natuur, daar gaat het om. Als mens geef je een zetje door één keer in te grijpen, en vervolgens laat je de natuur het zelf oplossen. In de Leuvenumse beek is dat goed gelukt. Dat geeft hoop voor andere maatregelen rondom natuurherstel.”