Blogpost

Overheid, baseer beleid op bewijs

Published on
28 april 2017

In ons land testen we alles, behalve beleid. Wij pleiten voor een kabinet dat durft te experimenteren met voorgenomen beleidsmaatregelen.

Opiniestuk geplaatst in de Volkskrant van 28 april 2017

Van het format van Boer zoekt Vrouw tot de nieuwste chipssmaak, iedere aanpassing wordt van tevoren getest onder gebruikers. Dat heeft een reden: testen levert een beter product op en voorkomt dure missers.

Bij beleid blijft een test vaak achterwege en dat leidt tot onnodige ergernis en kosten. Een recent voorbeeld is de manier waarop de overheid communiceert met studenten over de geldigheid van de OV-jaarkaart. Studenten zien e-mails hierover van DUO vaak over het hoofd, constateerde de Ombudsman vorige maand. Tienduizenden deurwaarderbezoeken zijn het gevolg. Door te experimenteren met beter geformuleerde e-mails en sms’en zou de overheid dit kunnen voorkomen.

De Secretarissen-Generaal pleitten in een brief van 28 maart aan Edith Schippers voor ‘ruimte’ in het regeerakkoord, oftewel voor het formuleren van beleidsdoelen in plaats van het vastleggen van een aanpak. Daar sluiten wij ons bij aan: die ruimte moet worden benut voor het uittesten van nieuwe maatregelen, zodat een lerende overheid ontstaat. Iedere nieuwe minister zou in de komende regeerperiode tenminste vijf van zulke
experimenten moeten starten.

Ten eerste leidt dat tot een overheid die efficiënter wordt in het behalen van doelen. Kleine aanpassingen, zoals een reminder op het juiste moment, kunnen tot grote besparingen leiden. Op die manier heeft de Noorse belastingdienst miljoenen extra inkomsten behaald. Ook op grote maatschappelijke thema’s, zoals schuldhulpverlening en zorg, kan het testen van beleid tot grote besparingen leiden.

Daarnaast kunnen beleidsexperimenten een belangrijke functie in het Regeerakkoord vervullen. Partijen kunnen fundamentele meningsverschillen beslechten over hoe je een overeengekomen beleidsdoel bereikt, door vooraf mogelijke aanpakken te testen op effectiviteit en haalbaarheid. Zo komt in het Regeerakkoord waarschijnlijk een plan dat ervoor moet zorgen dat meer zzp’ers een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Om dat te laten slagen, zou in één sector gedurende een jaar een automatische maar opzegbare verzekering (opt-out) getest kunnen worden. Afhankelijk van het resultaat kan de verzekering daarna in aangepaste vorm worden uitgerold.

Ten derde kan een experiment naast politieke patstellingen ook een wezenlijk gebrek aan kennis doorbreken. Op belangrijke thema’s zoals belastingen, arbeidsparticipatie, milieu en onderwijs bestaat te weinig gedragskennis om vanaf de tekentafel beleid te maken dat een grote kans van slagen heeft. Hoe komen we verder bij zo’n gebrek aan kennis? Allereerst door te onderkennen dat er reden is voor een gezonde portie twijfel aan het beleid. En vervolgens door nieuw beleid wel een kans te
geven, maar geen blind vertrouwen. In andere woorden: laat beleid zich eerst op kleine schaal bewijzen, alvorens het breed in te voeren. Experimenteer systematisch met wijzigingen en monitor het effect daarvan.

In een tijd van nepnieuws en zogenaamde alternatieve feiten heeft de maatschappij behoefte aan beleid dat bewezen effectief is. Het Behavioral Insights Team, dat de Britse overheid adviseert, heeft in samenwerking met overheidsinstellingen al meer dan 200 experimenten uitgevoerd; de Wereldbank voert momenteel veertig gedragsexperimenten uit. Ook in Nederland is er een begin gemaakt: ondergetekenden hebben de afgelopen jaren meegewerkt aan een beperkt aantal beleidsexperimenten. Maar het goed toepassen en testen van gedragskennis vraagt om een nieuw type expertise dat binnen de Nederlandse overheid onvoldoende aanwezig is.

De logische vervolgstap is het oprichten van een onafhankelijk expertteam of centrum voor gedragsinzichten, waar ook de WRR afgelopen maandag voor pleitte. Daarin kan expertise worden opgebouwd op het snijvlak van beleid en wetenschap. Zo’n team kan zichzelf binnen vier jaar terugverdienen door het effectiever maken van bestaand beleid en het voorkomen van dure missers. Het is tevens het best mogelijke bewijs dat de coalitiepartijen aan fact-based in plaats van fact-free politics durven te doen.

Dr. Eva van den Broek (Wageningen University & Research)
Prof. dr. Robert Dur (Erasmus Universiteit Rotterdam)

Dr. Michel Handgraaf (Wageningen University & Research)
Prof. dr. Jan Potters (Universiteit van Tilburg)
Dr. Reint Jan Renes (Hogeschool Utrecht)
Prof.dr. Stephanie Rosenkranz (Universiteit Utrecht)
Prof. dr. Arthur Schram (Universiteit van Amsterdam)
Prof. dr. Esther-Mirjam Sent (Radboud Universiteit)
Prof. dr. Daan van Soest (Universiteit van Tilburg)
Prof. dr. Adriaan Soetevent (Rijksuniversiteit Groningen)
Prof. dr. Herman van de Werfhorst (Universiteit van Amsterdam)