Blogpost

BLOG - Borgen en beren: over onderzoek dat verschil maakt

article_published_on_label
27 februari 2014

In de derde en laatste reeks van de gevierde televisieserie Borgen is in een van de afleveringen een opvallende rol weggelegd voor de intensieve veehouderij. Eén van de in deze Deense productie figurerende politici is de markante partijleider van de rechts-nationalistische Vrijheidspartij, Svend Åge Saltum, die tevens varkensboer is. Als hij op zijn boerderij voor de televisie wordt geïnterviewd over de varkenshouderij, ontdoet hij live een big van zijn staart. De op de vox populi afgestemde antennes van deze politicus staan nu verkeerd. Gebruikelijke stalmores hebben een andere golflengte dan maatschappelijke gevoelens. Saltum knipt zich met deze ingreep los van de samenleving.

De televisieserie Borgen had er evengoed voor kunnen kiezen om Saltum onbewogen en zonder mededogen een big te laten castreren in plaats van zijn staart te couperen. De castratie van biggen is immers een aloude manier om berengeur te voorkomen. Berengeur staat als onwelriekend en onsmakelijk te boek en kan vrijkomen bij het verhitten of eten van vlees van niet-gecastreerde mannelijke varkens. In het vet van deze beren hopen zich twee stoffen (androstenon en skatol) op die de belangrijkste veroorzakers van berengeur zijn. Castratie reduceert de concentratie van deze stoffen en voorkomt daardoor berengeur.

Tijdenlang leek er geen speld tussen deze houderijlogica te krijgen. Castratie is de norm en een ingesleten gewoonte om berengeur tegen te gaan. Zó gewoon dat het ongebruikelijk was zich af te vragen of het omwille van dierenwelzijn ook anders kon of moest.

Deze vragen worden wel gesteld in een groot onderzoeksproject met een centraal LEI-aandeel, dat vijf jaar geleden het licht zag en nu is afgerond. Bijzonder aan dit berengeurproject is dat van aanvang af de inhoudelijke en organisatorische opzet ketenbreed is. Dit maakt dat de woorden ‘van zaadje tot karbonaadje’ hoogst letterlijk en serieus zijn te nemen als het om dit project gaat.

Bijzonder is eveneens dat het project hardop vragen stelt die voordien nauwelijks klonken. Zijn er alternatieven voor de praktijk van castreren? Hoeveel beren hebben berengeur? In hoeverre vinden consumenten de geur en smaak eigenlijk onverkwikkelijk? De afgelopen jaren is gewerkt aan het vinden van antwoorden op vragen als deze.

Tijdens die zoektocht is gebleken dat berengeur niet wordt waargenomen bij de veronderstelde twintig procent van de varkens, maar slechts bij zo’n vier procent. Lang niet alle consumenten ruiken berengeur, en als ze het überhaupt al ruiken dan vinden ze het niet persé stinken. Eén op de vijf consumenten vindt androstenon zelfs lekker ruiken. Kortom, berengeur is minder aanwezig en negatief dan altijd werd aangenomen.

Met dergelijke onderzoeksfeiten is het verschil te maken. Gedurende de doorlooptijd van het project heeft zich een kentering voltrokken. Waar in het recente verleden het percentage ongecastreerde varkens in Nederland nauwelijks de vijf procent haalde, ligt dat nu in de richting van 75% procent. De ambitie is om in 2015 castratie volledig uit de reguliere varkensketen te bannen (de biovarkensboeren lopen op de conventionele houderij achter als het om castratie gaat). Nederland loopt hiermee voor op landen als België en Italië, loopt in op Engeland, waar niet gecastreerd wordt, en loopt vooruit op de Europese afspraak om in 2018 te stoppen met het castreren van biggen in de EU.

Dit onderzoeksproject over bergengeur heeft een miljoenenbudget gehad. Veel geld. Maar er staan flinke baten tegenover. Het onderzoek heeft het verschil gemaakt als het gaat om de noodzakelijkheid van castratie te nuanceren, en argumenten en maatregelen te vinden die tegemoetkomen aan maatschappelijke wensen en economisch voordeel. In de looptijd van het project is miljoenen biggen in Nederlandse stallen castratie bespaard gebleven. En dat is niet alleen plezierig voor deze beren, maar ook voor varkensboeren. Want velen vinden – anders dan Svend Åge Saltum – castreren een onaangenaam werk.


Re:acties 1

  • G.J. Cromwijk BSc

    Het is beter voor de dieren en voor de gezondheid van de mens om een vegetarisch menu te hanteren.

    Reageer

Re:ageer