Blogpost
Blog - Een kapitale kerst
Onze vindingrijkheid en behoefte aan nieuwe woorden zijn bijkans onuitputtelijk. Taal is een levend ding, zo heet het. Bij de verandering van ons vocabulaire vallen woorden uit de gratie. Wie weet nog wat ijlebenen betekent of gebruikt zulke pejoratieven als geilbaard en zuurmuil? Maar minstens zoveel nieuwe loten aan de taalboom komen er voor in de plaats. Wie lag een paar jaar geleden zulke woorden als slodderwetenschap, moestuinsocialisme of reactievoetbal in de mond bestorven?
Ook beleidsmakers en politici lijken een niet-aflatende hunker te kennen naar nieuw jargon. Wie woorden munt, drukt zijn stempel. Zo is recentelijk het concept natuurlijk kapitaal flink in zwang geraakt. Nu natuur een onder het ministerie van Economische Zaken vallend beleidsveld is geworden, is bijpassende terminologie nodig.
Intrinsieke en utilitaire natuurwaarde
Natuurlijk kapitaal bestaat uit de voorradige grondstoffen en hulpbronnen, zoals vruchtbare bodem, water en biodiversiteit. Het natuurlijk kapitaal is hiermee van vitaal belang voor het economische reilen en zeilen, en legt het accent op het nut van natuur voor het menselijk leven. Zonder natuurlijk kapitaal, geen voedsel noch energie, geen drinkwater noch bouwhout. In de Nederlandse Rijksnatuurvisie 2014 is de nodige aandacht voor deze utilitaire of nutswaarde van natuur.Dat deze afwijkt van de intrinsieke natuurwaarde, waar het om de waarde van natuur op zichzelf gaat, is op te maken uit de verhitte discussies tussen voor- en tegenstanders van de verschillende natuurvisies – die momenteel weer oplaaien.
Ecosysteemdiensten
Overigens wil een utilitaire kijk op natuur niet zeggen dat natuurbescherming onbelangrijk is. Bescherming en beheer van natuur worden vooral bezien vanuit het op voorraad houden van voldoende hoeveelheden hulpbronnen, zodat deze – om in economische termen te blijven – voldoende rente opleveren. Deze rente bestaat uit middelen en mogelijkheden om economische welvaart te genereren en duiden we aan met een ander jong woord: ecosysteemdiensten, oftewel de baten die natuur ons levert. Net als bij natuurlijk kapitaal wordt hiermee een ‘functioneel’ of ‘instrumenteel’ begrip geïntroduceerd: natuur voorziet in goederen en diensten ten behoeve van de menselijke kwaliteit van leven.
Navolgers
Voor een socioloog doet natuurlijk kapitaal denken aan een hedendaagse variant op de notie van sociaal kapitaal. Sinds het 19de-eeuwse werk van een van de grondleggers van de sociologie, Emile Durkheim, en het 20ste-eeuwse werk van vooraanstaande navolgers als Pierre Bourdieu, James Coleman en Robert Putnam, staat sociaal kapitaal te boek als de kwaliteit van sociale relaties in een gemeenschap. De voorraad sociaal kapitaal neemt toe met de mate van onderling vertrouwen, van wederkerigheid en solidariteit; stijgt met de aanwezigheid van gedeelde normen en waarden of met de intensiteit van sociale participatie en interactie binnen een gemeenschap. De rente op sociaal kapitaal betaalt zich uit in aspecten als de durf om te innoveren, initiatief te nemen, animo om te investeren in jezelf en/of anderen, en in sociale steun aan elkaar. Dit alles leidt uiteindelijk tot hogere scores op de schalen van productiviteit en veiligheid, geluk en welbevinden. Het sociale cement fundeert de menselijke kwaliteit van leven.
Medemenselijke warmte
Terug naar de natuur. De natuur die in deze tijd van het jaar letterlijk het dichtst bij ons staat, is de kerstboom. Met onze kerstboom hebben we een ecosysteemdienst in huis gehaald. De kerstboom als rente die het natuurlijk kapitaal oplevert. De natuurvoorraad voorziet ons erin en we betalen ervoor. Om het natuurlijk kapitaal op peil te houden is aan te bevelen een kerstboom met kluit te kopen, die na bewezen diensten hopelijk verstandig wordt herplant. Eveneens is te hopen dat de kerstboom niet alleen ‘natuurlijk’ maar ook sociaal rendeert. Dan draagt de kerstboom bij aan het sociale kapitaal, dat gevoed wordt door medemenselijke warmte en verbondenheid met elkaar.
Een kapitale kerst gewenst.