Blogpost

BLOG - Wegen tegen voedsel - is verbetering van infrastructuur in ruil voor voedsel fair?

article_published_on_label
30 juli 2013

China verbetert al jaren het Ethiopische wegennet in ruil voor sesamzaad. Is een dergelijk ruilmodel fair en duurzaam? Ondanks dat hongersnood in Ethiopië tot het verleden behoort, kennen delen van de bevolking van Ethiopië ook vandaag nog honger. Ook wel afstandelijk aangeduid als ‘structurele voedselonzekerheid’. Bovendien is de beschikbare hoeveelheid voedsel voor de gemiddelde Ethiopiër nog steeds beneden de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Het komt dan onfair over als voedsel wordt geëxporteerd, terwijl de bevolking niet genoeg te eten heeft.

Laten we iets breder naar deze case kijken. Allereerst biedt een goede infrastructuur in geval van acute nood de mogelijkheid om snel voedsel naar de gebieden met tekorten te brengen. En een goed wegennet helpt boeren hun producten sneller en goedkoper af te zetten. Maar er zit ook een risico aan vast. Zodra er geen infrastructuur meer wordt aangelegd, valt een belangrijke en bepalende afzetmarkt weg. Verder is door de gegarandeerde afzet in China de oriëntatie op internationale markten zwak, waardoor nieuwe markten aanboren een aanzienlijke inspanning vraagt.

Met infrastructuur alleen kom je er dus niet. Op langere termijn zijn er structureel nog belangrijkere zaken dan wegen. Voor de agrarische productie denk ik aan toegang tot hoogwaardige productiemiddelen, tot een grotere afzetmarkt, maar ook aan toegang tot kennis.

Belang van kennis en middelen

Een illustratie van het belang van betere productiemiddelen en kennis: de Ethiopische overheid verstrekt gesubsidieerde voorlichtingspakketten aan een beperkt aantal boeren. De wegen worden dus niet alleen ingezet om te halen, maar ook om te brengen. Deze pakketten omvatten productieve zaden en inputs, voorlichting en begeleiding voor de boeren, gebaseerd op hun redelijk goed ontwikkelde agrarische kennis en informatiesysteem. De pakketten worden op bestaande bedrijven in praktijk gebracht en laten zien dat de productie per hectare verdubbeld kan worden en rendabel is. Als deze ‘best practices’ op aanzienlijke schaal worden ingevoerd, dan kunnen Ethiopische boeren meer voedsel produceren dan ze nodig hebben voor hun eigen familie. Een groeiende bevolking wordt dan adequaat gevoed en bovendien verdient Ethiopië deviezen door agrarische grondstoffen te exporten.

De werkelijkheid

Echter, waarom is deze ‘win-win' situatie geen werkelijkheid? Helaas krijgen niet alle boeren gesubsidieerde voorlichtingspakketten, velen lopen tegen de volgende knelpunten aan:

  • De huidige productie van boeren is net voldoende om het gezin te voeden en te verkopen voor basisvoorzieningen (zoals kleding en huisvesting). De boeren hebben niet voldoende producten om te verkopen, om zodoende een kleine reserve op te bouwen. Hierdoor zijn er te weinig financiële middelen om te investeren in bijvoorbeeld beter zaaizaad of aankoop van meststoffen voor een volgende oogst;  
  • Bovendien is kredietverlening nog onvoldoende ontwikkeld, waardoor daar ook moeizaam een beroep op gedaan kan worden;
  • Verder is er onzekerheid over afzet van producten en het risico van een misoogst. De boeren geven dan de voorkeur om bij beproefde methoden te blijven: voedselzekerheid prevaleert.

Alleen wegen aanleggen in ruil voor agrarische grondstoffen is dus niet fair en duurzaam. Hiervoor dient op z’n minst gelijktijdig gewerkt te worden aan benutting van kennis om een hogere productie te halen en kennis van de voorwaarden voor toegang tot internationale markten. Pas dan is de infrastructuur de weg naar een duurzame toekomst door een efficiënte toegang tot productiemiddelen en afzetmarkten en gelijktijdig een eerlijke hoeveelheid voedsel voor de bevolking.