Blogpost
Studentenervaringen MSc Biology - Hilde de Laat
Biologiestudente Hilde de Laat heeft stage gelopen op Spitsbergen. Als een van de weinige studenten mocht ze mee op de grootste Nederlandse poolexpeditie ooit, de SEES expeditie (Scientific Expedition Edgeøya Svalbard). Daar had ze wel een lange adem voor nodig. Hilde is nu bezig met het uitwerken van de resultaten van haar onderzoek.
Deel 4 (slot): Het burgerleven
De conducteur in de trein roept om dat we op Utrecht Centraal aangekomen zijn. Ik schrik op uit mijn gedachten, even overstappen op de trein naar Den Haag. Zoals elke morgen forens ik van Ede naar Den-Haag voor mijn werk. Een perfecte treinrit om deze final blog te schrijven.
Wat waren de laatste loodjes van mijn studie chaotisch. De onderhuur voor mijn studentenkamer in Leiden liep af, waardoor ik weer bij mijn ouders moest gaan wonen. Een uitdaging voor mijn thesis, want deze moest ‘op afstand’ worden afgerond. Ik wilde snel weer bij mijn vrienden in de buurt wonen, dus ik moest haastig op zoek naar een nieuw onderkomen in Wageningen. En toen verscheen er ook nog een fantastisch mailtje in mijn inbox. De docent van het vak wetenschapsjournalistiek, dat ik in Leiden gevolgd had, vroeg me of ik interesse heb ik een baan als vakredacteur. Een week later stond ik zenuwachtig in Den Haag in de lift naar het kennismakingsgesprek bij Technisch Weekblad. Voor ik het goed besefte, bleek ik de job te hebben. Ik behoorde tot de gelukkigen die vóór het afstuderen al een baan in de pocket hadden. En daarmee trad ik officieel toe tot het burgerleven.
Gevulde krant
Inmiddels zijn we 6 maanden verder, en lijkt het studentenleven mijlen ver weg. Wat was ik zenuwachtig voor mijn eerste werkdag! Een echte sprong in het diepe, want ik had bar weinig ervaring als journalist.
Ik schrijf nu populair-wetenschappelijke artikelen voor hogeropgeleide beta's en ingenieurs. Dat is een flinke klus, want elke week moet er een gevulde krant op de deurmat vallen bij onze 30.000 lezers. Op dit moment analyseer ik onze jaarlijkse salarisenquête onder werkenden in de technische sector. Een fijne uitdaging, want ik mag me weer - net als tijdens mijn studie - helemaal over de cijfertjes buigen.
Het leukste van deze job is het op pad gaan voor grote interviews of rapportages. Zo mocht ik na 4 dagen al een symposium bezoeken voor mijn eerste grote artikel over de nieuwste technieken binnen de wind-geassisteerde schepen. Zodra de krant naar de drukker gaat zet ik alle artikelen online en op social media, dus neem gerust een kijkje op tw.nl!
Deel 1: Blauwe jassen
Deel 1: Blauwe jassen
Pakijs
Ik sta buiten op het dek, het regent zachtjes en de golven klotsen tegen de boeg. We zijn omringd door dicht pakijs, het knispert als we er zachtjes doorheen varen. De mist is potdicht, we varen vlak langs het land maar we zien niets.
Ineens verdwijnt de mist en doemt er voor ons een enorme gletsjer op. Hij lijkt versmolten met het landschap, maar toch ook weer een alien tussen de hoge zwarte bergen. Een uur later slaat de mist weer neer. Het lijkt alsof het prachtige schouwspel van zonet nooit heeft plaatsgevonden. Toch kruip ik mijn bed in met dit majestueuze landschap op mijn netvlies.
Zo eindigde ik mijn dagboek op dag vijf van mijn expeditie naar Spitsbergen. Drie jaar eerder was het nog onduidelijk of de expeditie wel door kon gaan. Nu blijkt het de grootste Nederlandse poolexpeditie ooit te zijn geweest. En ik mocht mee, een unieke ervaring.
Wachten
Al tijdens mijn bachelor biologie kwam ik op internet een oproep van Maarten Loonen tegen, de initiatiefnemer van de expeditie. Hij zocht wetenschappers en studenten om onderzoek te doen op Edgeøya, een onbewoond eiland ten zuidoosten van Spitsbergen. Wat een kans! Ik schreef me snel in, nog niet wetende dat ik zo lang zou moeten wachten op de uitslag.
Een jaar later leek de hoop voor niets te zijn geweest. Door geldgebrek konden er geen studenten meer mee aan boord. Toch bleef ik contact houden met Maarten Loonen. Weer een jaar later, ik was inmiddels met mijn master begonnen, hoorde ik dat er nog plaats was op het schip. Ik mocht mee als ik mijn eigen financiën zou regelen. Vijfduizend euro, waar haal ik dat vandaan?
Een jaar van brieven schrijven en bedrijven benaderen volgde. Ik schakelde mijn hele netwerk in door een overzicht met mijn motivatiebrief, begroting, CV en een beschrijving van mijn onderzoek rond te mailen. Helaas zonder resultaat. De teller wilde maar niet oplopen.
Sneltreinvaart
Net toen ik de hoop opgaf, kreeg ik een telefoontje van SEES. Er was geld vrijgekomen, dus ik mocht mee! Jaren van afwachten waren voorbij. Mijn master biologie had ik inmiddels al bijna afgerond. Ik was geïnteresseerd geraakt in wetenschapscommunicatie, en besloot de SEES expeditie binnen deze minor in Leiden op te nemen. Ik wilde gaan onderzoeken hoe de toeristen, journalisten, politici en wetenschappers aan boord samenwerkten.
Ineens moest ik in sneltreinvaart mijn onderzoek opzetten. Begeleiders zoeken, verhuizen naar Leiden, onderzoek afbakenen en een proposal schrijven. En dat allemaal in drie maanden. Een flinke klus. Vooral de overgang naar sociaal onderzoek bleek een struikelblok. Als bioloog had ik nooit geleerd om enquêtes op te stellen en interviews af te nemen.
Augustus 2015: daar stond ik dan, op de luchthaven van Longyearbyen, Spitsbergen. Klaar voor het avontuur waar ik jaren op had gewacht. De deelnemers in blauwe jassen overspoelden het mijnwerkersdorpje. Het schip werd koortsig ingeladen. De opgewonden sfeer was duidelijk voelbaar.
Benieuwd naar mijn avonturen? Ga naar de website van Resource voor mijn blogs tijdens de expeditie.
Deel 2: Uren rondstruinen op Twitter
Deel 2: Uren rondstruinen op Twitter
30 augustus 2015, 07.00 uur: De laatste blauwe jassen verzamelen zich op het vliegveld van Longyearbyen. Het vliegtuig staat al te ronken, klaar om ons terug te brengen naar Nederland. Twee weken geleden stond ik hier ook, blanco en benieuwd naar het nieuwe avontuur. Nu sta ik hier vol van verhalen en ervaringen, te midden van mijn nieuwe vrienden. Geen idee waar ik het over heb? Lees onderaan het eerste deel van de blog terug en ga naar de website van Resource voor mijn blogs tijdens de expeditie.
Boeg van het schip
Een etmaal later zit ik duizelig in de collegebanken. 1 september, mijn vakken zijn weer begonnen. Wat een omslag: een temperatuurverschil van minstens 20 graden, ’s avonds wordt het gewoon donker hier en het internet staat weer aan voor 24/7. Het gekste is nog wel dat ik hier kan gaan en staan waar ik wil, mijn wereld stopt niet meer bij de boeg van het schip.
Inmiddels zijn we vier maanden verder. Mijn laatste vakken zijn net afgerond, mijn thesis is het enige onderdeel dat mij nu nog van mijn Masterdiploma verwijderd houdt. Deze week ben ik dan ook weer met frisse moed gestart met mijn onderzoek. Nog 2 maanden te gaan, dan moet het af zijn. Eén maand analyse en één maand schrijven. Het is krap, maar moet te doen zijn.
Gecombineerde reis
Voor mijn onderzoek kijk ik naar de communicatie tussen de wetenschappers, expeditieleiding, journalisten, politici, BN’ers en toeristen aan boord. Ik focus daarbij op de wetenschappers. Door de veranderende criteria van subsidieverleners moeten wetenschappers steeds meer communiceren over hun onderzoek. Ik ben benieuwd hoe wetenschappers hier zelf tegenaan kijken. Vinden zij zichzelf kundig genoeg om te communiceren met het algemeen publiek?
Ik heb gisteren mijn na-enquête gelanceerd, de eerste reacties sijpelen binnen. Samen met de voor-enquête hoop ik zo een duidelijk beeld te krijgen van de deelnemende wetenschappers. Hoe zien zij wetenschapscommunicatie, welke kanalen gebruiken zij het liefste en hoeveel hebben ze tijdens en na de expeditie gecommuniceerd? Ook ben ik benieuwd naar de ervaringen met de toeristen, journalisten en politici aan boord. Is een dergelijke gecombineerde reis een goed idee?
De afgelopen dagen waren gevuld met het rondstruinen op Twitter. Een inhoudsanalyse moet me inzicht geven in de berichtgeving die over de expeditie naar buiten is gekomen. Twitter, Facebook, radio, krant en TV. Een hoop werk dus! Ik scoor onder andere de toon in de berichten, de onderwerpen die vernoemd worden en de personen die geïnterviewd zijn. Hieruit hoop ik af te kunnen leiden hoe de wetenschappers communiceren met de buitenwereld, en hoe de media de expeditie neerzetten. Geen tijd te verliezen dus, ik ga nu maar weer snel verder met mijn analyses.
Benieuwd naar de resultaten? Over een paar weken hoop ik jullie wat meer te kunnen vertellen via deze website. Stay tuned!
Deel 3: Succesvolle expeditie
Deel 3: Succesvolle expeditie
Ik loop op de campus in Wageningen voor de ouderdag van de eerstejaars. Een vertrouwde locatie, maar het voelt nu toch anders. Ik hoor niet meer bij de studenten. Op mijn badge prijkt trots: Hilde de Laat, Alumni WUR. Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat ik over mijn Spitsbergenavontuur een blog schreef. Ik was toen koortsachtig bezig om op tijd mijn thesis in te leveren. Het analyseren van de grote berg informatie viel nog niet mee. Toch heb ik een aantal interessante conclusies kunnen trekken.
De grootste Nederlandse Poolexpeditie ooit van SEES was een succes. Dat blijkt uit mijn onderzoek naar de samenwerking tussen toeristen, journalisten en wetenschappers tijdens de expeditie. Wetenschappers lieten in de enquête weten dat de aanwezigheid van de verschillende groepen de expeditie ten goede is gekomen.
Citizen Science
In het bijzonder bleek de combinatie toeristen en wetenschappers positief. Wetenschappers kregen vragen van de toeristen waar zij nog nooit eerder over hadden nagedacht. Op hun beurt konden de toeristen een uniek kijkje in de wereld van de onderzoekers nemen. De enquêteresultaten lieten wel een dwingende aanbeveling zien: ontwerp een duidelijk citizen science plan, zodat de verwachtingen helder zijn en de samenwerking zo goed mogelijk kan worden benut.
De expeditie is breeduit door de media opgepikt. Wetenschappers zijn tevreden over de boodschap die naar buiten is gebracht: de feiten achter klimaatverandering en het belang van het onderzoek. De onderzoekers geven aan dat zij meer zijn gaan communiceren over hun onderzoek dan zij voorheen deden. Vrijwel alle wetenschappers zijn in één of meerdere nieuwsartikelen genoemd, een opvallend en positief resultaat. Het belang van wetenschapscommunicatie stijgt op de agenda van universiteiten en wetenschappelijke institutenen uitleg geven aan het algemeen publiek is hier een belangrijk onderdeel van. Gebaseerd op dit onderzoek lijkt samenwerken met toeristen een goede manier te zijn om dit te doen.