Dossier

Eikenprocessierups

Het aantal eikenprocessierupsen in Nederland is enorm toegenomen. Deze groei in aantallen brengt veel overlast en de nodige gezondheidsrisico’s met zich mee. In dit dossier vindt u nieuws en achtergronden van het Wagenings onderzoek naar de eikenprocessierups.

Wat is de eikenprocessierups?

De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlinder. De rupsen gaan ‘s nachts groepsgewijs in processie op zoek naar voedsel (eikenbladeren). De eikenprocessierupsen kunnen overlast veroorzaken door de honderdduizenden brandharen die elke rups op zijn rug draagt. De brandharen zijn microscopisch klein, bezet met weerhaakjes en bevatten een voor mensen lichaamsvreemd eiwit thaumetopoeïne. Ze kunnen klachten veroorzaken zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen. Wind zorgt ervoor dat de kleine brandhaartjes van de rups in de lucht zweven en zich tot op grote afstand van de nesten verspreiden. Door het droge weer duurt het soms lang voordat ze op de grond vallen. In de periode van juli tot september ontpoppen de rupsen zich tot nachtvlinders.

Waar komt de rups vandaan?

De processierups komt van oorsprong uit Zuid-Europa, maar heeft zich in de afgelopen 30 jaar vanuit het zuiden naar het noorden verplaatst. De eerste nesten in Nederland zijn in 1991 waargenomen. In 2004 en 2007 was er al een piek in het aantal meldingen. Sindsdien heeft de rups zich verder noordwaarts verspreid. De soort lift mee op verschuivende klimaatzones naar het noorden, die veroorzaakt worden door opwarmende temperaturen. Deze ‘volksverhuizing’ zien we ook bij andere dieren, waaronder de dennenprocessierups en de tijgermug.

Waarom ineens die enorme toename?

De eikenprocessierups is dus al 30 jaar in Nederland. Toch hebben we nu pas te maken met enorme aantallen en overlast. Uit een inventarisatie van twintigduizend eikenbomen blijkt dat er op sommige plaatsen drie keer zo veel rupsen zijn als in het piekjaar 2018, terwijl dit jaar al een verdrievoudiging was ten opzichte van 2017. Hoe kan dat? De eikenprocessierups profiteert van veranderingen in het klimaat. Zachte winters en droge hete zomers, zoals vorig jaar, stimuleren de groei van populaties. Mogelijk zijn dit jaar veel rupsen voortgekomen uit eitjes die vorige zomer zijn afgezet door vlinders van rupsen die zich eerder vanwege extreme temperaturen hadden ingegraven. Rupsen blijven soms een jaar of langer in de grond blijven zitten totdat de omstandigheden gunstig zijn.

Wat doet WUR?

WUR onderzoekt de verspreiding van de eikenprocessierups in Nederland en de natuurlijke vijanden. Het waarnemen en registreren van populaties speelt een belangrijke rol in de aanpak van de rups. Ook testen we biologische maatregelen die genomen kunnen worden in de bestrijding. Bijvoorbeeld door het beïnvloeden van het geurspoor dat rupsen (in processie) volgen. WUR is in gesprek met partners over de aanpak van de eikenprocessierups en de komst van andere kleine soorten die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. In de recent verschenen Kennisagenda Klimaatverandering en Gezondheid wordt helder uiteen gezet wat de stand van de kennis is en welke kennisbehoefte en acties er nodig zijn. De eikenprocessierups is een van de onderwerpen in deze kennisagenda.

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

Aantastingsbeelden

Levenscyclus, herkennen, te verwarren met...

De levenscyclus van de Eikenprocessierups verloopt via de volgende stadia:

vlinder -» eitje -» rups -» pop -» vlinder -» eitje etc.

De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlinder. In de periode juli tot september komen de onopvallende nachtvlinders uit de poppen. De vrouwtjesvlinders kunnen zich verplaatsen over een afstand van 5 tot 20 km, maar veel vrouwtjes zullen hun eieren afzetten in de directe omgeving van de plek waar ze uit de pop gekropen zijn. De vrouwtjes leggen hun eitjes in eipakketten van 30 tot 300 eieren op 1-2 jarige takken van alle soorten eiken, met een voorkeur voor de inlandse eik.

De eipakketjes overwinteren op dunne twijgen. Omstreeks april komen de rupsjes uit (foto: Leen Moraal)
De eipakketjes overwinteren op dunne twijgen. Omstreeks april komen de rupsjes uit (foto: Leen Moraal)

In april komen de oranjekleurige rupsen van het eerste stadium uit de eipakketten. De kleur van de rupsen verandert later in grijsgroen met een lichte streep aan de zijden. Pas vanaf het derde stadium worden de eerste brandharen gevormd. De lange haren (tot wel 10 mm) zijn niet irriterend - de korte 0,2 mm lange haren wel.

Vanaf half mei tot juli kan men eikenprocessierups aantreffen in de vorm van plakkaten op de stammen en later in de specifieke nesten gemaakt van dichte spinsels met vervellinghuidjes, uitwerpselen en brandharen, hangend aan takken. ’s Nachts gaan de eikenprocessierupsen in optocht (in processie) naar de kroon om het blad te bevreten. De rups doorloopt in totaal zes stadia, waarna zij - omstreeks juni/juli in de nesten verpoppen. De poppen hebben een roodbruine kleur. De lichtbruine vlinders verschijnen van begin juli tot begin september. De eitjes worden in pakketjes op de takken afgezet waar ze overwinteren. Gunstige weersomstandigheden kunnen de ontwikkeling van de rupsen tot vlinder versnellen. Bij zachte winters en hoge temperaturen in het voorjaar kunnen de rupsen eerder in het seizoen verschijnen.

a6cac069-93b1-4cd1-a370-91befc6160ee_processierups.jpg
Boven - in de beginfase maken de rupsen nog geen nesten maar zonnen ze in plakkaten op de stam. 's Nachts gaan ze in processie naar de kroon om van het blad te eten (foto's Leen Moraal)
Boven - in de beginfase maken de rupsen nog geen nesten maar zonnen ze in plakkaten op de stam. 's Nachts gaan ze in processie naar de kroon om van het blad te eten (foto's Leen Moraal)
68e203f1-c231-482f-a86d-0b111f04893a_processierupsnest1.jpg
In een later stadium worden rupsennesten gevormd, vaak in een takoksel of aan de stamvoet. De vervelling en de verpopping vindt plaats in het nest. Deze nesten zitten vol met lege vervellingshuidjes (met brandharen), uitwerpselen en poppen of lege pophuidjes (foto's Leen Moraal)
In een later stadium worden rupsennesten gevormd, vaak in een takoksel of aan de stamvoet. De vervelling en de verpopping vindt plaats in het nest. Deze nesten zitten vol met lege vervellingshuidjes (met brandharen), uitwerpselen en poppen of lege pophuidjes (foto's Leen Moraal)

Verwarring mogelijk met Bastaardsatijnvlinder en Spinselmot

ebddd48e-3cf1-46b6-86dd-fb7152a2e328_bastaardsatijnnestrupsklein1.jpg
De Bastaardsatijnvlinder Euproctis chryssorhoea heeft ook irriterende haren en leeft op eik, duindoorn en meidoorn. Deze soort vormt winternesten waarin de jonge rupsen overwinteren. Deze nesten worden niet op de stam maar in de kroon gevormd (foto's Wageningen Environmental Research)
De Bastaardsatijnvlinder Euproctis chryssorhoea heeft ook irriterende haren en leeft op eik, duindoorn en meidoorn. Deze soort vormt winternesten waarin de jonge rupsen overwinteren. Deze nesten worden niet op de stam maar in de kroon gevormd (foto's Wageningen Environmental Research)
Spinselmotten (of stippelmotten) maken uitgebreide spinsels (foto Wageningen Environmental Research)
Spinselmotten (of stippelmotten) maken uitgebreide spinsels (foto Wageningen Environmental Research)

De rupsen van de verschillende soorten spinselmotten Yponomeuta spp. leven op wilg, kardinaalsmuts, meidoorn, sleedoorn en inheemse vogelkers. De rupsen kunnen omvangrijke spinsels maken waarbij gehele bomen en struiken kunnen worden "ingepakt". 

Bestrijding en beheersing

Het beheersen van de eikenprocessierups is niet makkelijk. Beheersing is het vinden van de juiste mix tussen het voorkomen van gezondheidsklachten, het vermijden van ongewenste ecologische effecten en het opzetten van een adequate monitoring en bestrijding. Gespecialiseerde bedrijven kunnen nesten beheersen door ze op te zuigen, maar het aantal rupsen is op dit moment zo groot dat er onvoldoende capaciteit is. De mogelijkheden voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn beperkt, omdat die schadelijk kunnen zijn voor andere insecten en vogels. Particulieren worden afgeraden om zelf rupsen te verwijderen vanwege de kans op verspreiding van brandhaartjes. Vogels zoals pimpelmezen, koolmezen en ringmussen jagen op de eikenprocessierups, maar ze eten niet alle rupsen op. Adviezen voor beheersing richten zich steeds meer op preventieve maatregelen, bijvoorbeeld het bespuiten van bomen of op termijn een grotere diversiteit aan bomensoorten.

Op bepaalde plekken kan men bij overlast volstaan met niets doen, branden of zuigen. In andere situaties is de rups onder voorwaarden goed te bestrijden met een bacteriepreparaat (foto: Leen Moraal)
Op bepaalde plekken kan men bij overlast volstaan met niets doen, branden of zuigen. In andere situaties is de rups onder voorwaarden goed te bestrijden met een bacteriepreparaat (foto: Leen Moraal)
In de leidraad wordt aanbevolen om rekening te houden met zeldzame vlindersoorten, zoals de Eikenpage, die eveneens worden aangetast door het preparaat (foto: Wageningen Environmental Research)
In de leidraad wordt aanbevolen om rekening te houden met zeldzame vlindersoorten, zoals de Eikenpage, die eveneens worden aangetast door het preparaat (foto: Wageningen Environmental Research)

Voor verdere informatie wordt verwezen naar de websites van de betrokken provincies en het Ministerie van LNV (zie bij Links). Lees de 'Leidraad beheersing eikenprocessierups' als pdf.

Publicaties over de eikenprocessierups: