Nieuws

180 Konikpaarden uit de Oostvaardersplassen krijgen een nieuw onderkomen

article_published_on_label
20 september 2018

De Provincie Flevoland heeft besloten om het aantal grote grazers in de Oostvaardersplassen terug te brengen naar 1100 dieren. Uit een eerste verkenning door WUR-onderzoekers blijkt dat alle paarden (ongeveer 180 stuks) een nieuw onderkomen kunnen krijgen. Maar dat had nog wel wat voeten in de aarde. Uiteindelijk vonden de onderzoekers zeven potentieel geschikte gebieden buiten Nederland en één gebied in Nederland waar de paarden kunnen worden gehuisvest.

De Provincie Flevoland heeft Staatsbosbeheer afgelopen dinsdag opdracht gegeven om het aantal grote grazers (heckrunderen, konikpaarden en edelherten) in de Oostvaardersplassen terug te brengen naar 1100 dieren. Uit een eerste verkenning van Edgar van der Grift, Alex Schotman Hugh Jansman en Arjen de Groot blijkt dat alle paarden (ongeveer 180 stuks) een nieuw onderkomen kunnen krijgen. Maar dat had nog wel wat voeten in de aarde. Edgar van der Grift: “We hebben enorm veel partijen binnen heel Europa benaderd, zoals nationale parken en natuurbeschermingsinstanties. De meesten hadden geen plaats en gaven aan zelf ook met een overschot aan dieren te kampen.”

Uiteindelijk vonden de onderzoekers zeven potentieel geschikte gebieden buiten Nederland en één gebied in Nederland (het Harderbos in Flevoland) waar de paarden kunnen worden gehuisvest. In Oost-Europa, Bulgarije en Azerbeidzjan liggen bijvoorbeeld veel uitgestrekte, voorheen agrarische gebieden, die nu dichtgroeien met bos. Van der Grift: “Gebiedseigenaren geven aan grazers in dit gebied te willen plaatsen om het weer open te maken. Daarnaast is er belangstelling voor Konikpaarden als aanvulling op kuddes van lokale paardenrassen die genetische defecten vertonen.”

Wild of gehouden?

De onderzoekers werkten ook de ecologische criteria uit, waarmee de gebieden gewaardeerd kunnen worden. Eén van die criteria is of een gebied groot genoeg is om een levensvatbare populatie te herbergen. Van der Grift: “Uiteindelijk is het aan de provincie om te besluiten wat ze wil. Wil je dat de dieren in een natuurgebied worden uitgezet en deel gaan uitmaken van een levensvatbare populatie? Of dat de paarden gehouden dieren worden? We hebben bijvoorbeeld ook reacties van mensen die wel een klein aantal dieren wil hebben om ze tam te maken.”

De komende tijd zal er een vangkraal worden gebouwd om de paarden bij te voeren en te verzamelen, waarna ze in groepjes verplaatst kunnen worden. Daarbij wordt de sociale structuur van de kudde zoveel mogelijk in stand gehouden en merries en veulens worden niet gescheiden. Om de kans op een succesvolle verplaatsing te vergroten is er volgens Van der Grift wel een aantal aspecten om rekening mee te houden. “De Oostvaardersplassen is vlak terrein, met relatief veel voedsel en relatief milde winters. De paarden zijn daar in de afgelopen dertig jaar via natuurlijke selectie op aangepast. Bij verplaatsen naar een nieuw gebied moet het darmstelsel zich waarschijnlijk aanpassen aan ander voedsel en het immuunsysteem aan nieuwe ziektes. Bovendien moeten de dieren hun gedrag aanpassen op de eventuele aanwezigheid van roofdieren.”

Herten afschieten

De onderzoekers bekeken ook de mogelijkheden voor herhuisvesting van de edelherten en de heckrunderen. Maar de provincie Flevoland heeft besloten om de herten af te schieten, omdat verplaatsen te stressvol is. Er blijven 480 edelherten en 450 koninkpaarden in het gebied. Het aantal heckrunderen kan gelijk blijven op ongeveer 170 dieren. Het aantal grote grazers wordt teruggebracht om de vegetatie de tijd te geven te herstellen. Nadat de populatie op korte termijn is teruggebracht naar 1100 dieren, kan de populatie weer groeien tot een voorlopig plafond van 1500 dieren.

Dit verhaal is overgenomen van Resource.wur.nl, de nieuwswebsite voor studenten en medewerkers van Wageningen University & Research.