Nieuws

Alarmerend fosforverlies in graslanden wereldwijd in kaart gebracht

article_published_on_label
9 maart 2016

In grote delen van de wereld krijgen graslanden weinig of geen mest en daardoor raakt de bodem uitgeput. Om de bodem weer vruchtbaar te maken, moeten de boeren in 2050 vier keer zoveel fosforbemesting gaan geven als in 2005. Alleen dan zal er genoeg gras en hooi zijn om voldoende melk en vlees te produceren voor de snel groeiende wereldbevolking. Dat schrijft Martin van Ittersum, hoogleraar plantaardige productiesystemen in Wageningen, in het vakblad Nature Communications.

Samen met collega’s van ondermeer onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving luidt Van Ittersum in Nature Communications (16 februari) de noodklok over het groeiend fosfaattekort in graslanden wereldwijd. “In Noordwest-Europa wordt het grasland doorgaans goed bemest, maar elders gebeurt dat vaak niet of nauwelijks”, zegt Van Ittersum. “Daardoor raakt de bodem steeds meer uitgeput.” Ook het maaien en begrazen gebeurt volgens hem vaak weinig planmatig. “Het gaat om ruim drie miljard hectare grasland. Tweederde van het wereldlandbouwareaal bestaat uit gras!”

Mest verdwijnt

Grasplanten hebben, net als alle andere planten, fosfor uit de bodem nodig voor hun groei, bijvoorbeeld als bouwsteen van het DNA, dat in iedere cel aanwezig is. De fosfor uit het gras wordt weer benut door grazend vee. Via melk, vlees, wol en huiden verdwijnt een deel van de fosfor van het land. Een veel groter deel komt in de mest van de grazers terecht. Ongeveer de helft van die mest wordt van het grasland afgevoerd om de akkers te bemesten of voor andere doeleinden. Zo krijgen de graslanden een steeds groter fosfaattekort. En dat betekent op termijn minder gras en ruwvoer voor het vee en minder melk en vlees voor de boer, terwijl de productie juist omhoog zou moeten.

Fosfaatkringloop

Met behulp van een groot, wereldwijd simulatiemodel, de Dynamic Phosphorus Pool Simulator (DPPS), hebben de onderzoekers voor het eerst de fosfaatkringloop voor alle landen in de wereld van 1970 tot 2005 in kaart gebracht. Vervolgens hebben ze doorgerekend hoe groot de mondiale fosfaatbehoefte in 2050 zal zijn.

Granen als veevoer

Van Ittersum: “Een beter graslandbeheer is cruciaal voor de wereldvoedselvoorziening, want in 2050 zullen we wereldwijd 80 procent meer gras en hooi moeten produceren. Ten eerste groeit de wereldbevolking. Bovendien groeit de welvaart en in veel arme landen zien we een lineair verband tussen een stijgend inkomen en een toenemende vraag naar vlees en zuivel. Daarmee dreigt het probleem dat steeds meer granen, waar nu nog brood van wordt gebakken, straks als veevoer worden gebruikt. Ook de toenemende teelt van biobrandstoffen concurreert met de teelt van voedselgewassen. Als beheer en bemesting van de graslanden niet verbeteren, terwijl de veestapel blijft groeien, dreigen overbegrazing, bodemerosie en verlies van bodemvruchtbaarheid. Probleemonkruiden rukken op en de woestijn breidt zich uit. We hebben nu dringend behoefte aan veldwerk en empirische data om onze modelberekeningen lokaal te toetsen en aan te vullen, zodat we beheeradviezen op maat kunnen geven.”