Nieuws

De put waar CO2 in kan verdwijnen

article_published_on_label
12 november 2021

‘Het is een beetje een vreemde eend in het geheel’, vertelt Eric Arets, verwijzend naar de sector LULUCF. Oftewel: landgebruik (Land Use), landgebruiksverandering (Land Use Change) en bosbouw (Forestry). Het is de enige sector in de klimaatproblematiek die kan leiden tot het verwijderen van CO2, door koolstof op te nemen in biomassa en de bodem. De aandacht hiervoor neemt dan ook snel toe, merken ook Eric Arets en Chantal Hendriks.

‘Er worden steeds meer vragen gesteld door beleidsmakers, deze sector staat nu volop in de aandacht,’ vertelt Arets. Arets is projectleider van LULUCF, Hendriks is voorzitter van de taakgroep LULUCF, die de klimaatrapportage voor de sector binnen de Nederlandse Emissieregistratie levert. ‘Deze aandacht is eigenlijk heel logisch, onze sector kan helpen om het overschot aan emissies in andere sectoren te verkleinen. Tegelijkertijd is er onduidelijkheid’, zegt Hendriks. ‘Er zijn meerdere rapportages met verschillende protocollen, waardoor dezelfde situatie andere cijfers op levert.’

Interactief

Om meer inzicht te geven hoe je als beleidsmaker de verschillende rapportages moet lezen en interpreteren is er nu een interactieve PDF ontwikkeld. ‘We proberen niet alleen de cijfers te geven maar ook inzichtelijk te maken wat de processen zijn’, zegt LULUCF-projectleider Arets. ‘De ruimte in Nederland is beperkt, dus het is juist belangrijk om goed te kijken naar wat er gebeurt en daar goed beleid op los te laten.’ In de PDF wordt helder uitgelegd hoe de cijfers tot stand komen en welke berekeningen er gelden.

Mismatch

Een voorbeeld: op het moment dat je een stuk land omvormt duurt het ca 20 jaar voor de koolstofvoorraad in de bodem weer een nieuw evenwicht bereikt. ‘Voor die tijd is de grond heel dynamisch, het gaat naar een nieuw evenwicht toe’, vertelt Hendriks. De verplichtingen voor verschillende rapportages stellen verschillende eisen aan de manier waarop er gerapporteerd wordt. Onder de rapportage voor de VN Klimaatconventie geldt een transitieperiode van 20 jaar om rekening te houden met de tijd die koolstofvoorraden in bodems nodig hebben om een nieuw evenwicht te bereiken. Bij omvorming van bos naar grasland worden emissies en verwijderingen voor het gebied eerst onder ‘bos naar grasland’ gerapporteerd en pas na die 20 jaar heet het grasland. ‘Maar in de rapportage onder het Kyoto protocol blijft het altijd vallen onder ontbossing’, vertelt Arets. ‘Op zich klopt dat natuurlijk, maar als datzelfde gebied in een andere rapportage grasland heet lijkt het alsof er een mismatch in de cijfers is.’

Bosoppervlakte vergroten

Het klinkt simpel. Door de manier waarop je het land gebruikt kun je ervoor zorgen dat de bodem koolstof opneemt en vasthoudt zodat de hoeveelheid CO2 die je uitstoot afneemt. Daar hebben andere sectoren weer profijt van. De meeste landen hebben grote hoeveelheden bos, die ervoor zorgen dat er meer dan de totale CO2 emissie uit landgebruik wordt opgenomen. De LULUCF-sector werkt dan als een soort put waar CO2 in verdwijnt. In Nederland is echter slechts rond de 10% van het landoppervlak bos en hebben we hoge emissies uit gedraineerde veenweides die niet door de vastlegging in bos kunnen worden gecompenseerd. ‘Nu is het bosoppervlak van Nederland een van de laagste in Europa, we staan net boven Malta’, aldus Eric Arets. ‘Als je meer bos aanplant, zou je meer CO2 uit de atmosfeer wegnemen en daar hebben andere sectoren profijt van.’ Uiteindelijk zie je een groter bosoppervlakte terug in de rapportages. ‘Maar het ligt vaak wel heel gevoelig’, vertelt Eric Arets. ‘Als je bos gaat aanplanten heb je actiegroepen aan de deur die niet blij zijn dat het open landschap verdwijnt. Als je bos omzet naar heide precies hetzelfde. Als je het landschap waarin mensen leven gaat veranderen kan dat voor veel emoties zorgen. Juist de momenten van verandering leveren weerstand op. Kijk maar naar de windmolens, iedereen is voor duurzame energie maar niet als er een windmolen in je achtertuin komt te staan.’

Harmonie

Vanaf volgend jaar komt er meer eenduidigheid in de verschillende rapportages. ‘Dan gelden de Europese boekhoudregels die zijn opgesteld. In Europees verband is afgesproken om de klimaatboekhouding onder het akkoord van Parijs te harmoniseren, omdat de huidige regels nog teveel vrijheid geven. De EU is strenger, ook om het goede voorbeeld te geven. Daarmee kan je de cijfers ook beter met elkaar vergelijken, dat is een flinke verbetering,’ legt Eric Arets uit.  Naast de Nederlandse interactieve PDF komt er ook een in het Engels. Chantal Hendriks is daar blij mee. ‘Op Europees niveau delen we veel informatie met elkaar, lidstaten leren van elkaar. De manier waarop we nu in deze PDF informatie overdragen is een mooi voorbeeld van hoe je erover kunt communiceren naar de beleidsmakers die hier niet dagelijks mee bezig zijn.’

Vertaalslag

De internationale rapportages geven een landelijk beeld. Chantal Hendriks signaleert dat er een toename is in de vraag naar gedetailleerde cijfers. ‘Vanuit de provincies komt steeds vaker de vraag naar specifieke cijfers. Bijvoorbeeld de koolstofvoorraad in de bodem is een nationaal gemiddelde, maar die voorraad kan natuurlijk in Flevoland heel anders zijn dan in Gelderland of in Friesland.’ Er wordt nu gekeken of het mogelijk is om die vertaalslag in de cijfers ook aan te gaan bieden. ‘Het lastige in onze sector is dat je het niet gewoon kan meten’, vult Arets  aan. ‘Je kunt wel metingen doen met behulp van vliegtuigen en meettorens, maar dan krijg je het totaal en ken je het niet toe aan bepaalde bronnen en sectoren. Want dat is wat we doen: we koppelen de activiteitendata aan de emissiefactoren die horen bij de verschillende activiteiten. Als de activiteit anders wordt dan kan je uitrekenen wat daarvan de invloed daarvan is op de gemiddelde koolstof in de bodem.’

Grondwater verhogen

Een van de gebieden waar beleidsmakers een slag kunnen maken is het veengebied in Nederland. De grondwaterstand wordt daar laag gehouden zodat er koeien kunnen grazen. Maar voor de uitstoot zou het beter zijn om het grondwater weer te verhogen. ‘Dat land raak je dan kwijt voor de veehouderij’, licht Chantal Hendriks toe. ‘De koeien zouden wegzakken in het drassige land maar je kunt wel kijken naar andere vormen van landbouw. Met behoud van het veen. Daar lopen nu allemaal pilotprojecten voor, er moet echt een plan van aanpak ontwikkeld worden om de emissie die veroorzaakt wordt door de oxidatie van veen te reduceren.’