Nieuws

‘De relatie voeding en gezondheid hebben wij op de kaart gezet’

article_published_on_label
14 oktober 2019

Vijftig jaar geleden werd in Wageningen de afdeling Humane Voeding en Gezondheid opgericht. Wat toen klein begon, is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste voedingsgroepen ter wereld. In die vijftig jaar zijn er heel wat baanbrekende studies verricht. Zowel op gebied van ziektepreventie (bijvoorbeeld hart- en vaatziektes en type 2 diabetes) als gedragsrichtlijnen (bijvoorbeeld voor eten in zorginstellingen).

“We waren echt pioniers toen we begonnen in september 1969 met onderzoek naar voeding en gezondheid”, vertelt Kees de Graaf, hoogleraar Sensoriek en Eetgedrag van Wageningen University & Research (WUR). “Medische faculteiten vonden dat destijds helemaal niet zo belangrijk. Dat is nu wel anders omdat onderzoek heeft uitgewezen dat voeding grote gevolgen heeft voor de gezondheid en het risico op ziektes zoals overgewicht, kanker, en hart- en vaatziektes. Voeding is tegenwoordig overal een centraal onderdeel van de identiteit van mensen geworden. De interesse in voeding is dramatisch gegroeid en vrijwel iedereen beseft dat er een duidelijke relatie is met gezondheid. Gelukkig!”

Persoonlijke identiteit

Je bent wat je eet. De talloze food-foto’s op Instagram bewijzen dat voedsel ook meer is dan alleen eten. Het is een onderdeel van een lifestyle en persoonlijke identiteit, een manier om jezelf te profileren en een imago op te bouwen. De Graaf: “Voeding is een persoonlijke keuze. Het is één van de factoren in het leven waarbij je zelf aan de knoppen zit, iets wat je heel direct ervaart. Men heeft tegenwoordig ook een enorme keuze uit producten. En daar zit heel veel ontwikkeling in. Er komen continu veel nieuwe producten op de markt met de suggestie dat het goed voor je is, ‘met extra vitamines’, ‘geen toegevoegde suikers’.”

Hoewel het aanbod van voedsel dus totaal veranderd is, er zijn veel meer kant-en-klaar bewerkte producten, zijn sommige dingen ook hetzelfde gebleven. Sommige voedingsgewoonten zijn bijvoorbeeld vrij stabiel gebleven, vindt De Graaf. “De groente- en fruitinname is nagenoeg stabiel de laatste dertig jaar. Ondanks dat er allerlei verhalen rondgaan over een sterke toename van de innames van vet, zout en suikers en dergelijke, zie ik dat de bijdrage van (verzadigd) vet aan de energie-inneming omlaag is gegaan, de bijdrage van suikers is ongeveer gelijk gebleven, en ook de zoutinneming is ongeveer hetzelfde als dertig jaar geleden. We zien nu ook producten als olijfolie in de schappen. Vijftig jaar geleden kon je hier lang naar zoeken. De laatste paar jaar zien we een daling in de consumptie van suikerhoudende dranken. Er is dus verbetering mogelijk, we kunnen gezonder eten”, meent De Graaf. “Het aantal hart- en vaatziekten is weliswaar afgenomen, maar aan de andere kant zijn obesitas en diabetes juist toegenomen. En ook duurzaamheid is een component dat volop in de belangstelling staat.”

Wat heeft 50 jaar onderzoek opgeleverd?

Door alle opgedane kennis, zijn er specifiekere oplossingen voor bepaalde problemen van groepen mensen gevonden. Een baby heeft andere voeding nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen dan een volwassene en een 65-plusser blijft langer vitaal met voldoende eiwit en energie op zijn bord. Hoe oud we ook zijn, wat we eten en drinken is van grote invloed op ons dagelijks leven.

Zo hebben we bijvoorbeeld een voedings- en bewegingsprogramma om de zelfredzaamheid van ouderen te bevorderen ontwikkelt, en een gecombineerde leefstijlinterventie voor mensen met overgewicht met een verhoogde kans op diabetes.

“We kunnen steeds nauwkeuriger kijken naar de persoonlijke omstandigheden van iemand en wat deze persoon nodig heeft. Er zijn in algemene zin ook vele successen geboekt. Je vindt bijna geen transvetten meer in de voeding; dat heeft bijgedragen aan de daling van hart- en vaatziektes. Het door ons ontwikkelde preventieprogramma SLIMMER is opgenomen in de pakketten van zorgverzekeringen en WUR heeft ook bijgedragen aan de richtlijnen Gezonde Voeding van de Gezondheidsraad, en richtlijnen voor de voeding in verpleeghuizen.

“Dat is een enorme overwinning, dat dat gelukt is. Voeding heeft natuurlijk een enorme impact op de kwaliteit van leven, van gezondheid en welbevinden. Dat was vijftig jaar geleden zo en dat zal altijd zo blijven”, zegt De Graaf.