Nieuws

Duurzamer beheer van de Noordzee dankzij GPS-gegevens van de visserij

article_published_on_label
14 september 2021

Bijna alle vissersboten in Europa zijn verplicht om hun locatie op zee aan de hand van GPS door te geven aan de overheid. Voor zijn promotieonderzoek bij Wageningen Marine Research analyseerde Niels Hintzen deze GPS-data om in kaart te brengen hoe vissers zich over de Noordzee verspreiden. Dankzij dit onderzoek wordt het mogelijk om nauwkeuriger te voorspellen in welke gebieden vissers in de toekomst actief zullen zijn. Deze voorspellingen zijn zelfs inzetbaar bij veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld als een deel van de zee wordt afgesloten vanwege de aanleg van een windmolenpark.

Om duurzame visserij mogelijk te maken is het belangrijk om te weten waar vissers actief zijn, wat ze vangen en met welk vistuig. Hoewel deze gegevens al decennia worden verzameld, werd de vislocatie slechts op hele grove schaal gerapporteerd, in blokken zo groot als de afstand tussen Amsterdam en Rotterdam. Sinds 2000 moeten schepen iedere twee uur een GPS-signaal naar overheidsinstanties sturen, waarmee de kennis over waar er precies gevist is en de mogelijke gevolgen daarvan beter bestudeerd kunnen worden. Hintzen ging met deze satellietgegevens aan de slag door specifiek te kijken naar de locaties van de Nederlandse visserij op schol en tong. Met hun speciaal ontwikkelde softwarepakket bracht hij deze gegevens bijna tot op de meter nauwkeurig in kaart.

Figuur uit het onderzoek van Niels Hintzen. Hierop zijn de GPS-posities van vissersboten uit verschillende Nederlandse havens te zien.
Figuur uit het onderzoek van Niels Hintzen. Hierop zijn de GPS-posities van vissersboten uit verschillende Nederlandse havens te zien.

Vissen in de toekomst

De analyse van de GPS-gegevens leverde een aantal duidelijke patronen op. Zo bleek dat vissers bijna altijd op dezelfde plaats actief zijn, en dat het bodemtype meeweegt in de keuze voor een locatie. Ook zijn vissers bij voorkeur actief in de ondiepere gedeeltes van de Noordzee, werken ze vaak in gebieden met een zanderige bodem en niet te dicht bij de Nederlandse kust.

Aan de hand van deze onderzoeksresultaten kan worden vastgesteld welke condities (zoals diepte en bodemtype) een belangrijke rol spelen in de locatiekeuze van vissers in de Noordzee. Daarmee wordt het mogelijk om nauwkeurig te voorspellen waar de visserij in de toekomst actief zal zijn. De voorspellingen uit dit model zijn zelfs inzetbaar als de situatie verandert, bijvoorbeeld als het aantal vissers toe- of afneemt of als delen van de Noordzee worden afgesloten om ruimte te maken voor natuurbescherming of een windmolenpark.

Duurzame visserij

Hintzen gebruikte de GPS-data ook om twee visserijmethodes te vergelijken: de boomkor en de pulsvisserij. Vergelijkingen van de GPS-data toonden aan dat pulsvissers vaker in gebieden met een steenachtige bodem visten dan de boomkorvloot. Ook begaven ze zich meer in het zuiden van de Noordzee, waar de meeste tong voorkomt. Door het gebruik van lichter vistuig verplaatste dus een deel van de visserij naar een ander type zeebodem, waarmee de impact op het bodemleven veranderde.

Het analyseren en voorspellen van vislocaties kan een belangrijke bijdrage leveren aan duurzame visserij, aldus Hintzen: ‘Het ultieme doel waar ik en al mijn collega’s aan werken is een duurzaam gebruik van de zeeën. Doordat we nu beter begrijpen waar er precies wordt gevist kunnen we die kennis ook inzetten om advies te geven hoe het gebruik van de ruimte op zee voor natuurbescherming, windenergie en voedselproductie zo goed mogelijk in balans te krijgen.’

Op 14 september promoveert Niels Hintzen op zijn onderzoek Zooming into small-scale fishing patterns - The use of vessel monitoring by satellite in fisheries science.