Nieuws

Snelle ontwikkeling van droge tropenbos door vlinderbloemige bomen

Published on
29 mei 2018

Tropische bossen die zich ontwikkelen op verlaten, droge landbouwgrond tellen opmerkelijk veel bomen van de familie van de vlinderbloemigen, waartoe ook onze bonen, klavers en acacia’s behoren. Deze bomen leggen stikstof vast en zijn door hun bladvorm bestand tegen droogte, waardoor ze zich succesvol vestigen. Een internationaal team van onderzoekers, waaronder van Wageningen University & Research, ontdekte zo de strategie waarop droge bossen in de Latijns-Amerikaanse tropen zich herstellen.

Het onderzoeksteam van meer dan zestig onderzoekers uit bijna alle werelddelen constateerde dat tijdens de eerste drie decennia van de natuurlijke regeneratie van bossen op voormalige, droge landbouwgrond, de vlinderbloemige bomen tweemaal zo veel plaats innemen in vergelijking met natte secundaire bossen. In de gebieden in Latijns-Amerika met een jaarlijks neerslagniveau van minder dan 1500 mm spelen deze vlinderbloemige bomen een cruciale rol voor het herstel van het bos; met name de vlinderbloemigen die stikstof binden en goed bestand zijn tegen droogte. In zo’n jong droog bos is er nog een open bladerdek, en de bodem is arm aan stikstof, zegt de Wageningse bosecologe Danaë Rozendaal. “Maar die toestand verandert snel. De vlinderbloemige bomen kunnen stikstof uit de lucht vastleggen en maken zo hun eigen nutriënten aan, die later beschikbaar komen aan de volgende generatie bomen.”

Dubbel geveerd blad

Naast stikstofvoorziening zijn vlinderbloemige bomen ook goed bestand tegen de droogte. Hun bladeren zijn vaak dubbel geveerd waardoor de verdamping aanzienlijk geringer is. Deze bladeren met rijen kleine blaadjes (en bij dubbel geveerd nogmaals een rij blaadjes), verdampen minder water dan één groot blad van hetzelfde oppervlak. Ook kan de boom de bladstand van deze blaadjes sturen, van de zon af bijvoorbeeld, zodat ze minder warmte verzamelen. “Dit alles verbetert de warmteafvoer en reguleert de bladtemperatuur efficiënter,” zegt Danaë Rozendaal.

Tot nu toe was het niet duidelijk hoe belangrijk vlinderbloemigen zijn voor de ontwikkeling van een hernieuwd droog tropisch bos. “De dominante aanwezigheid van de vlinderbloemige soorten is dus te verklaren met de eigenschappen die deze boomsoorten hebben: stikstofbinding en droogtetolerantie,” concludeert de onderzoeksgroep. Het team beveelt beleidsmakers en bosbouwers die bossen op voormalige landbouwgrond effectief willen restaureren aan om droogtebestendige vlinderbloemige bomen aan te planten of met rust te laten. De onderzoekers adviseren ook om in modellen voor bosherstel de grootschalige nutriëntencyclus die met de leeftijd van het bos verandert, mee te nemen. Het gaat om enorme oppervlakten aan bos wereldwijd, omdat de helft van alle tropische bossen secundair bos is.

Het internationale team maakt voor de studie gebruik van 42 bosgebieden waarvan de soortensamenstelling bekend is. Deze dataset van het 2ndFOR-network bevat bossen van 2 tot 100 jaar oud op grond die voorheen als weidegrond of zgn. ‘shifting cultivation’ werden benut. In elk van de 1207 monstergebieden werden de bomen met een stam van 5 cm en dikker in kaart gebracht, en vergeleken met de jaarlijkse neerslag, die kan variëren van 750 tot 4000 mm. In de gebieden identificeerden zij 398 soorten vlinderbloemige bomen.