Persbericht

Stad en platteland kunnen alleen samen duurzame doelen bereiken

article_published_on_label
13 september 2018

Om de duurzame doelen, zoals de energietransitie en klimaataanpassingen, te bereiken is samenwerking tussen stad en platteland onontbeerlijk. Zelfs kan een goede interactie op regionaal en zelfs landelijk niveau leiden tot een gezonde en duurzame samenleving. Aldus prof.dr. Eveline van Leeuwen bij haar inauguratie als hoogleraar Urban Economics aan Wageningen University & Research op 13 september.

Een stad is geen eiland, zegt prof. Van Leeuwen. “En daarom is het goed om vanuit de stad meer naar het buitengebied te kijken: Wat kunnen beide aan elkaar hebben? Want voor het realiseren van de klimaatdoelen, de energietransitie en de nieuwe doelen van kringlooplandbouw hebben stad en platteland elkaar absoluut nodig.”

Prof. Eveline van Leeuwen gaat in haar inaugurele rede ‘Urban-Rural Interactions – more important than ever’ in op de huidige relatie tussen stad en platteland, die ze als ‘eenzijdig’ omschrijft. “Veel beleidsmakers, academici, zoals economen, of opinieleiders wonen in de stad en hun beeld van het platteland is vaak eenzijdig en incompleet. Niet geheel onlogisch ligt de focus in economische zin op de stad, waar de bedrijvigheid hoog is, maar de relatie met milieu en kringlopen van bijvoorbeeld nutriënten en water, ontbreken. Daarom is er meer bewustwording nodig van de positie en relatie tussen de stad en het platteland.”

De plattelander en de stedeling

De bewustwording moet voorkomen dat het platteland de lasten van de stadse lusten moet dragen. “De stad gooit soms te gemakkelijk de lasten over de schutting. Besluit de stad bijvoorbeeld om over te stappen op windenergie, dan kiest men voor windmolens in het buitengebied”, zegt prof. Van Leeuwen. “In een evenwichtige relatie kunnen platteland en stad van elkaar profiteren. Maar daarvoor is meer fundamenteel begrip nodig van het wezen en waarde van zowel stedelijke en rurale gebieden en de plattelanders en stedelingen die daar wonen.”

Nederland duurzaam

In haar onderzoek wil prof. Van Leeuwen met haar team van Urban Economics dan ook inzoomen op twee niveaus: De verschillen tussen voorkeuren van individuen op het platteland en de stad. Wat zijn verschillen in persoonskenmerken en sociale contacten en welke invloed heeft de fysieke ruimte, die in stad en platteland sterk verschillen, op voorkeuren en het gedrag van individuen. Denk maar eens aan investeringen in zonnepanelen. In sommige wijken zijn daar weinig fysieke mogelijkheden voor, terwijl de bewoners wel graag zouden willen investeren. In andere wijken is het wellicht andersom. Door in het beleid rekening te houden met zowel de kenmerken van personen als van de omgeving kan veel gerichter bepaald gedrag gestimuleerd worden.

Daarnaast concentreert haar onderzoeksgroep zich op regionaal niveau: Hoe verlopen transport- en consumptiepatronen; welke interacties brengen vraag en aanbod van stad en land bij elkaar? Het regioniveau heeft alle kenmerken om te komen tot grote kringlopen, maar omdat Nederland klein is, dichtbevolkt land en met een goede infrastructuur, zijn binnen de grenzen omvangrijke gesloten kringlopen te realiseren.