Nieuws

Wildgroei apps problematisch bij digitalisering landbouw- en voedselsector

article_published_on_label
14 september 2021

Een app is vaak heel handig in gebruik, maar dan moet die wel samenwerken met andere apps of achterliggende grotere informatiesystemen die bedrijven al gebruiken. Als dat niet het geval is, slaat het voordeel van het gemak al snel om in een nadeel door de extra administratieve handelingen. Dit is een voorbeeld waar wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) rekening mee moeten houden als ze nadenken over de digitalisering van de landbouw- en voedselsector. Diezelfde digitalisatie staat centraal tijdens de vijfde editie van de Mansholtlezing in Brussel op 22 september dit jaar.

De Mansholtlezingen, vernoemd naar de beroemde Nederlandse Europa-politicus en denker Sicco Mansholt, worden georganiseerd door Wageningen University & Research voor het bespreken van het Europese beleid en de Europese vraagstukken in ons domein: voeding, landbouw en duurzame bestaansmiddelen.

In 2016 begon de WUR met het organiseren van de jaarlijkse Mansholtlezingen. Tijdens de lezingen presenteert de WUR multidisciplinaire visies op aspecten van het Europese beleid en aanbevelingen om dit beleid bij te sturen. De beleidsvisies en aanbevelingen worden besproken tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap, overheden en het bedrijfsleven.

De lezingen hebben tot doel het Europese beleid te wijzigen, hetzij door invloed uit te oefenen op de agenda, hetzij door aanbevelingen te doen aan verschillende belanghebbenden. De vijfde editie van de Mansholtlezing staat dus in het teken van digitalisering in de agrifood sector.

Sjaak Wolfert is samen met een team van collega’s jarenlang actief op het gebied van deze digitalisering. Aan hem stellen we 5 vragen...

1. Waarom is digitalisatie van de voedselsystemen zo belangrijk?

"Het is belangrijk omdat digitalisering kan bijdragen aan een verdere verduurzaming van voedselsystemen. Digitale data van gewassen, dieren, logistiek en consumenten kan gebruikt worden om real-time de status te monitoren om vervolgens waar nodig in te grijpen of bij te sturen.

Bovendien kunnen diverse sensors waarnemingen doen die mensen met het blote oog niet zouden kunnen waarnemen. Denk aan infrarood opnames, of het meten van vochtigheid in de bodem, etc. Digitale data geeft ook de mogelijkheid om op afstand en tegelijkertijd door meerdere partijen de status van productie te volgen.

Al met al geeft het dus meer geavanceerde mogelijkheden om nauwkeuriger en sneller te sturen op duurzaamheidsdoelen zoals CO2- of N-uitstoot, maar ook voorkomen van voedselverspilling. De potentie en noodzaak voor digitalisering is ook beleidsmatig onderkend in de verklaring met de titel ‘A smart and sustainable digital future for European agriculture and rural areas’. Die verklaring is ondertekend door 22 lidstaten."

2. Er zijn al meerdere apps, dus die transformatie is toch al lang aan de gang?

"Zeker. Maar we zien hier juist ook een probleem ontstaan, namelijk dat er een wildgroei aan apps ontstaat, terwijl bedrijven behoefte hebben aan integrale ondersteuning van hun management. Dus een app is vaak heel handig in gebruik, maar dan moet die wel samenwerken met andere apps of achterliggende grotere informatiesystemen die bedrijven al gebruiken. Als dat niet het geval is, slaat het voordeel al weer snel om in het nadeel van bijvoorbeeld extra administratieve handelingen. Daarnaast zien we ook dat apps soms komen en gaan en is het een uitdaging om duurzame business modellen creëren tussen de diverse stakeholders."

3. Kun je een vergelijking maken met andere sectoren waar een soortgelijke digitalisatie al is afgerond?

"Vooropgesteld, ik denk niet dat digitalisering ooit afgerond zal zijn. Het is een doorlopend proces waar nieuwe technologieën en innovaties – zoals nu bijvoorbeeld weer kunstmatige intelligentie - steeds weer nieuwe mogelijkheden en uitdagingen zullen geven. Maar inderdaad, als je monitoringsrapporten leest van bijvoorbeeld McKinsey of de EU zelf, dan bungelt landbouw wel onderaan het lijstje.

Overigens wordt dan wel veel op één hoop gegooid. Waarschijnlijk worden logistiek, voedselverwerkende bedrijven en retail bijvoorbeeld daar niet onder geschaard. Ook per sector zijn de verschillen soms groot. Zo is duidelijk de automatisering en robotisering in kassen bijvoorbeeld al een stuk verder ingevoerd.

Maar om terug te komen op de vraag, in de genoemde lijstjes staan sectoren zoals de media, finance & insurance en wholesale trade bovenaan. Niet zo verwonderlijk denk ik. Maar het betekent zeker dat je naar deze sectoren kunt kijken om van te leren en ontwikkelingen waar mogelijk over te nemen in de agri-food sector."

4. Wat is de grootste uitdaging waar beleidsmakers nu echt mee aan de slag moet komende periode en welke rol speelt WUR daarin?

"Fragmentatie van digitale innovatie, dat is mijns inziens de grootste uitdaging. Dat gaat dus om geografische fragmentatie, maar ook die tussen diverse sectoren (zie vorige vraag). Daarnaast ook fragmentatie en discontinuïteit in financiering van innovatieprojecten. Het blijkt steeds weer een grote uitdaging te zijn om technologie uit het lab grootschalig in de praktijk toe te passen.

Een kernpunt wat we in deze Mansholt lezing willen benadrukken is dat beleidsmakers zich moeten richten op het midden van het innovatieproject. Dat is waar toepassingen veelbelovend zijn en publieke financiers hun handen er vanaf trekken en private financiers nog teveel risico’s zien. WUR heeft via projecten zoals IoF2020 laten zien hoe je op dit traject succesvolle en duurzame voortgang kunt boeken. Daarin hebben we en integrale, interdisciplinaire aanpak ontwikkeld en toegepast waarin technologische knowhow wordt gecombineerd met business modelling, governance en zelfs ethiek.

WUR weet als geen ander hoe je deze interdisciplinaire interactie in de praktijk moet laten plaatsvinden met oog voor inclusiviteit, dus ook kleine boeren in ontwikkelingslanden. Hiermee hebben we een goede reputatie opgebouwd in de EU. Private financiers weten ons ook steeds beter te vinden maar daar is nog veel te winnen. In lopende innovatieprojecten zoals SmartAgriHubs en agROBOfood proberen we deze verbinding verder uit te bouwen door middel van een EU-breed netwerk van Digital Innovation Hubs."

5. Wanneer denk jij als expert dat we de digitalisatie van de agrifood sector hebben voltooid?

"Zoals al eerder aangegeven zijn we daar nooit mee klaar. De uitdagingen verschillen ook per sector en deelgebieden in het hele food system. Zo wordt er in het veld, in de kas of in de stal soms al veel digitale technologie toegepast. Echter, hoe kun je de data die daarbij wordt geproduceerd tot meerwaarde brengen in de hele voedselketen? En andersom, hoe kun je data van bijvoorbeeld consumenten terugvertalen naar de productie op het boerenbedrijf? En kun je data ook voor andere doelen buiten de agri-food gebruiken, zoals toerisme, plattelandsontwikkeling of klimaatmonitoring?

Dan zie je dat er een veelheid aan spelers bij betrokken zijn in zogenaamde data ecosystems en data spaces. We zien dat de uitdagingen daar niet zozeer op technisch gebied liggen, maar veelal op de genoemde organisatorische zaken als gedeelde business modellen, good governance practices en ethische kwesties.

Tenslotte, digitalisering heeft ook zijn intrede gedaan in andere delen van de wereld zoals Afrika en India. Daar heb je te maken met veel kleine boeren en specifieke uitdagingen in bepaalde regio’s. We zijn er van overtuigd dat onze aanpak ook daar kan werken, al moet het natuurlijk wel aangestuurd worden vanuit de lokaal-specifieke vragen en context.

Kortom, ik ben er van overtuigd dat er in ieder geval nog genoeg te doen valt de komende decennia en is de digitalisering voorlopig nog niet voltooid."