Nieuws

Druk op het landschap vraagt om monitoring

article_published_on_label
18 oktober 2018

De toegenomen druk op het landschap vraagt om het nauwkeurig in de gaten houden van veranderingen. Dat stelt het College van Rijksadviseurs in zijn advies over landschapsmonitoring, dat is aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken. Het advies van de Rijksadviseurs is mede tot stand gekomen op basis van onderzoek van Wageningen Environmental Research (WENR).

Landschap onder druk

Het Nederlandse landschap staat door ruimtelijke veranderingen en intensief gebruik flink onder druk. De uitbreidingen van steden, de aanleg van zonnevelden en windmolens, dijkverhogingen, nieuwe wegen, de intensivering van de landbouw: alles heeft invloed op hoe ons landschap er uitziet. En de gevolgen zijn groot: de biodiversiteit loopt terug, houtwallen en heggen verdwijnen en de populatie van weidevogels slinkt snel. Arjan Koomen, Bas Pedroli en Wim Nieuwenhuizen van WENR verkenden de mogelijkheden voor een robuust en breed gedragen systeem voor de monitoring van ons landschap. Zij deden dit in voor het College van Rijksadviseurs, in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving, LandschappenNL en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Het nationaal landschapsbeleid is in 2012 afgebouwd waarna de provincies de verantwoordelijkheid overnamen. Ook gemeenten krijgen steeds meer mogelijkheden voor een lokale invulling. Hierdoor is meer ruimte gekomen voor regionaal maatwerk, maar is er ook sprake van een verdere versnippering van verantwoordelijkheid en beleid. Dat pakt niet overal gunstig uit, want landschappen houden zich niet aan provincie- of gemeentegrenzen. Nauwe samenwerking en interprovinciale sturing is daarom van groot belang.

Landelijk dekkend monitoringssysteem

Mede op basis van het onderzoek van WENR adviseert het College van Rijksadviseurs in het advies 'Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem' de ministers van BZK, OCW en LNV een landelijk dekkend monitoringssysteem voor het landschap op te zetten om te kunnen volgen hoe het landschap zich ontwikkelt. Door het monitoren is het mogelijk om beleid te onderbouwen en de kwaliteit ervan te versterken. Ongewenste veranderingen komen zo al in een vroeg stadium aan het licht en kunnen dan eventueel nog worden bijgestuurd, gestopt of teruggedraaid. Ook komen nieuwe kwaliteiten en succesvolle voorbeelden in beeld, die vervolgens als voorbeeld kunnen dienen voor hoe we met het landschap kunnen omgaan. Duurzame verankering in het Rijksbeleid vindt het College van Rijksadviseurs van wezenlijk belang om het effect van monitoring op het landschap te kunnen garanderen.

Rijksadviseur Berno Strootman verwoordt het als volgt: “Door het landschap goed te monitoren, kunnen we tijdig maatregelen nemen om verdere terugloop van de kwaliteit van ons landschap te voorkomen, maar ook snel constateren dat nieuwe landschappelijke kwaliteiten zijn ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van nieuw beleid.”

Klik hier voor de ‘Verkenning Monitor Landschap’, van Arjan Koomen, Bas Pedroli en Wim Nieuwenhuizen. Het rapport is op 16 oktober aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken.