Nieuws

Wintersterfte onder bijenvolken op zijn hoogst sinds 2010

article_published_on_label
31 mei 2023

25,6 procent van de Nederlandse bijenvolken overleefde afgelopen winterperiode niet. Daarmee beleeft de landelijke bijensector de grootste wintersterfte sinds 2010, toen de bijensterfte op 29,1 procent lag. Dat is de belangrijkste conclusie van de jaarlijkse wintersterftemonitoring onder Nederlandse bijenhouders, uitgevoerd door onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR).

Figuur 1. Overzicht van de gemeten wintersterfte in Nederland over de periode 2009 tot 2023. De blauwe lijn geeft het vijfjarig gemiddelde weer op basis van de voorgaande jaren.
Figuur 1. Overzicht van de gemeten wintersterfte in Nederland over de periode 2009 tot 2023. De blauwe lijn geeft het vijfjarig gemiddelde weer op basis van de voorgaande jaren.

Nederland telt ruim 11000 actieve bijenhouders; bijna allemaal zijn het hobbyisten. Onder 2779 geënquêteerde bijenhouders melden 1075 geen wintersterfte, en 280 bijenhouders melden al hun volken verloren te hebben gedurende de winter. Op provinciaal niveau heeft Utrecht gemiddeld genomen met 41,6% het hoogste wintersterftepercentage en Limburg het laagste (16,6%).

Figuur 2. Geografische presentatie van de wintersterfte op provinciaal niveau.
Figuur 2. Geografische presentatie van de wintersterfte op provinciaal niveau.

Uit experimenteel onderzoek blijkt dat de varroamijt en daarmee geassocieerde bijenvirussen één van de belangrijkste factoren is die samenhangt met de wintersterfte onder bijenvolken. Daarbij zijn wisselwerkingen met de ontwikkeling van bijenvolken gedurende het jaar van belang. Dit hangt onder meer af van het voedselaanbod in de omgeving, in combinatie met seizoensgebonden weersomstandigheden. Als de bijen verzwakt de winter in gaan, bijvoorbeeld door een droge zomer en verminderd voedselaanbod of ziekte, dan vergroot dit de kans op sterfte van het volk. Daarnaast kunnen onbekende of incidentele factoren een rol meespelen in wintersterfte die nader onderzoek verdienen.

COLOSS-enquête

Als de huidige enquêtegegevens verder geanalyseerd zijn, worden de resultaten hiervan later dit jaar bekend gemaakt. De bijenhouders zijn namelijk gevraagd naar informatie over onder meer het voedselaanbod en hun bedrijfsvoering, zoals bestrijding van ziektes en plagen. Deze data kunnen de basis vormen voor onderzoek dat antwoorden kan bieden over hoe sterfte onder bijenvolken kan worden tegengegaan. Daarnaast zullen de resultaten uit Nederland worden vergeleken met de resultaten van andere landen.

In totaal deed dit jaar een record aantal deelnemers van 2779 Nederlandse bijenhouders mee aan de jaarlijkse COLOSS-enquête (COlony LOSSes). Deze enquête wordt in meer dan 40 landen uitgevoerd.