Nieuws
De oorlog in Oekraïne en gevolgen voor de voedselzekerheid
Omdat Oekraïne en Rusland beide belangrijke exporteurs van landbouwproducten zijn, heeft de oorlog in Oekraïne mogelijk grote negatieve gevolgen voor de mondiale voedselzekerheid. Door diverse oorzaken zijn de wereldmarktprijzen van belangrijke landbouwproducten recentelijk al fors toegenomen. Daar komt bij dat door de oorlog de aanvoer van granen en oliezaden uit Oekraïne en Rusland ernstig is verstoord.
Er wordt voor de komende twee jaar in het onderzoek gerekend met een productiedaling van graan en oliezaden met 50% in Oekraïne, 25% minder export van beide gewassen uit Rusland vanwege handelsrestricties en hogere handelskosten. Daarbij komen nog 20% hogere energieprijzen. Dit leidt samen, volgens de scenariostudie van Wageningen University & Research in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit tot 10% hogere graanprijzen en 6% hogere prijzen voor oliezaden.
Lage inkomenslanden in Afrika, Midden-Oosten en Zuidoost-Azië, die sterk afhankelijk zijn van invoer uit Oekraïne en Rusland krijgen daarbij te maken met hogere invoerkosten. De laagste inkomensgroepen uit die landen zullen het meest bedreigd worden in hun voedselzekerheid.
De studie schat de gevolgen in van de oorlog op de landbouwproductie, handelsstromen, wereldmarktprijzen en voedselzekerheid voor de komende twee jaar. In deze studie zijn de sectoren tuinbouw en visserij niet meegenomen, omdat deze twee sectoren minder goed zijn vertegenwoordigd in de gebruikte modellen.
Voldoende voedsel, maar hoge prijzen zijn een probleem
Op mondiaal niveau is er voldoende voedsel, maar de hogere voedselprijzen leiden tot een probleem met de betaalbaarheid van voedsel. Met name Egypte, Turkije en het Midden-Oosten zijn voor een groot deel afhankelijk van Russisch en Oekraïens graan: duurdere import beperkt de toegang tot graan met name voor de lage inkomensgroepen. Landen als Egypte, Turkije en ook andere graan-importerende landen in Afrika en Midden-Oosten hebben maar beperkte mogelijkheden hun binnenlandse productie uit te breiden. Ze zijn kwetsbaar voor prijsschommelingen op de wereldmarkt.
De gevolgen voor de EU zijn gering: In de EU is genoeg voedsel beschikbaar en met uitzondering van de laagste inkomensgroepen besteden mensen maar een klein deel van hun inkomen aan op granen gebaseerde voeding.
Gevolgen voor de Nederlandse landbouw- en voedselsector
In een tweede studie is in kaart gebracht wat de mogelijke gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn voor de Nederlandse landbouw- en voedselsector voor de jaren 2022-2025. Ook hier zijn tuinbouw en visserij niet meegenomen in de studie omdat deze twee sectoren minder goed zijn vertegenwoordigd in de gebruikte modellen.
Uit deze scenario-analyse komt naar voren dat de oorlog in Oekraïne leidt tot een terugval in de globale landbouwproductie. Dit leidt tot extra schaarste, in een situatie waarin de prijzen ook voor de oorlog in Oekraïne al substantiële stijgingen lieten zien. Deze stijging wordt op de middellange termijn grotendeels tenietgedaan omdat Oekraïense productie zich gaat herstellen en er ook elders in de wereld meer zal worden geproduceerd als reactie op de hogere prijzen.
Voor dierlijke producten zijn de verwachte procentuele prijsstijgingen lager dan voor gewassen omdat veevoer slechts één van de inputs en kostencomponenten is die de prijs van dierlijke producten bepalen.
Beperkte verandering in productie
De tijdelijke toename in de prijzen op de landbouwmarkten leidt in Nederland tot (zeer) beperkte aanpassingen in de productie. Deels komt dit omdat niet alleen de kosten, maar ook de (verwachte) opbrengstprijzen stijgen. Hierdoor hebben boeren weinig prikkels om hun productie aan te passen ten opzichte van wat ze normaal al doen. Bij de melkveehouderij is er bovendien de neiging om de veestapel op het niveau te houden dat vanuit de fosfaatquotering wordt toegestaan.
Als gevolg van de beperkte aanpassingen in de primaire productie zijn ook de gevolgen in de keten (agrocomplexen) beperkt. Het totaal verwachte verlies aan toegevoegde waarde voor zuivel, rundvlees, varkensvlees, pluimvee en akkerbouw (gevolgen voor de primaire productie en de toeleveringsketen) voor de periode 2022-2025 is geraamd op maximaal ongeveer 700 miljoen euro. Dat is ongeveer 3% van de gerealiseerde totale toegevoegde waarde in 2020.
Gevolgen van de prijsstijging energie
Als we uitgaan van een structurele energieprijsstijging van 20% zullen de 5 geanalyseerde agrosectoren zuivel, rundvlees, varkensvlees, pluimvee en akkerbouw ongeveer 112 miljoen euro per jaar extra gaan betalen voor hun energie. Maar als gevolg van het doorberekeningseffect van een dergelijke energieprijsstijging in de mondiale landbouwmarkten (stijgende wereldmarktprijzen voor landbouwproducten) zullen de extra kosten in belangrijke mate worden gecompenseerd door extra inkomsten. Hierdoor wordt het negatieve effect op de toegevoegde waarde van de Oekraïneoorlog voor de Nederlandse landbouw weer afgezwakt.
Vraag naar producten en inkomen nauwelijks veranderd
Dit komt omdat de stijging van de prijzen van agrarische grondstoffen maar beperkt terugkomt in de retailprijzen. Reden hiervoor is dat de grondstofkosten maar een beperkt onderdeel uitmaken van de totale kostprijs van voedselproducten. Daarnaast heeft de oorlog zeer beperkt effect op het inkomen van de Nederlandse burger. Dit zal hoogstens enkele procenten zijn. De voedselzekerheid in Nederland wordt niet bedreigd. De oorlog in Oekraïne en de spanningen met Rusland kunnen wel bijdragen aan algemene stijgingen van de voedselprijzen die specifieke relatief arme huishoudens kunnen treffen.