
Nieuws
Hoe Hannah van Zanten en Nynke Hofstra samen een groep van 150 medewerkers gaan leiden
Hannah van Zanten en Nynke Hofstra gaan samen de leerstoelgroep Earth Systems & Global Change leiden. Wat hen bindt is systeemdenken, werken aan een betere wereld en de wens om een groep te creëren waarin iedereen floreert. De groep werkt aan complexe problemen, zoals stikstof, water, klimaat en biodiversiteit.
Ze kennen elkaar nog niet zo lang, Nynke Hofstra en Hannah van Zanten. Ze kwamen elkaar vorig jaar mei tegen tijdens de sollicitatieprocedure voor de twee posities van leerstoelhouder voor de Earth Systems & Global Change groep.
Van Zanten: ‘Er waren twee vacatures. Carolien Kroeze, hoogleraar Environmental Systems Analysis, werd rector magnificus van WUR. En Fulco Ludwig, hoogleraar Water Systems & Global Change, vertrok naar het International Water Management Institute. We solliciteerden allebei en leerden elkaar pas kennen toen ze ons al hadden gekozen als leerstoelhouder. Dat vond ik wel spannend. We hebben allebei van tevoren gezegd: we willen wel, maar willen de ander eerst beter leren kennen.’
Wat wilden jullie van elkaar weten?
Van Zanten: ‘Ik wilde vooral een gevoel krijgen van de onderliggende waarden van Nynke, wat ze belangrijk vindt en waarom ze deze baan wilde. Ik merkte dat we dezelfde waarden hebben en in dezelfde levensfase zitten, met schoolgaande kinderen. Heel erg prettig.’
Hofstra: ‘We willen beiden respectvol omgaan met medewerkers en een prettige sfeer creëren, we vinden de onderliggende waarden van het loopbaanbeleid van erkennen en waarderen heel belangrijk en we willen beiden bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De inhoud van ons werk was wel ongeveer duidelijk, dus op dat moment wil je vooral van elkaar weten: hoe wil jij leiding geven? Beide willen we zorgdragen voor het team, dat medewerkers zich veilig voelen en zich kunnen ontwikkelen. We zijn mensgericht.’
Wat was jullie loopbaan tot nu toe?
Hofstra: ‘Ik heb Milieuwetenschappen gestudeerd in Wageningen en ben in Engeland gepromoveerd aan de University of Oxford. Meteen na mijn promotie kreeg ik een baan aangeboden door Rik Leemans, toenmalig leerstoelhouder bij Milieusysteemanalyse en daar heb ik tot 2019 gewerkt. Toen ben ik overgestapt naar de groep van Carolien Kroeze, die eerst ook bij Milieusysteemanalyse werkte en daarna leerstoelhouder was geworden bij Water Systems & Global Change. Ik hou me bezig met het modelleren van microbiologische waterkwaliteit en de invloed van de klimaatverandering daarop. Ik heb vooral projecten in Afrika en Azië, omdat daar de ziektedruk van micro-organismen in het water veel groter is dan hier, maar ik doe ook in Nederland onderzoek, bijvoorbeeld naar het effect van klimaatextremen op de concentratie van ziekteverwekkers in oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor irrigatie van rauw voedsel.’
Van Zanten: ‘Ik heb een master in de Animal Sciences gedaan in Wageningen, was daarna twee jaar Rijkstrainee bij het ministerie van LNV en ben gepromoveerd bij Imke de Boer, hoogleraar Animal Production Systems, op onderzoek naar circulaire veehouderij. Daarna ben ik overgestapt naar Farming Systems Ecology, waar ik het voedselsysteem veel meer vanuit de plantaardige kant ging bestuderen, met inbegrip van humane voeding. Ik heb de neiging om over de grenzen van de Wageningse kenniseenheden heen te hoppen. Ik denk dat in deze groep alles samenkomt in het systeemdenken.’
Is systeemdenken wat jullie bindt?
Hofstra: ‘Ja, onze groep kijkt naar het hele watersysteem, waarbij we de kwaliteit en de kwantiteit van water koppelen aan het voedselsysteem en ecosysteem. We gebruiken die informatie vervolgens om naar oplossingen te kijken, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van adaptatiepaden.’
Van Zanten: ‘Onze groep kijkt naar de nexus tussen biodiversiteit, het klimaat en gebruik van nutriënten (stikstof en fosfaat) in relatie tot voedselsystemen. Het unieke van deze groep is dat we verbindingen leggen en dat we daarbij kwalitatieve en kwantitatieve modellen en methoden combineren, op zoek naar integrale oplossingen.’
Dat klinkt abstract; kunnen jullie een voorbeeld geven?
Hofstra: ‘Door de klimaatverandering, met lange perioden van droogte, voorzien drinkwaterbedrijven problemen. Wat zijn de waterbronnen van de toekomst? Met onze modellen kunnen we nagaan hoe het watersysteem de komende jaren gaat veranderen en wat de effectiviteit is van oplossingen die de waterbedrijven hebben om zich aan te passen. We ontwikkelen met die informatie adaptatiepaden samen met de waterbedrijven.’
Van Zanten: ‘Met mijn team heb ik een model van een voedselsysteem ontwikkeld, waarbij we zeggen: stel dat je een nieuw voedselsysteem wilt inrichten dat binnen de planetaire grenzen blijft en voldoende gezond voedsel produceert, hoe ziet dat voedselsysteem er dan uit? Dat is heel complex, met veel mogelijke scenario’s, dus we hebben een serious game ontwikkeld die we met stakeholders kunnen spelen, om samen scenario’s te ontwikkelen voor een duurzaam voedselsysteem.’

Ons werk is heel interdisciplinair.
Hofstra: ‘Ons werk is heel interdisciplinair. Je ziet vaak een combinatie van natuurwetenschappelijk en sociaalwetenschappelijk onderzoek in ons werk.’
Jullie gaan samen 150 mensen managen. Ik zie veel leerstoelhouders die na enkele jaren stoppen en persoonlijk hoogleraar worden, omdat ze te veel met management en te weinig met onderzoek bezig waren. Hoe gaan jullie dat regelen?
Hofstra: ‘In het leerstoelhoudersoverleg van Environmental Sciences is dit ook besproken, dat leerstoelhouders teveel managementtaken hebben en meer willen toekomen aan onderwijs en onderzoek. We kijken nu met een coach naar mogelijkheden om het werkbaar te maken. Je hebt als leerstoelhouder veel en diverse taken en we nemen nu de hele lijst van taken door, om te bepalen: hoe gaan we die positie inrichten, wat is haalbaar voor ons?’
Waar moet ik aan denken?
Van Zanten: ‘Ons eerste punt van aandacht is de structuur van de groep. Wij sturen nu ieder meer dan 25 vaste staf aan. Nu zijn wij het probleem, de bottleneck, de managers die bijna nooit tijd hebben. Terwijl onze visie is dat we voldoende tijd willen hebben om zorg te dragen voor de groep. Dat kan niet bij te grote groepen. Onze coach zegt: boven de 10 personen die je dagelijks aanstuurt heb je eigenlijk een managementlaag nodig, om het werk anders te structureren, zodat wij aandacht hebben voor iedereen. Soms moeten we dan taken delegeren, en we gaan ook kijken of meer mensen een rol in het management kunnen krijgen, ter versterking van de cultuur en samenwerking van onze groep.’

Nu zijn wij de managers die bijna nooit tijd hebben.
Hoe vullen jullie elkaar aan?
Hofstra: ‘Hannah heeft snel in de gaten als mensen niet zo respectvol met elkaar omgaan. Ik denk dan: oh, zo gaat dat nu eenmaal, terwijl zij gewoon gelijk heeft en ik erop moet reageren, omdat ik respectvol met elkaar omgaan erg belangrijk vind.’
Van Zanten: ‘Ik zie een probleem en wil dat dan gelijk oplossen. Nynke heeft meer rust en dat helpt mij erg om de dingen soms wat meer te relativeren. Ik vind het ontzettend fijn om dit samen met Nynke te kunnen doen.’
Hofstra: ‘Leerstoelhouder is best wel een eenzaam beroep. Iedereen kijkt tegen je op, zeker de internationale medewerkers, en dan is een verkennend gesprek niet altijd mogelijk. Het is heel fijn dat wij nu met z’n tweeën kunnen sparren.’
Wat willen jullie versterken in de leerstoelgroep?
Hofstra: ‘In mijn groep is het onderzoek naar waterkwaliteit en waterkwantiteit best wel gescheiden; dat willen we meer verbinden of zelfs integreren. Verder willen we een brug slaan tussen de mondiale modellen en de lokale toepassing. Het zou mooi zijn als we bij het evalueren van de lokale oplossingen onze eigen modellen kunnen gaan gebruiken en die op mondiale schaal weer kunnen verbeteren met lokale kennis.’
Van Zanten: ‘Erkennen en waarderen wordt een belangrijk topic. We komen uit een situatie waarin iedereen alleen op individuele prestaties werd beoordeeld. Nu wordt de onderzoeksgroep belangrijker en gaan we de individuele bijdrage aan de groep ook evalueren. Verder gaan we de maatschappelijke impact van medewerkers meenemen in de evaluatie, science for impact, voor ons heel belangrijk. Ander punt: we hebben hele sterke onderzoekmodellen, op het gebied van voedselsystemen, stikstof en biodiversiteit, en die willen we meer aan elkaar koppelen.’
Inaugurele redes
Nynke Hofstra werd op 1 augustus 2024 aangesteld als hoogleraar Water Systems and Global Change, Hannah van Zanten is sinds 1 oktober hoogleraar Environmental Systems Analysis. Ze houden op 16 mei om 16.00 hun inaugurele redes in Omnia.
Van Zanten gaat spreken over Navigating Complexity: Systems approach towards global environmental solutions. Hofstra gaat spreken over Flowing Futures: Towards sustainable water systems in a changing global environment.